Bibliotheek
Leeftijdsgroep
Soort lied
Toonreeks
Begeleiding
Taal
Jaarfeest
Seizoen
Thema
Bezetting
Liederen voor de fluitles
Niveau speelstukken
Repertoire voor schoolorkest
Oefening • Enkelvoudig, meervoudig
Speel de toonladder vloeiend maar wel gearticuleerd, elke toon wordt één keer gespeeld, ook de bovenste toon. Speel daarna de tonen afwisselend enkel en dubbel. Je kunt de klas in twee groepen verde...
Oefening • G-toonladder
Omdat we de toonladders steeds spelen binnen het eerste octaaf van de fluit (dus zonder overblaastonen) is het aantal toonladders dat gespeeld kan worden heel beperkt. Maar de toonladder van G (op de ...
Oefening • Looproute horen
De leerkracht of een leerling speelt een lied op de fluit, terwijl hij een route door de klas loopt. De andere leerlingen luisteren met hun ogen dicht. Als het lied uit is worden de ogen geopend, en w...
Oefening • Welke rij speelt?
De leerlingen spelen een bekend lied op de fluit. De leerkracht wijst aan welke rij speelt, terwijl de anderen stil zijn. Eén leerling staat ook voor de klas, met de ogen dicht, en wijst aan welke ri...
Oefening • Welk tempo?
Een leerling in de klas telt af tot vier: 1-2-3-4. In dat tempo gaat de klas een toonladder spelen. Aan de gelijkheid van de tweede toon van de toonladder is goed te horen of alle leerlingen hetzelfde...
Oefening • Legato, portato en staccato
Om de begrippen legato, portato en staccato te leren én uit te voeren op de fluit, kunnen luisteroefeningen gedaan worden. Speel een korte melodie voor, en varieer tussen tonen die heel kort gespeeld...
Oefening • Fluit op zijn plek
Met deze oefening train je de leerlingen om te wennen aan het in positie brengen van de fluit: de juiste hand boven, de vingers op de gaten, het mondstuk boven bij de mond. Geef de leerlingen commando...
Oefening • Klapvingers
De leerlingen houden met hun vingers alle gaatjes van de fluit dicht. Nu gaan de vingers met beide handen tegelijk op de fluit klappen, te beginnen met de pinken. Vier keer klappen en dan vast, tel me...
Oefening • Majeur en mineur?
Van achteruit de klas speelt de leerkracht korte melodieën voor, in majeur of in mineur. Dat kan een melodie zijn van drie tonen, met daarin een grote terts (majeur) of een kleine terts (mineur). De ...
Oefening • Echo op de gang
Bij het fluiten gaat één leerling op de gang, de deur mag op een kier blijven, maar hij moet wel uit het zicht staan. De klas speelt een liedregel voor, de leerling speelt deze op de gang na, terwij...
Oefening • Welke versnelling?
We spelen de gewone toonladder in zes verschillende snelheden, als de versnellingen van een auto. Versnelling 1 is erg langzaam, 2 is al ietsje sneller, en zo bouwt het op naar versnelling 6, die bijn...
Oefening • Echospel met gesloten ogen
De leerlingen spelen met gesloten ogen de melodieën na die de leerkracht voorspeelt. De grepen op de fluit kunnen dus niet worden afgekeken, en daardoor moeten de leerlingen het helemaal met hun oren...
Oefening • Periodiciteit
Gevoel voor periodiciteit is het innerlijk beleven van een samenhangende zinsbouw (frasering), van gedeelten die bij elkaar horen, van symmetrie, maatopbouw. De leerlingen spelen klassikaal een bekend...
Oefening • Toon vooraf zingen
Voordat je een toonladder of een bekend lied gaat fluiten, zingen de leerlingen kort klassikaal de begintoon. Daarna wordt die begintoon gefloten. Zo wordt het innerlijk meezingen bij het fluiten als ...
Oefening • Zingen door de fluit
Dit is een hele aparte oefening, eigenlijk meer een grapje, maar wel één waar een boel van te leren valt. En echt fraai van klank is het ook niet..... Zing op duu een toon, en blaas daarbij ook wat ...
Oefening • Toonladder op het bord
Teken een majeurtoonladder op het bord met do-re-mi, of maak er één van hout, of teken er één op een vel karton. De leerkracht wijst een korte melodie aan op de ladder, daarna spelen de leerlingen...
Oefening • In de krater
Bij deze oefening staan de vingers op de gaten. Geef een van de vingers de opdracht om een ronddraaiende beweging te maken over de rand van het gat. Alsof de rand van de krater afgetast wordt. Daarna ...
Oefening • Intervaltoonladder
Elke keer wordt er teruggegrepen naar de grondtoon, die daardoor goed geleerd wordt. Er gaan gedurende de oefening steeds meer vingers op en neer, laat de vingers daarbij niet te hoog optillen. En pas...
Oefening • Zuiver afstemmen
Een van de leerlingen speelt een toon, een tweede leerling speelt dezelfde toon, en stemt deze optimaal af op de eerste toon: geen zwevingen, even luid. Zo komen er steeds meer leerlingen bij, zonder ...
Oefening • Dubbel-driedubbel-metrum
Speel de gewone toonladder, maar speel elke toon dubbel, dus als twee achtsten in plaats van kwartnoten. Zorg dat er mild gearticuleerd wordt met dudu-dudu. Speel de hoogste toon van de toonladder enk...
Oefening • Hoketus
Hoketus (Latijn voor 'hikken') betekent dat een melodie heen en weer beweegt tussen twee of meer stemmen, bijvoorbeeld om en om een toon. Verdeel de klas in twee groepen, de groepen spelen afwisselend...
Oefening • Van achter uit de klas
Door als leerkracht achter in de klas op de fluit voor te spelen, terwijl de leerlingen naar voren kijken, zijn zij minder gefocust op de grepen en meer op de klank. Ze luisteren daardoor intensiever,...
Oefening • Waar zit die vinger?
Alle vingers worden op de gaten van de fluit gehouden. Dan krijgen de leerlingen de opdracht om met een bepaalde vinger drie keer op een gaatje te kloppen. Bijvoorbeeld: tweede vinger van je rechterha...
Oefening • Gewone toonladder
Speel de tonen van het onderste octaaf van de fluit stijgend en dalend, zonder stop bovenin. Je kunt de eerste keren op het bord de toonreeks schrijven, later alleen de curve van de toonladder, daarna...