Kip, kap, kogel, 'k heb een mooie vogel,
een vogel met een lange staart, die is wel een centje waard.
Bibliotheek
Liederen voor de fluitles
Houding
Luisteren
Toonladders
Vingers
Niveau speelstukken
Repertoire voor schoolorkest
Lied • Kip, kap, kogel
Lied • Lantarentje, lantarentje
1.
Lantarentje, Lantarentje
verlicht de donk’re nacht.
Sint Maarten Sint Maarten
Sint Maarten houdt de wacht.
Wij lopen in een lange rij
en zingen saâm een lied daarbij.
Sint Maarten Sint Maarten
Sint Maarten vieren wij.
verlicht de donk’re nacht.
Sint Maarten Sint Maarten
Sint Maarten houdt de wacht.
Wij lopen in een lange rij
en zingen saâm een lied daarbij.
Sint Maarten Sint Maarten
Sint Maarten vieren wij.
2.
Veel sterretjes, veel sterretjes
en ook de lieve maan,
die zien wij, die zien wij
hoog aan de hemel staan.
Wij lopen in een lange rij
en zingen saâm een lied daarbij.
Sint Maarten, Sint Maarten,
Sint Maarten vieren wij.
en ook de lieve maan,
die zien wij, die zien wij
hoog aan de hemel staan.
Wij lopen in een lange rij
en zingen saâm een lied daarbij.
Sint Maarten, Sint Maarten,
Sint Maarten vieren wij.
Lied • Met mijn lichtje in het donker
Met mijn lichtje in het donker loop ik zingend in het rond.
Hemel vol met stergeflonker en mijn straaltjes op de grond.
Hemel vol met stergeflonker en mijn straaltjes op de grond.
Lied • Lampionnetje (2)
Lampionnetje, schijn maar in de donk’re nacht! donkere nacht
Als een zonnetje; licht heeft steeds geluk gebracht!
Als een zonnetje; licht heeft steeds geluk gebracht!
Lied • Lantaren, lantaren (1)
Lantaren, lantaren, zon en de maan en de sterren.
Straal op mijn licht, straal op mijn licht,
straal op mijn lieve lantaren!
Straal op mijn licht, straal op mijn licht,
straal op mijn lieve lantaren!
Lied • Sinte Maarten had een mantel aan
Sinte Maarten had een mantel aan en daar zat een gouden kantel aan,
hij was gevoerd met wit satijn. Het zal morgen Sinte Maarten zijn.
hij was gevoerd met wit satijn. Het zal morgen Sinte Maarten zijn.
Lied • Ik maak een lampje
Ik maak een lampje, o, zo mooi, Sint Maartenslampje, o, zo mooi!
Dat laat ik schijnen, o, zo zacht, dat straalt zo licht in donk’re nacht.
Dan ga ik zoeken een arme man, ik zoek of ik hem vinden kan,
dan wil ik hem wat geven, ja, ik wil hem wat geven!
Dat laat ik schijnen, o, zo zacht, dat straalt zo licht in donk’re nacht.
Dan ga ik zoeken een arme man, ik zoek of ik hem vinden kan,
dan wil ik hem wat geven, ja, ik wil hem wat geven!
Lied • Sint Martinus, bisschop (1)
Sint Martinus, bisschop, met z'n hoge hoed op.
Met z'n lange slipjas aan, daar komt Sint Martinus aan!
Met z'n lange slipjas aan, daar komt Sint Martinus aan!
Lied • Met mijn lampje door de straat
Met mijn lampje door de straat, loop ik hier nog 's avonds laat.
Ik vraag aan u: "Geef wat aan mij, dan loop ik snel uw huis voorbij!"
Ik vraag aan u: "Geef wat aan mij, dan loop ik snel uw huis voorbij!"
Lied • Martinslied (1)
1.
Martin, Martin, Martin war ein frommer Mann. Zündet ihm die Lichter an, dass er droben sehen kann, was er unten hat getan.
2.
Martin, Martin, Martin war ein lieber Mann. Stimmt ihm frohe Lieder an, dass er droben hören kann, was er unten hat getan.
Lied • Toen Martinus jongen was
1.
Martinus jongen was, streed hij voor de koning.
Jarenlang was hij soldaat, veel geld was zijn beloning.
Jarenlang was hij soldaat, veel geld was zijn beloning.
2.
Martinus tot de koning sprak: "Niet langer wil ik strijden,
de wapens geef ik u terug, een ander zal mij leiden."
de wapens geef ik u terug, een ander zal mij leiden."
3.
"Wie mag dan wel die ander zijn, die mijn wil kan trotseren?"
"Christus, die het voorbeeld gaf, die kan ons vrede leren."
"Christus, die het voorbeeld gaf, die kan ons vrede leren."
Lied • Martinus, waar ga je heen?
Martinus, Martinus, waar ga je heen? Martinus, Martinus, nu ben je alleen.
Zie de arme mensen aan, zie ze bij de stadspoort staan.
Martinus, Martinus, waar ga je heen?
Zie de arme mensen aan, zie ze bij de stadspoort staan.
Martinus, Martinus, waar ga je heen?
Ach, de donk're nacht, de herfstnacht,
als geen sterren flonkeren door de wolken van de nacht.
In die donkere nacht, die herfstnacht,
glanst een ster van Sint Maarten,
glanst een kleine lantaren in de nacht.
als geen sterren flonkeren door de wolken van de nacht.
In die donkere nacht, die herfstnacht,
glanst een ster van Sint Maarten,
glanst een kleine lantaren in de nacht.
Lied • Sinte Maarten, 'k heb 't zo koud!
Sinte Maarten, ’k heb ’t zo koud! Geef me ’n turfje of wat hout.
Geef me ’n half centje, dan ben je m’n beste ventje.
Geef me ’n appel of een peer, dan kom ik het hele jaar niet meer.
Geef me ’n half centje, dan ben je m’n beste ventje.
Geef me ’n appel of een peer, dan kom ik het hele jaar niet meer.
Lied • Ik loop hier al met mijn lantaren (2) | speelstuk
Lied • Mijn kleine lantaarn
Mijn kleine lantaarn, ik zie jou zo graag,
jij danst door de straten, jij kunt het niet laten.
Mijn kleine lantaarn, ik zie jou zo graag.
jij danst door de straten, jij kunt het niet laten.
Mijn kleine lantaarn, ik zie jou zo graag.
Lied • Sint Maarten reed door weer en wind (3) | speelstuk
Lied • Sinte Maartens keuveltje
Sinte Maartens keuveltje, met je rood, rood reuveltje.
Met je rood, rood rokje aan, daar komt Sinte Maarten aan.
Sinte Maarten 't is zo koud; geef m' een turfje of wat hout.
Geef m' een hallef centje, ben j' een aardig ventje.
Geef m' een appel of een peer, kom 'k het hele jaar niet meer.
Met je rood, rood rokje aan, daar komt Sinte Maarten aan.
Sinte Maarten 't is zo koud; geef m' een turfje of wat hout.
Geef m' een hallef centje, ben j' een aardig ventje.
Geef m' een appel of een peer, kom 'k het hele jaar niet meer.
Lied • Sinte Maarten had een veugeltje (1)
Sinte Maarten had een veugeltje, en het had een gouden keuveltje,
het was gevoerd met wit satijn, en 't zal morgen Sinte Maarten zijn.
het was gevoerd met wit satijn, en 't zal morgen Sinte Maarten zijn.
Lied • Doe je mee?
Doe je mee, ga je mee, langs de deuren voor Sint Maarten door de donk're straat met je lichtje ook al is het laat. En we gaan langs alle mensen bellen er dan vrolijk aan zingen er ons mooiste liedje tot we dan weer verder gaan.
Lied • Martijn, Martijn
Martijn turref in de murref in de maneschijn.
Gooi in de most, gooi in de wijn! Hier woont Sint Martijn.
Martijn had een schaartje, dat wou niet knippen.
Martijn had een mesje, dat wou niet snijden.
Martijn had een touwtje, dat wou niet knopen.
Een zwaard, een zwaard, en laat me lopen!
Gooi in de most, gooi in de wijn! Hier woont Sint Martijn.
Martijn had een schaartje, dat wou niet knippen.
Martijn had een mesje, dat wou niet snijden.
Martijn had een touwtje, dat wou niet knopen.
Een zwaard, een zwaard, en laat me lopen!
Lied • Sinte-Maartensavond (1)
1.
Sinte-Maartensavond, de torre gaat mee naar gent. En als min moeder koeken bakt, 'k zit er zoo geere omtrent. 'k Zitte al in een hoekske, 'k krigge 'en brokke koekse. 'k Zitte al bi den heerd, 'k krigge 'en brokke pannesteert.
2.
Sinte-Maartensavond, mijn toren gaat mee naar Gent. En als mijn moeder koeken bakt, zit ik er lekker omtrent. 'k Zit dan al in een hoekje, 'k krijg dan een stukkend koekje. 'k Zit dan al bij de haard, 'k krijg dan een stukje pannestaart.
Lied • Lantaarntje, lantaarntje (1)
Lantaarntje, lantaarntje, zon en maan en sterretje,
straal op mijn licht, straal op mijn lieve lantaarntje!
straal op mijn licht, straal op mijn lieve lantaarntje!
Lied • Ich geh' mit meiner Laterne
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
1.
Mein Licht ist schön, könnt ihr es seh'n, rabimmel, rabammel, rabumm? 2x
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
2.
Ich trag' mein Licht, ich fürcht' mich nicht, rabimmel, rabammel, rabumm. 2x
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
3.
Der Martinsmann, der zieht voran, rabimmel, rabammel, rabumm. 2x
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
4.
Laternenlicht, verlösch mir nicht, rabimmel, rabammel, rabumm. 2x
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
5.
Wie schön das klingt, wenn jeder singt, rabimmel, rabammel, rabumm! 2x
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
Dort oben leuchten die Sterne und unten da leuchten wir.
Ich geh' mit meiner Laterne und meine Laterne mit mir.
6.
Mein Licht ist aus, ich geh' nach Haus, rabimmel, rabammel, rabumm. 2x