Vrouwke ’t is Vastenaovond. Het is Vastenavond
We komen niet thuus voor ’t aovond.
We hebben gezongen en niks gehad.
Snij maar een stuk van ’t verken z’n gat.
van het varken zijn gat
Snij maar diep, snij maar enen dumeling diep!
Bibliotheek
Leeftijdsgroep
Soort lied
Toonreeks
Taal
Jaarfeest
Thema
Liederen voor de fluitles
Houding
Luisteren
Toonladders
Vingers
Niveau speelstukken
Repertoire voor schoolorkest
Lied • Vrouwke, 't is Vastenaovond
Lied • Herfst is in het land gekomen
Herfst is in het land gekomen, regen valt al op de bomen.
Zonlicht kom, zonneschijn, laat de kleuren stralend zijn!
Zonlicht kom, zonneschijn, laat de kleuren stralend zijn!
Lied • Zeg, schoenmaker!
1.
Zeg, schoenmaker, zeg, schoenmaker, wil jij wat voor mij doen?
Zeg, schoenmaker, zeg, schoenmaker, maak eens een mooie schoen!
Zie hier mijn voeten, die schoenen krijgen moeten.
Zeg, schoenmaker, zeg, schoenmaker, wil jij dat voor mij doen?
Zeg, schoenmaker, zeg, schoenmaker, maak eens een mooie schoen!
Zie hier mijn voeten, die schoenen krijgen moeten.
Zeg, schoenmaker, zeg, schoenmaker, wil jij dat voor mij doen?
2.
Zeg, timmerman, zeg, timmerman, wat timmer jij vandaag?
Zeg, timmerman, zeg, timmerman, ik timmer ook zo graag!
Mag ik het leren, de hamer te hanteren?
Zeg, timmerman, zeg, timmerman, ik leer het nog vandaag!
Zeg, timmerman, zeg, timmerman, ik timmer ook zo graag!
Mag ik het leren, de hamer te hanteren?
Zeg, timmerman, zeg, timmerman, ik leer het nog vandaag!
3.
Klein snijdertje, klein snijdertje, wat naai jij aan elkaar?
Klein snijdertje, klein snijdertje, ben jij al bijna klaar?
Hemden en broeken, en mooie omslagdoeken.
Zeg, snijdertje, klein snijdertje, ben jij al bijna klaar?
Klein snijdertje, klein snijdertje, ben jij al bijna klaar?
Hemden en broeken, en mooie omslagdoeken.
Zeg, snijdertje, klein snijdertje, ben jij al bijna klaar?
4.
Jan-spring-in't-veld, Jan-spring-in't-veld, wat dans je in het rond?
Jan-spring-in't-veld, Jan-spring-in't-veld, wat stamp je op de grond?
Dansen en springen, lachen en zingen.
Jan-spring-in't-veld, Jan-spring-in't-veld, zo blijven wij gezond!
Jan-spring-in't-veld, Jan-spring-in't-veld, wat stamp je op de grond?
Dansen en springen, lachen en zingen.
Jan-spring-in't-veld, Jan-spring-in't-veld, zo blijven wij gezond!
Lied • Mary had a little lamb
1.
Mary had a little lamb, little lamb, little lamb.
Mary had a little lamb, its fleece was white as snow.
Mary had a little lamb, its fleece was white as snow.
2.
Everywhere that Mary went, Mary went, Mary went.
Everywhere that Mary went, the lamb was sure to go.
Everywhere that Mary went, the lamb was sure to go.
3.
It followed her to school one day, school one day, school one day.
It followed her to school one day, which was against the rules.
It followed her to school one day, which was against the rules.
4.
It made the children laugh and play, laugh and play, laugh and play.
It made the children laugh and play, to see a lamb at school.
It made the children laugh and play, to see a lamb at school.
5.
And so the teacher turned it out, turned it out, turned it out.
And so the teacher turned it out, but still it lingered near.
And so the teacher turned it out, but still it lingered near.
6.
And waited patiently about, patiently about, patiently about.
And waited patiently about, till Mary did appear.
And waited patiently about, till Mary did appear.
7.
"Why does the lamb love Mary so, love Mary so, love Mary so?"
"Why does the lamb love Mary so?" The eager children cry.
"Why does the lamb love Mary so?" The eager children cry.
8.
"Why, Mary loves the lamb, you know, loves the lamb, you know,
loves the lamb, you know?"
"Why, Mary loves the lamb, you know?" The teacher did reply.
loves the lamb, you know?"
"Why, Mary loves the lamb, you know?" The teacher did reply.
Lied • Xiao yin chuan
Yue er wan wan xiang yi tiao chuan gua tian shang,
chuan guo xing xing ta yi ran qing ying piao dang.
Yang fan xiang zhe xi fang hang,
jia xiao xiao yin chuan duo an xiang.
chuan guo xing xing ta yi ran qing ying piao dang.
Yang fan xiang zhe xi fang hang,
jia xiao xiao yin chuan duo an xiang.
Lied • Pieter Pater
Pieter Pater viel in 't water. Pieter Puit kwam met zijn schuit en haalde Pieter Pater 't water uit.
Lied • Gowtu'e bari (1)
Gowtu'e bari, pengelenge, pangalanga. 2x Gowt' man kmop' a busi tidé. Gowtu'e bari, pengelenge, pangalanga
Lied • De weerwolf (1)
Lopen, lopen, lopen, de weerwolf komt je kopen!
De weerwolf komt je halen, dat zullen we hem betalen!
We pakken hem bij z’n zwarte kop, we pakken hem bij z’n poten op,
we sluiten hem in de toren op met zeven ijzeren sloten!
De weerwolf komt je halen, dat zullen we hem betalen!
We pakken hem bij z’n zwarte kop, we pakken hem bij z’n poten op,
we sluiten hem in de toren op met zeven ijzeren sloten!
Lied • Zie je daar die Piet met de zware zak?
Zie je Zwarte Piet met de zware zak? Zwart zijn z'n handen, wit zijn z'n tanden,
zwart is z'n toet, en paars is z'n hoed.
zwart is z'n toet, en paars is z'n hoed.
Lied • Bim-bam-beieren
Bim-bam-beieren, de koster lust geen eieren.
Wat lust hij dan? Spek in de pan! Wat een lekkere koster dan!
Wat lust hij dan? Spek in de pan! Wat een lekkere koster dan!
Lied • Stratenmaker
Klop-klop-klop-klop, zand nu opzij. Leg nu de stenen, hamer de stenen, rij na rij, de straat is weer vrij. Klop klop klop klop
Lied • Als de regen verdwijnt
Als de regen verdwijnt gaat ’t zonnetje pralen met heldere stralen
met haar warmte en licht met 'n vrolijk gezicht
met haar warmte en licht met 'n vrolijk gezicht
Lied • Aan de beschermengel
Engel van mij, blijf steeds bij mij!
Dag en nacht, vroeg en laat,
tot gij met mij naar de hemel toe gaat, mm, mm.
Engel van mij, blijf steeds bij mij!
Dag en nacht, vroeg en laat,
tot gij met mij naar de hemel toe gaat, mm, mm.
Engel van mij, blijf steeds bij mij!
Lied • Van 't hemelhoge wolkpaleis
1.
Van 't hemelhoge wolkpaleis, gaat Nicolaas nu weer op reis.
Al op zijn schimmel daalt hij neer, zijn rode mantel wappert zeer.
Al op zijn schimmel daalt hij neer, zijn rode mantel wappert zeer.
2.
De haasjes op de heide, spitsen hun oortjes beide.
Het hert met zijn gewei, springt licht en vlug voorbij.
Het hert met zijn gewei, springt licht en vlug voorbij.
3.
En alle dieren groot en klein, die komen snel tevoorschijn.
En buigen zich ter aard' voor de ruiter op zijn paard.
En buigen zich ter aard' voor de ruiter op zijn paard.
4.
Maar wij, wij willen leren om Nicolaas te eren:
een lied van sterrenschijn; 't zal voor Sint-Niklaas zijn.
een lied van sterrenschijn; 't zal voor Sint-Niklaas zijn.
Lied • Orléans (1)
1.
Orléans, Beaugency, Notre Dâme de Cléry, Vendôme, Vendôme.
2.
Bim-bom-bam, klokken van Haarlem, Amsterdam en Arnemuiden, die luiden.
Lied • Slinger-de-slang
Slinger-de-slang, wat ben jij lang
en de slangenpoort gouden poort gaat open.
Kruip maar door, tiereliereloor,
tierelierelier en jij blijft hier.
en de slangenpoort gouden poort gaat open.
Kruip maar door, tiereliereloor,
tierelierelier en jij blijft hier.
Lied • Schutzengel mein
Schutzengel mein, behüt’ mich fein, Tag und Nacht,
früh und spät, bis meine Seele zum Himmel eingeht,
Schutzengel mein behüte mich fein.
früh und spät, bis meine Seele zum Himmel eingeht,
Schutzengel mein behüte mich fein.
Lied • Lieve regen, ga weg!
Lieve regen ga weg! Lieve zon, kom weer omme,
met mooi blauwe hemel, met de vogeltjes vlug,kom zon, weer terug!
met mooi blauwe hemel, met de vogeltjes vlug,kom zon, weer terug!
Lied • Kleine, witte vlokjes
Kleine witte vlokjes dwarr’len in ’t rond,
maken saâm een deken op de koude grond.
Dekken zacht de planten toe, tot de lente komt,
zaden wachten op de zon, heel diep in de grond.
maken saâm een deken op de koude grond.
Dekken zacht de planten toe, tot de lente komt,
zaden wachten op de zon, heel diep in de grond.
Lied • Mieke, hou je vast! (2)
1.
Mieke hou je vast aan de takken van de bomen!
Mieke hou je vast aan de touwen van de mast! Hou vast!
Mieke hou je vast aan de touwen van de mast! Hou vast!
2.
Mieke, maak je los van de takken van de bomen!
Mieke, maak je los van de takken van het bos!
Maak je los!
Mieke, maak je los van de takken van het bos!
Maak je los!
3.
Mieke, als je valt, dan val je in het water.
Mieke, als je valt, dan val je in het nat.
Als je valt!
Mieke, als je valt, dan val je in het nat.
Als je valt!
Lied • Klein, klein lammetje
Klein lammetje, buiten in de wei, je huppelt zo vrij en blij.
Je springt heel hoog, je springt in ’t rond en gaat dan liggen op de grond.
Straks ben je moe en wordt het nacht, dan kruip je tegen moeders vacht.
Je springt heel hoog, je springt in ’t rond en gaat dan liggen op de grond.
Straks ben je moe en wordt het nacht, dan kruip je tegen moeders vacht.
Lied • De krokus
Wie kijkt daar vrolijk door het gras alsof het nu al lente was?
Het zet zijn witte mutsje af en zegt ons vriendelijk goedendag.
Paars, oranje, geel, wie weet hoe ik heet?
Het zet zijn witte mutsje af en zegt ons vriendelijk goedendag.
Paars, oranje, geel, wie weet hoe ik heet?
Lied • Palm-palmmaandag
1.
Pallem-Pallemmaandag, de boer die in het graan lag.
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
2.
Pallem-Pallemdinsdag, de boer die in de linzen lag.
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
3.
Pallem-Pallemwoensdag, de boer die met een 'boems' lag.
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
4.
Pallem-Pallemdonderdag, de boer die in 't vooronder lag.
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
5.
Pallem-Pallemvrijdag, de boer die in de brij lag.
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
6.
Pallem-Pallemzaterdag, de boer die in 't water lag.
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
7.
Pallem-Pallemzondag, de boer die in de zon lag.
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
8.
Schilderij aan stukken, wat een ongelukken!
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
9.
Maar er is een timmerman, die dit alles maken kan!
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
Ik erbij en jij erbij, is dat niet een mooi schilderij?
Lied • Hoedje op de zon
