Little drop of dew, of dew, like a gem you are.
I believe that you must have been a star.
Bibliotheek
Liederen voor de fluitles
Houding
Luisteren
Toonladders
Vingers
Niveau speelstukken
Repertoire voor schoolorkest
Lied • Little drop of dew (1)
1.
2.
When the day is bright, on the grass you lie,
tell me then; at night are you in the sky?
tell me then; at night are you in the sky?
Lied • Spin, spin, spinnetje klein
Spin spinnetje klein, weeft er zijn web, dat wordt ragfijn.
Als een echte acrobaat, hangt hij te schommelen aan zijn draad.
En als ’s morgens de dauwdruppels komen, zie je het schitteren tussen de bomen.
Spin, spin, spinnetje klein, hangt dan te schommelen, o, zo fijn!
Als een echte acrobaat, hangt hij te schommelen aan zijn draad.
En als ’s morgens de dauwdruppels komen, zie je het schitteren tussen de bomen.
Spin, spin, spinnetje klein, hangt dan te schommelen, o, zo fijn!
Lied • In het grote beukenbos
In het grote beukenbos
wiegen stammen heen en weer.
Blad'ren laten langzaam los;
vallen op de aarde neer.
wiegen stammen heen en weer.
Blad'ren laten langzaam los;
vallen op de aarde neer.
Lied • Vogels, vlieg heen!
Vogels, vlieg heen! vogels, vlieg heen naar verre landen, naar verre stranden!
Vogels, vlieg heen, vlucht voor de kou, vogels vaarwel, ga nu maar snel!
Vogels, vlieg heen, vlucht voor de kou, vogels vaarwel, ga nu maar snel!
1.
Een borstel ligt in het donkere bos, wie is hem daar vergeten?
Hij heeft een snuit, is tonnetje rond, hij kan lopen en ook eten.
Hij heeft een snuit, is tonnetje rond, hij kan lopen en ook eten.
2.
Zijn pootjes zijn heel kort en fijn, hij dribbelt daar bij de varen.
Wat zou ’t toch voor een diertje zijn, daar tussen de dorre blaren?
Wat zou ’t toch voor een diertje zijn, daar tussen de dorre blaren?
Lied • Windje waai
Windje waai, windje waai, 't scheepje wil gaan varen.
Windje windje waai maar voort, stuur mijn scheept zo 't behoort.
Neem mij mee, neem mij mee, over de grote zee.
Windje windje waai maar voort, stuur mijn scheept zo 't behoort.
Neem mij mee, neem mij mee, over de grote zee.
Lied • De blaren dansen
Joecheisa, joechei, hoe blinkt de zon zo blij!
Joecheisa joechei hoe blinkt de zon zo blij
aan de held’re hemelboog, wij gaan allen mee omhoog.
Joecheisa joechei hoe blinkt de zon zo blij
aan de held’re hemelboog, wij gaan allen mee omhoog.
Lied • Ihr Blätter, wollt ihr tanzen?
1.
"Ihr Blätter, wollt ihr tanzen?,"
so rief im Herbst der Wind.
"Ja, ja wir wollen tanzen, 2x
komm hol' uns nur geschwind."
so rief im Herbst der Wind.
"Ja, ja wir wollen tanzen, 2x
komm hol' uns nur geschwind."
2.
Da fuhr er durch die Äste
und pflückte Blatt für Blatt.
Nun tanzen sie zum Feste, 2x
nun tanzen sie sich satt.
und pflückte Blatt für Blatt.
Nun tanzen sie zum Feste, 2x
nun tanzen sie sich satt.
3.
Bald wurden sie ganz leise
mit Flocken zugedeckt.
Nun schlafen sie und träumen, 2x
bis sie der Frühling weckt.
mit Flocken zugedeckt.
Nun schlafen sie und träumen, 2x
bis sie der Frühling weckt.
4.
Nun hat der Winter sachte
mit Flocken sie bestreut.
Und wenn kein Blatt erwachte, 2x
dann schlafen sie noch heut'.
mit Flocken sie bestreut.
Und wenn kein Blatt erwachte, 2x
dann schlafen sie noch heut'.
5.
Der Frühling weckt die Erde,
kein Blatt man wieder sah.
Dass grün es wieder werde, 2x
ja, dazu war'n sie da.
kein Blatt man wieder sah.
Dass grün es wieder werde, 2x
ja, dazu war'n sie da.
6.
Der Wind wird langsam müde,
die Blätter werden's auch.
Drum legen sie sich nieder, 2x
und ruh'n sich alle aus.
die Blätter werden's auch.
Drum legen sie sich nieder, 2x
und ruh'n sich alle aus.
Lied • De herfst is in het land
De herfst is in het land. De herfst is in het land.
Wat is er met de bomen aan de hand?
Ze verliezen hun blad'ren, ze worden kaal.
Alle blaadjes vallen, alle blaadjes vallen. alle blaadjes vallen, allemaal.
Wat is er met de bomen aan de hand?
Ze verliezen hun blad'ren, ze worden kaal.
Alle blaadjes vallen, alle blaadjes vallen. alle blaadjes vallen, allemaal.
Lied • Dag, eekhoorn!
Dag, eekhoorn, wat doe jij in het bos?
Kastanjes en noten die zoek ik op het mos.
Waarom zoek jij wel uren lang, zoveel kan je toch niet eten, man?
De winter die is lang en koud, ik spaar voor de donk’re tijd in ’t woud.
Kastanjes en noten die zoek ik op het mos.
Waarom zoek jij wel uren lang, zoveel kan je toch niet eten, man?
De winter die is lang en koud, ik spaar voor de donk’re tijd in ’t woud.
Lied • Hoor, de wind die waait in het rond!
Hoor de wind die waait in het rond! Appeltjes vallen nu op de grond.
We nemen ze mee in heel mooie mandjes, we dragen ze in ons beide handjes.
We maken er thuis een appeltaart van, of roeren moes in een heel grote pan.
Mmm, wat is dat fijn, dat er weer lekkere appeltjes zijn!
We nemen ze mee in heel mooie mandjes, we dragen ze in ons beide handjes.
We maken er thuis een appeltaart van, of roeren moes in een heel grote pan.
Mmm, wat is dat fijn, dat er weer lekkere appeltjes zijn!
Lied • Van de hoge bomen
Van de hoge, hoge bomen vallen alle blaadjes neer.
Want de herfst is nu gekomen, paddenstoelen zijn er weer.
Want de herfst is nu gekomen, paddenstoelen zijn er weer.
Lied • De wind die nam mijn hoed
De wind die nam mijn hoed, de wind die nam mijn nieuwe hoed,
kon ik hem nu toch maar pakken, mijn nieuwe hoed.
kon ik hem nu toch maar pakken, mijn nieuwe hoed.
Lied • Paddenstoelen in het bos
1.
Paddenstoelen in het bos, groeien op het zachte mos,
hebben soms een gele hoed, maar een rode die staat ook goed.
hebben soms een gele hoed, maar een rode die staat ook goed.
2.
Beukennootjes op de grond, liggen overal in 't rond,
bruin en glad met scherpe hoekjes zijn het echte eekhoornsnoepjes.
bruin en glad met scherpe hoekjes zijn het echte eekhoornsnoepjes.
Lied • Als de frisse herfstwind waait
1.
Als de frisse herfstwind waait loop ik naar het weitje,
laat mijn grote vlieger op, dat ’s een heel karweitje!
laat mijn grote vlieger op, dat ’s een heel karweitje!
2.
Kijk 'm dansen op de wind, kijk z'n staart eens zwieren!
't Lijkt of hij de wolken raakt als 'k het touw laat vieren.
't Lijkt of hij de wolken raakt als 'k het touw laat vieren.
Lied • Blow, wind, blow!
Blow, wind, blow! Go, windmill, go!
Keep on turning hour by hour; see the sacks of flour.
Keep on turning hour by hour; see the sacks of flour.
Lied • Hoor toch de wind!
Hoor toch de wind door de bomen waaien,
zie hoe de wind alle wolken jaagt!
De blaren vallen nu neer op de aarde,
de regen ruist in stromen omlaag.
zie hoe de wind alle wolken jaagt!
De blaren vallen nu neer op de aarde,
de regen ruist in stromen omlaag.
Lied • Houthakkers- en timmermanslied
1.
Met bijlen en zagen gaan wij naar het bos,
wij hakken en zagen er lustig op los.
Zigge, zagge, zagen maar, en 't karwei is bijna klaar. 2x
wij hakken en zagen er lustig op los.
Zigge, zagge, zagen maar, en 't karwei is bijna klaar. 2x
2.
De stammen, zij liggen geveld op de grond,
de spaanders, het zaagsel ligt in het rond.
Zigge, zagge, zagen maar, en 't karwei is bijna klaar. 2x
de spaanders, het zaagsel ligt in het rond.
Zigge, zagge, zagen maar, en 't karwei is bijna klaar. 2x
3.
Wij trekken de bomen nu op de wagen
en hoeven die zware last zelf niet te dragen.
Trikke, trakke, trekken maar, en 't karwei is bijna klaar. 2x
en hoeven die zware last zelf niet te dragen.
Trikke, trakke, trekken maar, en 't karwei is bijna klaar. 2x
4.
Wij schuren en vijlen de planken nu blank
en timmeren meubels, een kast en een bank.
Schirre, schorre, schuren maar, en 't karwei is bijna klaar. 2x
en timmeren meubels, een kast en een bank.
Schirre, schorre, schuren maar, en 't karwei is bijna klaar. 2x
5.
En als wij dat allemaal hebben gedaan,
dan kunnen wij trots weer naar huis toegaan.
Rusten, rusten, rusten maar, ja, 't karwei is nu echt klaar. 2x
dan kunnen wij trots weer naar huis toegaan.
Rusten, rusten, rusten maar, ja, 't karwei is nu echt klaar. 2x
Lied • Erntedank
1.
Bunte Früchte, gold'nes Korn sind der Sonne Gaben, die aus ihrem Lebensbrunn' wir gewonnen haben.
2.
Danket d'rum mit Jubelklang auch der Mutter Erde,
die im Schloss die Körnlein lang keimen ließ und werden.
die im Schloss die Körnlein lang keimen ließ und werden.
Lied • Ik ben een eekhoorn
Ik ben een eekhoorn, kijk maar naar mijn staart. Ik spring over takken in vliegende vaart. Ik zoek naar wat eikels en nootjes in het bos. Die ga ik dan verstoppen onder zacht groen mos.
Tralala lala.
Tralala lala.
Lied • Rain, rain, go away!
1.
Rain, rain, go away, come back another day!
We want to go out and play, come back another day!
We want to go out and play, come back another day!
2.
Rain, rain, go away, come back another day!
Daddy wants to play, come back another day!
Daddy wants to play, come back another day!
3.
Rain, rain, go away, come back another day!
Mummy wants to play, come back another day!
Mummy wants to play, come back another day!
4.
Rain, rain, go away, come back another day!
Brother wants to play, come back another day!
Brother wants to play, come back another day!
5.
Rain, rain, go away, come back another day!
Sister wants to play, come back another day!
Sister wants to play, come back another day!
6.
Rain, rain, go away, come back another day!
Baby wants to play, come back another day!
Baby wants to play, come back another day!
7.
Rain, rain, go away, come back another day!
All the family wants to play, come back another day!
All the family wants to play, come back another day!
Lied • Auf der Kuhweid'
1.
Auf der Kuhweid' wo Kühlein grasen
hats geschneit auf den grünen Rasen,
aber keine kalten Flocken, Tropfen weiß
und warm und trocken; Pilze hats geschneit.
hats geschneit auf den grünen Rasen,
aber keine kalten Flocken, Tropfen weiß
und warm und trocken; Pilze hats geschneit.
2.
Sag, wo sind jetzt die trocknen Tropfen,
möcht' mein Körbchen mit Pilzen stopfen.
Braune Säcklein am Boden liegen, trittst du drauf;
braune Wölkchen fliegen; Zwergenschnupftabak.
möcht' mein Körbchen mit Pilzen stopfen.
Braune Säcklein am Boden liegen, trittst du drauf;
braune Wölkchen fliegen; Zwergenschnupftabak.
Lied • Tikke, tak! (2)
Tikke, tak! De regen spat op ons dak.
Regen ruist en druipt maar steeds op ons huis.
En ik zit hier en wacht tot de regen verdwijnt en het zonnetje schijnt.
Ja, dan springen wij blij door het veld, door de wei.
Ja, dan springen wij blij, want de regen is voorbij.
Regen ruist en druipt maar steeds op ons huis.
En ik zit hier en wacht tot de regen verdwijnt en het zonnetje schijnt.
Ja, dan springen wij blij door het veld, door de wei.
Ja, dan springen wij blij, want de regen is voorbij.