Bibliotheek
Liederen voor de fluitles
Houding
Luisteren
Toonladders
Vingers
Niveau speelstukken
Repertoire voor schoolorkest
Lied • Alles Gut' muss wandern
Lied • Hoe zaait de boer zijn korentje?
1.
Hoe zaait de boer zijn korentje, zijn korentje?
Hoe zaait de boer zijn korentje?
Zó zaait de boer zijn korentje, zijn korentje!
Zó zaait de boer zijn korentje!
Hoe zaait de boer zijn korentje?
Zó zaait de boer zijn korentje, zijn korentje!
Zó zaait de boer zijn korentje!
2.
Hoe maait de boer zijn korentje, …
Zó maait de boer …
Zó maait de boer …
3.
Hoe dorst de boer zijn korentje, …
Zó dorst de boer, …
Zó dorst de boer, …
4.
Hoe bindt de boer zijn korentje, ...
Zó bindt de boer ...
Zó bindt de boer ...
5.
Hoe want de boer zijn korentje, ...
Zó want de boer ...
Zó want de boer ...
6.
Hoe bakt de boer zijn korentje, ...
Zó bakt de boer ...
Zó bakt de boer ...
7.
Hoe eet de boer zijn korentje, ...
Zó eet de boer ...
Zó eet de boer ...
8.
Hoe dankt de boer zijn korentje, ...
Zó dankt de boer ...
Zó dankt de boer ...
Lied • Erntedank
1.
Bunte Früchte, gold'nes Korn sind der Sonne Gaben, die aus ihrem Lebensbrunn' wir gewonnen haben.
2.
Danket d'rum mit Jubelklang auch der Mutter Erde,
die im Schloss die Körnlein lang keimen ließ und werden.
die im Schloss die Körnlein lang keimen ließ und werden.
Lied • Ha'sukkah mah yafah
1.
Cut the wheat, golden wheat,
oh, how beautiful the harvest!
Cut the wheat, golden wheat,
oh, how beautiful it is!
oh, how beautiful the harvest!
Cut the wheat, golden wheat,
oh, how beautiful it is!
2.
Pluck the grapes, purple grapes,
oh, how beautiful the harvest!
Pluck the grapes, purple grapes,
oh, how beautiful they are!
oh, how beautiful the harvest!
Pluck the grapes, purple grapes,
oh, how beautiful they are!
Lied • Appels plukken
Rode appels, gele appels, ’t is een lust voor ’t oog.
Rijp zijn alle, ’k wil ze pakken, maar ze hangen hoog.
Neem dan een kloek besluit, zoek gauw een mooie uit, maak met een lange stok een goeie buit!
Die daar, die lust ik graag, die stop ik in mijn maag. Kom jij maar gauw omlaag!
Rijp zijn alle, ’k wil ze pakken, maar ze hangen hoog.
Neem dan een kloek besluit, zoek gauw een mooie uit, maak met een lange stok een goeie buit!
Die daar, die lust ik graag, die stop ik in mijn maag. Kom jij maar gauw omlaag!
Lied • Usagi, usagi
1.
Usagi, usagi, nani mite haneru,
jugoya otsukisan mite haneru.
jugoya otsukisan mite haneru.
2.
Oh, rabbit on the moon, what are you leaping for?
I shall leap, I shall leap soon at the large full moon!
I shall leap, I shall leap soon at the large full moon!
Lied • Havertje zaaien
Havertje zaaien, korentje maaien.
Linksom, rechtsom, draai je maar eens om!
Linksom, rechtsom, draai je maar eens om!
Lied • Mooie, rode appeltjes, van tiereliereliere
1.
Mooie rode appeltjes, van tiereliereliere,
mooie rode appeltjes, van tierelierelom.
mooie rode appeltjes, van tierelierelom.
2.
Die willen wij gaan plukken, van tiereliereliere,
die willen wij gaan plukken, van tierelierelom.
die willen wij gaan plukken, van tierelierelom.
3.
Dan gaan we 't boompje schudden, van tiereliereliere,
dan gaan we 't boompje schudden, van tierelierelom.
dan gaan we 't boompje schudden, van tierelierelom.
4.
Dan vallen alle appeltjes, van tiereliereliere,
dan vallen alle appeltjes, van tierelierelom.
dan vallen alle appeltjes, van tierelierelom.
5.
Dan rapen we alle appeltjes en doen ze in ons mandje.
Dan rapen we alle appeltjes, van tierelierelom.
Dan rapen we alle appeltjes, van tierelierelom.
Lied • Appeltjes, val maar neer!
1.
Appeltjes, val maar neer!
Het is geen zomer meer.
Het is geen zomer meer.
2.
Pruimpjes, val maar neer! 2x
3.
Peertjes, val maar neer! ...
4.
Kastanjes, val maar neer! ...
5.
Eikeltjes, val maar neer! ...
6.
Bladertjes, val maar neer! ...
7.
Regendruppeltjes, val maar neer! ...
Lied • Wenns Äpfel regnet
1.
Wenns Äpfel regnet, wenn's Birnen schneit,
dann ist im Garten die herrlichste Zeit.
Wenns Nüsse in die Körbe hagelt, ist die schönste Zeit.
dann ist im Garten die herrlichste Zeit.
Wenns Nüsse in die Körbe hagelt, ist die schönste Zeit.
2.
Ein jedes Kindlein, das kommt zur Welt,
ein junges Bäumlein im Garten erhält.
Als wär's ein Vöglein, wird dem Kindlein grün der Tisch bestellt.
ein junges Bäumlein im Garten erhält.
Als wär's ein Vöglein, wird dem Kindlein grün der Tisch bestellt.
Lied • Van groen en geel en rood
1.
Groen appeltje hangt te zonnen,
ze woont in de kruin van een boom.
Daar is ze als bloempje begonnen,
nu droomt ze een appeldroom.
ze woont in de kruin van een boom.
Daar is ze als bloempje begonnen,
nu droomt ze een appeldroom.
2.
Groen appeltje droomt van kleuren,
van groen en van geel en van rood.
Ze voelt, er gaat gauw wat gebeuren,
ze wordt al een beetje groot.
van groen en van geel en van rood.
Ze voelt, er gaat gauw wat gebeuren,
ze wordt al een beetje groot.
3.
Groen appeltje gaat hard groeien,
ze drinkt en ze drinkt uit haar steel.
Haar wangen en voorhoofd gloeien,
haar bovenkant is al geel.
ze drinkt en ze drinkt uit haar steel.
Haar wangen en voorhoofd gloeien,
haar bovenkant is al geel.
4.
Geel appeltje hangt te blozen,
al ronder en rijper en rood.
Zo rood als de roodste rozen,
rood appeltje is nu groot.
al ronder en rijper en rood.
Zo rood als de roodste rozen,
rood appeltje is nu groot.
Lied • Als Körnlein gesät
1.
Als Körnlein gesät, als Ähre gemäht, gedroschen im Takt, gesiebt und gehackt.
2.
Dann hurtig und fein, gemahlen von Stein, geknedet und gut gebräunt an der Glut.
3.
So liegt's blank und frisch, als Brot auf dem Tisch.
Lasst uns, eh' wir es brechen, den Segen erst sprechen!
Lasst uns, eh' wir es brechen, den Segen erst sprechen!
Lied • September brengt een overvloed
Lied • Konopki
Bawilismy sie konopki,
ale ze sa mate snopki,
malo nas, malo nas,
wiec ty jedna chodz do nas!
ale ze sa mate snopki,
malo nas, malo nas,
wiec ty jedna chodz do nas!
Lied • Autumn comes (1)
1.
Autumn comes, the summer is past, winter will come too soon,
stars will shine clearer, skies seem nearer, under the harvest moon. 2x
stars will shine clearer, skies seem nearer, under the harvest moon. 2x
2.
Autumn comes, but let us be glad, singing an autumn tune,
hearts will be lighter, nights be brighter, under the harvest moon. 2x
hearts will be lighter, nights be brighter, under the harvest moon. 2x
Lied • De herfst is geboren
De herfst is geboren,
de velden geschoren,
de appeltjes veilig bewaard.
Wij kennen geen zorgen,
de oogst is geborgen en ’t waard.
en ’t vlammetje vonkt in de haard.
de velden geschoren,
de appeltjes veilig bewaard.
Wij kennen geen zorgen,
de oogst is geborgen en ’t waard.
en ’t vlammetje vonkt in de haard.
Lied • 't Gouden koren
't Gouden koren groeit zo hoog, naar de blauwe hemelboog, aren wiegen in de wind, weldra weer de oogst begint.
Lied • Wieder nach langem Weg
Wieder nach langem Weg schließt sich ein Kreis,
feier’ und danke das Leben.
Ernte die Früchte und singe und weiß:
Ich werd’ sie weiter geben!
feier’ und danke das Leben.
Ernte die Früchte und singe und weiß:
Ich werd’ sie weiter geben!
Lied • Oogst
Appeltjes, glanzend en rond,
vallen en tuimelen over de grond.
Rol niet te ver en verscholen in 't groen,
wil ik je rapen, in 't mandje hier doen.
Eet ik je later, zo glanzend en rond.
appeltjes word ik gezond.
vallen en tuimelen over de grond.
Rol niet te ver en verscholen in 't groen,
wil ik je rapen, in 't mandje hier doen.
Eet ik je later, zo glanzend en rond.
appeltjes word ik gezond.
Lied • We zien het aan de bomen
We zien het aan de bomen alle vruchten komen,
pruimen, appels, peren, die moet je eens proberen.
Eikeltjes en hazelnoten, kastanjes, kleine en ook grote.
Kijk maar naar de bomen, herfst is nu gekomen.
pruimen, appels, peren, die moet je eens proberen.
Eikeltjes en hazelnoten, kastanjes, kleine en ook grote.
Kijk maar naar de bomen, herfst is nu gekomen.
Lied • Mooie, rode appeltjes, tiereliereliere
1.
Mooie rode appeltjes, tiereliereliere,
mooie rode appeltjes, tierelierelom.
mooie rode appeltjes, tierelierelom.
2.
Die willen wij gaan plukken, van tiereliereliere,
die willen wij gaan plukken, van tierelierelom.
die willen wij gaan plukken, van tierelierelom.
3.
Dan gaan we 't boompje schudden, van tiereliereliere,
dan gaan we 't boompje schudden, van tierelierelom.
dan gaan we 't boompje schudden, van tierelierelom.
4.
Daar vallen alle appeltjes, tiereliereliere,
daar vallen alle appeltjes, van tierelierelom.
daar vallen alle appeltjes, van tierelierelom.
5.
We rapen alle appeltjes en doen ze in ons mandje,
we rapen alle appeltjes, van tierelierelom.
we rapen alle appeltjes, van tierelierelom.
6.
We nemen het mandje mee naar school, tiereliereliere,
we nemen het mandje mee naar school, tierelierelom.
we nemen het mandje mee naar school, tierelierelom.
7.
En juffie kookt dan appelmoes, tiereliereliere,
en juffie kookt dan appelmoes, van tierelierelom.
en juffie kookt dan appelmoes, van tierelierelom.
8.
De appelboom zegt: "Dank je wel", tiereliereliere,
de appelboom zegt: "Dank je wel", tierelierelom.
de appelboom zegt: "Dank je wel", tierelierelom.