Bibliotheek
Liederen voor de fluitles
Houding
Luisteren
Toonladders
Vingers
Niveau speelstukken
Repertoire voor schoolorkest
Lied • Laat ons beginnen
Neem je fluit in je linkerhand, links is bij het raam.
Neem de duim van je rechterhand, rechts is bij de muur.
De duim die moet nu steunen, daar mag de fluit op leunen.
Van je du-du-du, van je du-du-du van je du-du-du!
Neem de duim van je rechterhand, rechts is bij de muur.
De duim die moet nu steunen, daar mag de fluit op leunen.
Van je du-du-du, van je du-du-du van je du-du-du!
Lied • Dirk Doedelzak
1.
Daar is Dirk Doedelzak met z'n tom-tidel-didom. Hoor je z'n wijsjes wel? Kom, kinderen, kom!
Hij speelt honderd liedjes, van je hopsa-sa-sa.
En dat toeten en blazen doet niemand hem na.
Hij speelt honderd liedjes, van je hopsa-sa-sa.
En dat toeten en blazen doet niemand hem na.
2.
Daar is Dirk Doedelzak met z'n hum-diedel-didee. Liedjes die ieder kent, zing allemaal mee!
Een liedje van de lente, van de zon en de maan. Als hij klaar is, begint hij van voren af aan.
Een liedje van de lente, van de zon en de maan. Als hij klaar is, begint hij van voren af aan.
Lied • Ik heb een mooie toverfluit
Ik heb een mooie toverfluit; hij ziet er prachtig uit.
En als ik erop fluit dan klinkt er dit geluid.
En als ik erop fluit dan klinkt er dit geluid.
Lied • Als er een rinoceros
1.
Als er een rinoceros eens muziek wil maken.
Hoe zou die alle toetsen op de piano raken?
Rom-pe-tom-pe-tom, rom-pe-tom-pe-tom.
Hoe zou die alle toetsen op de piano raken?
Rom-pe-tom-pe-tom, rom-pe-tom-pe-tom.
2.
Als er ook een olifant op gitaar wil spelen,
zou die dan alle snaren bom! in twee stuken delen?
Rom-pe-tom-pe-tom, rom-pe-tom-pe-tom.
zou die dan alle snaren bom! in twee stuken delen?
Rom-pe-tom-pe-tom, rom-pe-tom-pe-tom.
3.
Speelt het nijlpaard ook weer mee, drums, zo op de trommel?
Nou, daar slaat ie toch mooi doorheen en ik heb de rommel.
Rom-pe-tom-pe-tom, rom-pe-tom-pe-tom.
Nou, daar slaat ie toch mooi doorheen en ik heb de rommel.
Rom-pe-tom-pe-tom, rom-pe-tom-pe-tom.
4.
Komt er nog een mammoet aan, viool in zijn poten,
met zijn slurf strijkt hij de stok, we hebben genoten!
Rom-pe-tom-pe-tom, rom-pe-tom-pe-tom.
met zijn slurf strijkt hij de stok, we hebben genoten!
Rom-pe-tom-pe-tom, rom-pe-tom-pe-tom.
5.
Beesten laat de mensen toch hun muziek opknappen,
jullie zijn veel knapper in stevig stampend stappen.
Rom-pe-tom-pe-tom, rom-pe-tom-pe-tom.
jullie zijn veel knapper in stevig stampend stappen.
Rom-pe-tom-pe-tom, rom-pe-tom-pe-tom.
Lied • Ein Lied soll erklingen
Ein Lied soll erklingen, lasst uns doch singen, lasst uns doch fröhlich sein!
Lied • Do, do, sol
Do, do, sol, la, mi, fa, sol. O, wat vervelend om altijd maar te zingen van do en andere dingen, ik houd het niet meer uit!
Lied • Tam-tam, daar komen muzikanten aan!
Tam-tam, tam tam, daar komen muzikanten aan;
ze lopen keurig in de maat, bij ons in de straat.
ze lopen keurig in de maat, bij ons in de straat.
Lied • Hoor je hoe de fluiten zingen?
Wij maken muziek, wij maken muziek, en .... ..... komt erbij.
Wij maken muziek, wij maken muziek en daar-om zijn wij blij.
Wij maken muziek, wij maken muziek en daar-om zijn wij blij.
Lied • Bommeling, ting-ting
Bommeling, tingting, en ik speel de beiaard op de toren
Bommeling ting ting, en zo laat ik mij van verre horen.
Bommeling ting ting, en zo laat ik mij van verre horen.
Lied • Ut queant laxis (2)
Ut quéant láxis resonáre fíbris, Míra gestórum fámuli tuórum,
Sólve pollúti lábii reátum, Sáncte Ioánnes.
Sólve pollúti lábii reátum, Sáncte Ioánnes.
Lied • Begin en eind
Wij zijn klaar om te beginnen onze fluiten zijn nog binnen
wij klappen zacht wij stampen hard
kom nu maar te voorschijn, fluit, ik bespeel je zacht of luid.
Wij zijn klaar om op te ruimen, onze fluiten zijn nog buiten
ik berg mijn fluit nu snel weer op, hard gewerkt vandaag, ik stop!
wij klappen zacht wij stampen hard
kom nu maar te voorschijn, fluit, ik bespeel je zacht of luid.
Wij zijn klaar om op te ruimen, onze fluiten zijn nog buiten
ik berg mijn fluit nu snel weer op, hard gewerkt vandaag, ik stop!
Lied • Voulez-vous que l'harmonie?
Voulez-vous que l'harmonie accompagne vos accents?
Chantez de ma mélodie deux moitiés en même temps!
Chantez de ma mélodie deux moitiés en même temps!
Lied • Speel op je klarinet!
Speel op je klarinet en op je trompet, op je kleine piccolo! Strijk op je vedel en blaas op je bombardon, ha ha!
Lied • Vi äro musikanter
1.
Vi äro musikanter, allt i från Skaraborg*. 2x
Vi kan spela fio-lio-lio-lej, vi kan spela basfiol och flöjt.
Och vi kan dansa bomfaderalla, bomfaderalla, bomfaderalla,
vi kan dansa bomfaderalla bomfaderalla-lej.
Vi kan spela fio-lio-lio-lej, vi kan spela basfiol och flöjt.
Och vi kan dansa bomfaderalla, bomfaderalla, bomfaderalla,
vi kan dansa bomfaderalla bomfaderalla-lej.
2.
Vi äro musikanter, allt i från Skaraborg*. 2x
Vi kan spela fio-lio-lio-lej, vi kan spela basfiol och flöjt.
Och vi kan dansa andra hållet, andra hållet, andra hållet,
vi kan dansa andra hållet, andra hållet med.
Vi kan spela fio-lio-lio-lej, vi kan spela basfiol och flöjt.
Och vi kan dansa andra hållet, andra hållet, andra hållet,
vi kan dansa andra hållet, andra hållet med.
Lied • Muzikantje (1)
Klein, klein mannetje, wat kun jij spelen? Ik kan spelen op mijn torm, ik kan spelen op mijn fluit, ik kan spelen op mijn viool, ik kan spelen op mijn trompet.
Rommeldebom, zo doet mijn trom, rommeldebommel de rommeldebom. Fluiterdefluit zo doet mijn fluit
Viedel de viedel zo doet mijn viool, Viedel de viedel zo doet mijn viool, tetteretet, zo doet mijn trompet. tetteretet.
Rommeldebom, zo doet mijn trom, rommeldebommel de rommeldebom. Fluiterdefluit zo doet mijn fluit
Viedel de viedel zo doet mijn viool, Viedel de viedel zo doet mijn viool, tetteretet, zo doet mijn trompet. tetteretet.
Lied • Pandur andandori
Pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri, pan - dur an - dan - do -
Pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri, pan - dur an - dan - do -
Pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri, pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri,
pan - dur an - dan - do - ri. Pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri,
pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri, pan - dur an - dan - do -
Pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri, pan - dur an - dan - do -
Pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri, pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri,
pan - dur an - dan - do - ri. Pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri,
pan - dur, pan - dur an - dan - do - ri, pan - dur an - dan - do -
Lied • Muzikantje (2)
Muzikantje, speel eens op je fluitje, trommel, gitaartje, zing voor ons een liedje, speel zing eens wat voor mij ons.
Lied • Tanzpaar
1.
Kommt und lasst uns fröhlich sein lasst uns munter singen
dass im klaren Sonnenschein uns´re Liedlein klingen.
Du und ich, wir sind schon hier drehen uns in Kreise
ganz vergnüglich tanzen wir nach der frohen Weise.
dass im klaren Sonnenschein uns´re Liedlein klingen.
Du und ich, wir sind schon hier drehen uns in Kreise
ganz vergnüglich tanzen wir nach der frohen Weise.
2.
Kom en laten wij vrolijk zijn zingen helder en rein,
mooie liedjes want het is fijn in de stralende zonneschijn.
Jij en ik, we zijn zo blij jongetje en meisje heel gezellig dansen wij op een vrolijk wijsje
mooie liedjes want het is fijn in de stralende zonneschijn.
Jij en ik, we zijn zo blij jongetje en meisje heel gezellig dansen wij op een vrolijk wijsje
Lied • Musikantenkanon
Falalalala, la-la-la-la, la la, musica artium suprema est.
Hundertfach geschwungen, gehüpft, wie gesprungen,
jeder Ton ein Fest! Fa la la la la.
Munter, Kunterbunter, Kontrapunkt, doch aah,
die Einigkeit ist doch da, die harmonia, die Harmonie, ja!
Hundertfach geschwungen, gehüpft, wie gesprungen,
jeder Ton ein Fest! Fa la la la la.
Munter, Kunterbunter, Kontrapunkt, doch aah,
die Einigkeit ist doch da, die harmonia, die Harmonie, ja!
Lied • Dingedong in het duister
Dingdong dingedong klinkt het uit het duister.
Ding dong dinge dong, wees maar stil en luister!
Ding dong dinge dong, wees maar stil en luister!
Lied • Het bruidspaar Do-re-mi
Oom Nol Mi-fa-sol gaat trouwen met tante Do-re-mi. 't Is dwaas en dol, de krant staat vol van het bruidspaar Do-re-mi-fa-sol. Dag tante Daatje en dag oom Nol.
Lied • Met trommel en trompet (1)
Met trommel en trompet gaan wij een eind marcheren. En wie dat nog niet kan die moet dan dan maar leren rommerdebom, zó gaat
de grote trom!
Rettet, retteketet, zó gaat
de schuiftrom pet!
de grote trom!
Rettet, retteketet, zó gaat
de schuiftrom pet!