Muziekles in de derde klas - Elisabeth Lebret

De negenjarige is net begonnen zichzelf te ontdekken, afgescheiden van de wereld waarmee hij eerst zo vanzelfsprekend één was. Elk muzikaal materiaal, dat spreekt van deze eenheid en geborgenheid, moet door ons worden benut. In de derde klas is véél te doen in de muziek als voorbereiding voor het feit dat, heeft zij tot nu toe ons gediend, we nu zullen moeten leren háár te dienen.

Nadat we in de tweede klas nog zoveel mogelijk pentatonisch hebben gewerkt mét grondtoon, stuiten we in de derde klas op heel andere verlangens. In de loop van dit schooljaar worden deze kinderen negen jaar, komen dus in hun tiende levensjaar, waarin zich een zo belangrijke verandering in hun levensgevoel gaat voltrekken. Sommigen worden al negen in het najaar. We zullen ervoor moeten zorgen, dat ook in de muziek deze veranderende levenshouding aan zijn trekken komt.

De pentatonische scala gaan we vaarwel zeggen. De oude kerktoonaarden echter (dorisch, frygisch, lydisch en mixolydisch), met hun sterk religieus karakter, kunnen ons nog goed dienen voor de muzikale omlijsting van die allerbelangrijkste verstelstof: Het Oude Testament. Alles, wat we de derdeklassers mee kunnen geven aan religieuze inhoud, op dát punt in hun leven, dat het “buiten” (zie voorbeeld “koekoek-ezel” in de inleiding voor de tweede klas) tot “binnen” gaat worden, is meegenomen. Het muzikale beleven van dat “buiten” troffen we in de pentatoniek aan, het groeiende “binnen” kan men verklankt vinden in de kerktoonaarden, die langzaam overgaan in het echte majeur-mineurbeleven, dat later de uiting kan worden van de ervaringen van de eigen, individuele ziel.

Maar zover zijn we nog niet in de derde klas. De negenjarige is pas begonnen zichzelf te ontdekken, afgescheiden van de wereld waarmee hij eerst zo vanzelfsprekend één was. Zijn pril ontwakend zelfgevoel wordt ondersteund en gevoed door de oude bijbelse verhalen, die spreken van eenheid met, en gehoorzaamheid aan God. Elk muzikaal materiaal, dat spreekt van deze eenheid en geborgenheid, wordt door ons benut.

In de muziek doen we hier de laatste stap naar het beleven van die eigen ervaringen ten opzichte van de buitenwereld, in de majeurklank en van dat groeiende stukje binnenwereld in de mineurklank. Weliswaar wisselen we majeur en mineur nog niet zo scherp af, zoals we in een vierde klas zullen doen, maar we gebruiken deze elementen zo bewust mogelijk, om er díe gevoelens mee te steunen die voor een derde klas typisch zijn.

Dienen de liederen, die betrekking hebben op de verhalen van het Oude Testament voornamelijk de verzorging van de “binnenwereld”, zoals al werd opgemerkt, de behandeling van de ambachten, ook een derde klas aangelegenheid, levert ons de gelegenheid een heleboel “doe-liedjes” in majeur te brengen; eenvoudige, stevige uitingen van arbeidslust. De hier opgenomen exemplaren zijn maar een kleine greep uit de vele mogelijkheden. Tevens zijn deze liedjes geschikt, om gefloten te worden.

We hebben in de tweede klas geprobeerd alle grepen van de D-majeurtoonladder te oefenen, en in bescheiden tempo de allereenvoudigste, eerst gezongen versjes te spelen. Dit moeten we in de derde klas verder uitbouwen. We zullen bespeuren dat er al een zekere zelfwaardering en kritiek bestaat in verband met wat er fluitend wordt (voort-)gebracht. De kinderen willen méér, en vaak moeilijker. Ter wille van deze verlangens kunnen we proberen een paar echt instrumentale stukjes te brengen. De allereerste, simpelste canons, waarvan er hier uiteraard maar een paar zijn opgenomen als voorbeeld, kunnen tevens dienen, aan de diep gevoelde behoefte wat “groots” te ondernemen, te voldoen. Eenstemmig gespeeld, worden ze als “gemakkelijk” beoordeeld, maar o wee, hoe moeilijk is het de stemmen tegen elkaar in zuiver te zingen en te spelen! Er is veel geduld nodig, om dit enigszins bevredigend te volbrengen.

De fluitoefeningen worden nog steeds op het gehoor gespeeld of afgelezen (visueel dus) van de vingerbewegingen, die de leerkracht op de fluit maakt. Dit kan natuurlijk niet zo blijven: het notenschrift moet in deze klas ook aan de kinderen te worden geleerd. De manier waarop dit in de vrijescholen kan gebeuren wordt in een apart artikel behandeld. We beginnen er direct bij het begin van het schooljaar mee, bijvoorbeeld in één van de twee wekelijkse lessen.

Ook dit onderwerp voorziet in de behoefte aan iets moeilijks. Meestal zijn meerdere kinderen uit deze klas al bezig het notenschrift aan een instrument te leren. Het bleek nooit een bezwaar te zijn om de hier gebrachte oefeningen mee te maken, integendeel, dikwijls bleken deze een aanvulling te zijn op wat er sterk visueel en haptisch gericht al geleerd was.

De hier gevolgde werkwijze om het notenschrift te onderwijzen, maakt geenszins aanspraak op volledigheid. Er is geprobeerd de abstractie van dit schrift door midden van het beeld (zoals in de eerste klas met de letters gebeurt) aan de kinderen te brengen. Wat hebben we aan al onze zorgen, het ontwakend intellect van het kind op de juiste manier te behandelen, als we het notenschrift zo maar plompverloren voor de neus zetten? Is de abstractie eenmaal overbrugd door het beeld, dan kunnen we voor de rest de zaken rustig in eigen vorm brengen.

Het zij ons vergund ten opzichte van het ritme en de maat nog één en ander op te merken. Laten we vooral bedenken dat het ritme niet in het hoofd zetelt; het kind heeft maat- en ritmegevoel. Het begrip voor maat en ritme kan men pas in de vierde klas brengen, zodra daar de breuken zijn behandeld. Dan kan er zelfs in noten gerekend worden! Vóór die tijd is elk “tellen” uit den boze! Men kan nog lang volstaan met “lange” en “korte” noten. Ritmische figuren kan men in verband brengen met het woordritme, bijvoorbeeld de “stralende figuur” van Willem Gehrels.

3e klas - stralende figuur

Hierbij zoeken we “doe-woorden” zoals wandelen, schommelen, enz. in plaats van de kinderen te vertellen dat de punt de noot met de helft van zijn waarde verlengt. In de derde klas is véél te doen in de muziek als voorbereiding voor het feit dat, heeft zij tot nu toe ons gediend, we nu zullen moeten leren háár te dienen!

Terug

Terug
X

Gebruik je mobiel in horizontale positie voor een optimale weergave.