't Is herfst in het land van de koning, de oogst wordt al binnen gehaald.
Het is de tijd voor een offer, een offer voor een draak.
Bibliotheek
Liederen voor de fluitles
Houding
Luisteren
Toonladders
Vingers
Niveau speelstukken
Repertoire voor schoolorkest
Lied • Sint Joris en Michaël
1.
2.
Een offer wordt er gevonden, een offer voor de draak.
De koningsdochter is moedig, 't is zij, die haar lot aanvaardt.
De koningsdochter is moedig, 't is zij, die haar lot aanvaardt.
3.
De mensen lopen gebogen, zwaarmoedig door dit bericht.
De koningsdochter geofferd, dat is een te zwaar bericht.
De koningsdochter geofferd, dat is een te zwaar bericht.
4.
Sint Joris slaapt in de herberg, een droom valt over hem heen.
Hij zal de draak bedwingen in heftige strijd, heel alleen.
Hij zal de draak bedwingen in heftige strijd, heel alleen.
5.
't Is Michaël, die hem de kracht geeft, de kracht van een sterrenzwaard.
Het goede is sterker dan 't kwade, dat is ons allen wat waard.
Het goede is sterker dan 't kwade, dat is ons allen wat waard.
Lied • Zie hier ridder Joris rijden
1.
Zie hier ridder Joris rijden door de bossen, over weiden,
hij wil helpen en moedig strijden, mensen van ’t kwaad bevrijden.
hij wil helpen en moedig strijden, mensen van ’t kwaad bevrijden.
2.
’s Konings dochter ziet hem komen in de verte bij de bomen,
roept: "Gij moet snel henen gaan, de draak zal spoedig komen!"
roept: "Gij moet snel henen gaan, de draak zal spoedig komen!"
3.
Joris echter komt naar voren, hij wil van geen wijken horen.
Als de draak uit het water komt, geeft hij zijn paard de sporen.
Als de draak uit het water komt, geeft hij zijn paard de sporen.
4.
Strijdend met zijn sterke speer, tegen ’t monster uit het meer,
met Gods hulp kan hij overwinnen, slaat hij de draak nu neer.
met Gods hulp kan hij overwinnen, slaat hij de draak nu neer.
Lied • In the name of the Lord we're riding
In the name of the Lord we’re riding here, to Saint Michael we’re striving here
Lied • Sint-Jorislied (1)
1.
Sint Joris, hij is een moedig man.
Waar gaat zijn rit wel heen? Naar de prinses alleen!
Waar gaat zijn rit wel heen? Naar de prinses alleen!
2.
Sint Joris, hij is een moedig man.
Hij steekt de draak terneer, bevrijdt het prinsesje teer.
Hij steekt de draak terneer, bevrijdt het prinsesje teer.
1.
Sint Michaël heeft er een klooster gebouwd al op een berg in de zee.
De pelgrims van heind' en van verre verlaten hun land en hun steê.
De pelgrims van heind' en van verre verlaten hun land en hun steê.
2.
En toen hij het bouwen had volbracht, toen lei hij zich neder en sliep.
Totdat hem een stem uit de hemel ten tweede, ten derde maal riep:
Totdat hem een stem uit de hemel ten tweede, ten derde maal riep:
3.
"Sta op, sta op, Sint Michaël, reeds is het de hoogste tijd!
Je denkt niet aan de pelgrims in 't vreemde land strijden z'hun strijd."
Je denkt niet aan de pelgrims in 't vreemde land strijden z'hun strijd."
4.
"Daar hoef ik ook niet aan te denken, die zijn er zo fris en gezond.
Die komen met droge voeten wel aan op behouden grond."
Die komen met droge voeten wel aan op behouden grond."
5.
Een scheepje met schitt'rende lansen, daar nadert het, licht, onbevreesd.
Daarin was God de Vader, Gods Zoon, God de Heilige Geest.
Daarin was God de Vader, Gods Zoon, God de Heilige Geest.
6.
Sint Michaël zie ik als stuurman staan, veel engelen zweven er aan.
Waar 't kruis staat zijn zij gevaren, toen bleven zij allen daar staan.
Waar 't kruis staat zijn zij gevaren, toen bleven zij allen daar staan.
Lied • Als ik aan mijn werk wil gaan
1.
Als ik aan mijn werk wil gaan, Sint Michaël zie ik daar staan,
die mij tonen wil en wijzen waar ik moet beginnen met hamer en met ijzer.
die mij tonen wil en wijzen waar ik moet beginnen met hamer en met ijzer.
2.
Zien wij gouden zonnebaan, Sint Michaël zien wij daar gaan.
Met zijn lichtend sterrenzwaard trekt de hemelridder rond om de aard'.
om de aarde
Met zijn lichtend sterrenzwaard trekt de hemelridder rond om de aard'.
om de aarde
3.
Met dit zwaard en kruis gelijk, doorklieft hij 't aardkristallen rijk.
Deze schatten delven wij, Sint Michaël, sta ons terzij!
Deze schatten delven wij, Sint Michaël, sta ons terzij!
Lied • Baruch in de vijfde hemel
Voor de poorten van de hemel heeft n engel mij gevoerd, een engel
en ik hoorde dreunend dond’ren en mijn hart was zeer ontroerd.
Daar stond Michaël, in zijn handen was de grote blauwe schaal,
en de eng’len leegden korven vol met bloemen allemaal.
Goede daden, liefde woorden, moedig denken, sterk gebed,
worden allen door de eng’len tot een wonder omgezet.
en ik hoorde dreunend dond’ren en mijn hart was zeer ontroerd.
Daar stond Michaël, in zijn handen was de grote blauwe schaal,
en de eng’len leegden korven vol met bloemen allemaal.
Goede daden, liefde woorden, moedig denken, sterk gebed,
worden allen door de eng’len tot een wonder omgezet.
Lied • Maggon, the bad-tempered dragon
1.
Once there was a dragon, a bad-tempered dragon,
Maggon the Dragon was his name.
Lived inside a cavern on top of a mountain;
People could see his smoke and flames.
Maggon the Dragon was his name.
Lived inside a cavern on top of a mountain;
People could see his smoke and flames.
Maggon the Dragon, the bad-tempered dragon,
Liked eating cows and bulls and sheep.
And all through the daytime he had such a gay time,
but when nighttime came, couldn't sleep.
Liked eating cows and bulls and sheep.
And all through the daytime he had such a gay time,
but when nighttime came, couldn't sleep.
2.
Spiky back and long tail, a body of green scales,
Maggon had such an appetite.
And when he felt hungry he roared down the valley,
swallowed the cattle with one bite.
Maggon had such an appetite.
And when he felt hungry he roared down the valley,
swallowed the cattle with one bite.
Maggon the Dragon, the bad-tempered dragon,
Liked eating cows and bulls and sheep.
And all through the daytime he had such a gay time,
but when nighttime came, couldn't sleep.
Liked eating cows and bulls and sheep.
And all through the daytime he had such a gay time,
but when nighttime came, couldn't sleep.
Lied • Himmlisch im Streite, Michael (1)
Himmlisch im Streite, Michael, bleib’ du zur Seite meiner Seel, bleibe du
dass ich auf Erden tüchtig kann werden, Dunk’les besiege, durch (mit) meine Liebe.
dass ich auf Erden tüchtig kann werden, Dunk’les besiege, durch (mit) meine Liebe.
Lied • Saint Michel (1)
Saint Michel, toi qui veilles sur l’échelle de tous les anges
qui nous chantent les plus louanges,
avec les yeux rayonnant du Seigneur Dieu.
qui nous chantent les plus louanges,
avec les yeux rayonnant du Seigneur Dieu.
Lied • Sint Jorislied (2) | speelstuk
Lied • Erntedank
1.
Bunte Früchte, gold'nes Korn sind der Sonne Gaben, die aus ihrem Lebensbrunn' wir gewonnen haben.
2.
Danket d'rum mit Jubelklang auch der Mutter Erde,
die im Schloss die Körnlein lang keimen ließ und werden.
die im Schloss die Körnlein lang keimen ließ und werden.
Lied • Sint Joris was een dapp're held
Sint Joris was een dapp’re held, Sint Michaël.
De boze draak heeft hij geveld.
Help ons te strijden, van ’t kwaad ons bevrijden, Sint Michaël.
De boze draak heeft hij geveld.
Help ons te strijden, van ’t kwaad ons bevrijden, Sint Michaël.
Lied • Zo vangen wij nu te zingen aan
1.
Zo vangen wij nu te zingen aan, Kyrie eleison,
Sint Michaël zal bij ons staan, Kyrie eleison.
Sint Michaël zal bij ons staan, Kyrie eleison.
2.
Een sterrenregen valt op aard, Kyrie eleison,
vandaar nu komt het sterrenzwaard, Kyrie eleison.
vandaar nu komt het sterrenzwaard, Kyrie eleison.
3.
Sint Joris neemt het sterrenzwaard, Kyrie eleison,
zo wordt verlicht de donk’re aard, Kyrie eleison.
zo wordt verlicht de donk’re aard, Kyrie eleison.
4.
Sint Joris heeft de draak gedood, Kyrie eleison,
nu is de vreugde alzo groot, Kyrie eleison.
nu is de vreugde alzo groot, Kyrie eleison.
5.
Nu moeten wij weer naar huis toe gaan, Kyrie eleison,
het spel van Joris is gedaan, Kyrie eleison.
het spel van Joris is gedaan, Kyrie eleison.
Lied • Ridder Joris komt eraan
1.
Ridder Joris komt eraan, kan de boze draak verslaan.
Met zijn ijzersterke zwaard, stoot hij nu de draak ter aard’.
Met zijn ijzersterke zwaard, stoot hij nu de draak ter aard’.
2.
Ridder Joris rijdt te paard, komt eraan met reuze vaart.
Hij komt helpen in de nood, hij is machtig, sterk en groot.
Hij komt helpen in de nood, hij is machtig, sterk en groot.
Lied • Sankt Michael hat sich gebauet
1.
Sankt Michael hat sich gebauet auf einem gar hohen Berg,
gebauet ein schönes Kloster, das war aller ehrenwert.
gebauet ein schönes Kloster, das war aller ehrenwert.
2.
Und als er das Kloster fertig, da legt er sich d'rein und schlief.
Er schlief allda so lange bis man ihn zum Beten rief.
Er schlief allda so lange bis man ihn zum Beten rief.
3.
"Steh' auf, du heiliger Michael, es ist schon an der Zeit!
Du denkst nicht an die Pilgrim, die fern aus Deutschland sind."
Du denkst nicht an die Pilgrim, die fern aus Deutschland sind."
4.
"Was brauch' ich daran zu denken, die sind ja frisch und gesund.
Die kommen mit trockenen Füßen wohl durch den Meeresgrund."
Die kommen mit trockenen Füßen wohl durch den Meeresgrund."
5.
Es kam ein Schifflein geschwommen, d'rin es von Lanzen gleißt.
Dazwischen saß Gott der Vater, der Sohn und Heilige Geist.
Dazwischen saß Gott der Vater, der Sohn und Heilige Geist.
6.
Maria lenkte das Ruder, Gottes Engel folgten ihr nach.
Bis an das heilige Kreuze, da blieb sie stille stahn.
Bis an das heilige Kreuze, da blieb sie stille stahn.
Lied • Michaël! Wij rijden te paard
Michaël! Michaël! Wij rijden te paard in volle vaart met Michaël.
Michaël! Michaël! De wolken voorbij, in vrolijke rij, met Michaël.
Michaël! Michaël! De wolken voorbij, in vrolijke rij, met Michaël.
Lied • Komt, heffen wij allen een loflied aan!
1.
Komt, heffen wij allen een loflied aan, Kyrie 'leison,
op ridder Joris, de heil’ge man, Kyrie 'leison!
op ridder Joris, de heil’ge man, Kyrie 'leison!
2.
De koningsdochter is in nood, Kyrie 'leison,
het lot veroordeel haar ter dood, Kyrie-'leison.
het lot veroordeel haar ter dood, Kyrie-'leison.
3.
Zij staat aan 't strand geheel alleen, Kyrie 'leison,
en knielt, God smekend, op een steen, Kyrie 'leison.
en knielt, God smekend, op een steen, Kyrie 'leison.
4.
Maar daar komt ridder Joris aan, Kyrie 'leison.
"Ach, jonkvrouw wat is u misdaan?" Kyrie 'leison.
"Ach, jonkvrouw wat is u misdaan?" Kyrie 'leison.
5.
"Geofferd word ik, het wilde dier, Kyrie 'leison,
dat zal mij straks verslinden hier," Kyrie 'leison.
dat zal mij straks verslinden hier," Kyrie 'leison.
6.
"Dan wil ik voor u blijven staan, Kyrie 'leison,
en met Gods hulp de draak verslaan," Kyrie 'leison.
en met Gods hulp de draak verslaan," Kyrie 'leison.
7.
Gekomen is het bange uur, Kyrie 'leison,
de draak brult luid, zijn muil spuwt vuur, Kyrie 'leison.
de draak brult luid, zijn muil spuwt vuur, Kyrie 'leison.
8.
Sint Joris heft zijn blinkend zwaard, Kyrie 'leison,
en steekt met kracht de draak ter aard, Kyrie 'leison.
en steekt met kracht de draak ter aard, Kyrie 'leison.
9.
Hij brengt de jonkvrouw veilig thuis, Kyrie 'leison,
en sticht als dank voor God een huis, Kyrie 'leison.
en sticht als dank voor God een huis, Kyrie 'leison.
Lied • Gezegend zij de held (1)
1.
Gezegend zij de held, die ’t goddeloos geweld
en zijn magt, en zijn kracht, en zijn standert
ter neder heeft geveld.
en zijn magt, en zijn kracht, en zijn standert
ter neder heeft geveld.
2.
Die God stak naar zijn kroon, is, uit den hoogen troon,
met zijn magt in den nacht neêrgezonken.
Hoe blinkt Gods naam zoo schoon!
met zijn magt in den nacht neêrgezonken.
Hoe blinkt Gods naam zoo schoon!
3.
Al brandt het oproer fel, de dapp're Michaël
weet den brand met zijn hand uit te blusschen;
te straffen dien rebel.
weet den brand met zijn hand uit te blusschen;
te straffen dien rebel.
4.
Hij handhaaft Gods banier; bekranst hem met laurier.
Dit paleis groeit in pais en in vrede;
geen tweedragt hoort men hier.
Dit paleis groeit in pais en in vrede;
geen tweedragt hoort men hier.
5.
Nu zingt de Godheid lof, in 't onverwinbaar hof.
Prijs en eer zij den Heer' aller Heeren!
Hij geeft ons zingens stof.
Prijs en eer zij den Heer' aller Heeren!
Hij geeft ons zingens stof.
Lied • Michaël, hoor je, Michaël?
Lied • Schepper die t al tot leven bracht (1)
1.
Schepper die 't al tot leven bracht,
ontferm U onzer in de nacht
die uit der helle afgrond stijgt,
vol duist're machten ons bedreigt.
ontferm U onzer in de nacht
die uit der helle afgrond stijgt,
vol duist're machten ons bedreigt.
2.
Schenk eer de mensenstem verstomt,
dat nog Uw licht op aarde komt,
Zijn zegen op ons stralen doet,
voor nood en sterven ons behoedt.
dat nog Uw licht op aarde komt,
Zijn zegen op ons stralen doet,
voor nood en sterven ons behoedt.
Lied • Sankt Michael, himmlischer Held
Sankt Michael, himmlischer Held, sende deine Kraft und Stärke,
sende deine Kraft und Stärke in unsere Herzen, in unsere Herzen!
sende deine Kraft und Stärke in unsere Herzen, in unsere Herzen!
1.
Banne die Feigheit, stärke den Mut, tilge die Angst,
gib uns als Schild die Kraft deines Wesen!
gib uns als Schild die Kraft deines Wesen!
Sankt Michael, himmlischer Held, sende deine Kraft und Stärke,
sende deine Kraft und Stärke in unsere Herzen, in unsere Herzen!
sende deine Kraft und Stärke in unsere Herzen, in unsere Herzen!
2.
Hart ist der Kampf, der Zeitensturm brauset mit Wucht
über die Erde, feindlich dem Licht.
über die Erde, feindlich dem Licht.
Sankt Michael, himmlischer Held, sende deine Kraft und Stärke,
sende deine Kraft und Stärke in unsere Herzen, in unsere Herzen!
sende deine Kraft und Stärke in unsere Herzen, in unsere Herzen!
3.
Deine Kämpfer, mutig und treu, wollen wir sein,
du Christusbote, Sankt Michael.
du Christusbote, Sankt Michael.
Sankt Michael, himmlischer Held, sende deine Kraft und Stärke,
sende deine Kraft und Stärke in unsere Herzen, in unsere Herzen!
sende deine Kraft und Stärke in unsere Herzen, in unsere Herzen!
Lied • Een ridder wil ik worden
Een ridder wil ik worden, een strijder sterk en rein.
Het goede op de aarde zal overwinnaar zijn.
Het goede op de aarde zal overwinnaar zijn.
Lied • In Gottes Namen fahren wir
In Gottes Namen fahren wir, zu Sankt Michael wollen wir fahren.
In Godes name rijden wij, naar sint Michaël willen wij rijden.
In Godes name rijden wij, naar sint Michaël willen wij rijden.