Ajde Jano, kolo da igramo!
Ajde Jano, 'ajde dušo, kolo da igramo! 2x
Bibliotheek
Canons
Liederen kleuters
Liederen klas 1
Liederen klas 2
Liederen klas 3
Liederen klas 4
Liederen klas 5
Liederen klas 6
Liederen klas 7
Liederen - jaarfeesten
Liederen - thema's
Meerstemmig
Helioskampen
Auteurs
De 25 favorieten van ...
Ademhaling
Articulatie
Brommers
Concentratie
Houding
Luisteren
Resonans
Stem losmaken
Kinderen met zangproblemen
Lied • Ajde, Jano! (1)
1.
2.
'Ajde, Jano, konja da prodamo!
'Ajde, Jano, 'ajde dušo, konja da prodamo! 2x
'Ajde, Jano, 'ajde dušo, konja da prodamo! 2x
3.
'Ajde, Jano, ku?u da prodamo!
'Ajde, Jano, ajde dušo, ku?u da prodamo! 2x
'Ajde, Jano, ajde dušo, ku?u da prodamo! 2x
4.
Da prodamo, samo da igramo!
Da prodamo, Jano dušo, samo da igramo! 2x
Da prodamo, Jano dušo, samo da igramo! 2x
Lied • Ajde, Jano! (2)
1.
Ajde Jano, kolo da igramo!
Ajde Jano, 'ajde dušo, kolo da igramo! 2x
Ajde Jano, 'ajde dušo, kolo da igramo! 2x
2.
'Ajde, Jano, konja da prodamo!
'Ajde, Jano, 'ajde dušo, konja da prodamo! 2x
'Ajde, Jano, 'ajde dušo, konja da prodamo! 2x
3.
'Ajde, Jano, ku?u da prodamo!
'Ajde, Jano, ajde dušo, ku?u da prodamo! 2x
'Ajde, Jano, ajde dušo, ku?u da prodamo! 2x
4.
Da prodamo, samo da igramo!
Da prodamo, Jano dušo, samo da igramo! 2x
Da prodamo, Jano dušo, samo da igramo! 2x
Lied • Alabama gal
1.
Come through in a hurry, 3x
Alabama gal!
Alabama gal!
2.
I don't know how, how, 3x
Alabama gal!
Alabama gal!
3.
I'll show you how, how, 3x
Alabama gal!
Alabama gal!
4.
Ain't I rock candy, 3x
Alabama gal?
Alabama gal?
Lied • Alle beren dansen
Alle beren van het berenbos dansen samen op het mos,
onder sterren in de maneschijn, elke dag een nieuw festijn.
Met je neus en nog een keer, draai je om, daar gaan we weer.
't Is niet moeilijk als je 't weet. Kijk hoe 't moet en doe maar mee.
onder sterren in de maneschijn, elke dag een nieuw festijn.
Met je neus en nog een keer, draai je om, daar gaan we weer.
't Is niet moeilijk als je 't weet. Kijk hoe 't moet en doe maar mee.
Lied • Alle bloempjes
1.
Alle bloempjes, krokus en hyacint,
komen in maart en staan in de lentewind. 2x
Ook de tulp, knalrood, zie haar buiten staan
met haar mooi’ jurkje aan.
Lentezon kijkt ons aan, laat ons nu dansen gaan. 2x
komen in maart en staan in de lentewind. 2x
Ook de tulp, knalrood, zie haar buiten staan
met haar mooi’ jurkje aan.
Lentezon kijkt ons aan, laat ons nu dansen gaan. 2x
2.
Ook de narcis zie je, dat bloemenkind.
Lente gaat komen als je haar buiten vindt. 2x
Ieder bloempje vindt zich het mooist'
in_'t land, deftig en elegant,
kijken ze in het rond, boven de zwarte grond. 2x
Lente gaat komen als je haar buiten vindt. 2x
Ieder bloempje vindt zich het mooist'
in_'t land, deftig en elegant,
kijken ze in het rond, boven de zwarte grond. 2x
Lied • Alles blij maakt de mei
1.
Alles blij maakt de mei en het hart zo fris en vrij.
Groot en klein roept hoe fijn is de zonneschijn!
Ieder is verheugd en blij met de bloemen in de wei.
Alles lacht, welk een pracht heeft de mei gebracht.
Groot en klein roept hoe fijn is de zonneschijn!
Ieder is verheugd en blij met de bloemen in de wei.
Alles lacht, welk een pracht heeft de mei gebracht.
2.
Alles blij maakt de mei, want de winter is voorbij.
Alles blij maakt de mei, winter is voorbij.
Vogels bouwen nu hun nest en de zon die doet haar best.
Alles blij maakt de mei, de winter is voorbij.
Alles blij maakt de mei, winter is voorbij.
Vogels bouwen nu hun nest en de zon die doet haar best.
Alles blij maakt de mei, de winter is voorbij.
Lied • Alles in de wind
1.
Alles in de wind, alles in de wind,
daar liep een schipperskind.
Alles in de wind, alles in de wind,
Kom hier, Roza,
je bent mijn zusje, je bent mijn zusje.
Kom hier Roza,
je bent mijn zusje, ja, ja.
daar liep een schipperskind.
Alles in de wind, alles in de wind,
Kom hier, Roza,
je bent mijn zusje, je bent mijn zusje.
Kom hier Roza,
je bent mijn zusje, ja, ja.
2.
O, wat spijt, o, wat spijt,
nu ben ik mijn zusje kwijt.
O, wat spijt, o, wat spijt,
nu ben ik mijn zusje kwijt.
Kom hier Roza,
je bent een ander, je bent een ander.
Kom hier Roza,
je bent een ander, ja, ja.
nu ben ik mijn zusje kwijt.
O, wat spijt, o, wat spijt,
nu ben ik mijn zusje kwijt.
Kom hier Roza,
je bent een ander, je bent een ander.
Kom hier Roza,
je bent een ander, ja, ja.
3.
Onder die brug, onder die brug,
daar vond ik mijn zusje terug.
Onder die brug, onder die brug,
daar vond ik mijn zusje terug.
Kom hier, Roza,
je bent mijn zusje, je bent mijn zusje.
Kom hier Roza,
je bent mijn zusje, ja, ja.
daar vond ik mijn zusje terug.
Onder die brug, onder die brug,
daar vond ik mijn zusje terug.
Kom hier, Roza,
je bent mijn zusje, je bent mijn zusje.
Kom hier Roza,
je bent mijn zusje, ja, ja.
Lied • Als de grote klokke luidt
1.
Als de grote klokke luidt, de klokke luidt, de reuze komt uit.
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
2.
Moeder hangt de pot op_'t vier, de pot op_'t vier, de reuze komt hier.
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
3.
Moeder snijdt een boterham, een boterham, de reuze is gram.
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
4.
Moeder tapt het beste bier, het beste bier, de reuze is gier.
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
5.
Moeder stopt alras het vat, alras het vat, de reuze is zat.
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
6.
Moeder geeft maar kaas en brood, maar kaas en brood, de reuze is dood.
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
7.
Die daar zegt: "De reus die kom, de reus die kom", die liegen erom.
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Kere weerom, reuze, reuze, kere weerom, reuzegom!
Lied • Als hier een pot met bonen staat
Als... hier een pot met bonen staat en daar een pot met brie,
dan laat ik brie en bonen staan en dans met mijn Marie.
Marie, Mara, Maroushkaka, Marie, Marie, Mara.
dan laat ik brie en bonen staan en dans met mijn Marie.
Marie, Mara, Maroushkaka, Marie, Marie, Mara.
Lied • Als m'n vader en m'n moeder
Als m’n vader en m’n moeder naar de markt toe gaan. O, ja? Ja, zo!
dan komen zij niet thuis voor des avonds laat.
Fiederi, fiedera, fiederalala!
fie-de-ri, fie-de-ra, fie-de-ra-la-la
fie de ri, fie de ra, fie de ra la la
Ja, zo!
dan komen zij niet thuis voor des avonds laat.
Fiederi, fiedera, fiederalala!
fie-de-ri, fie-de-ra, fie-de-ra-la-la
fie de ri, fie de ra, fie de ra la la
Ja, zo!
Lied • Amerika
Lied • Beertje, dans!
Beertje, dans! Dans dan in een kringetje van tra-la-la!
Spring dan door een ringetje van hop-sa-sa!
Spring dan door een ringetje van hop-sa-sa!
Lied • Berend Botje
Berend Botje ging uit varen met zijn scheepje naar Zuidlaren.
De weg was recht, de weg was krom, nooit kwam Berend Botje weerom.
Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, waar is Berend Botje gebleven?
Hij is niet hier, hij is niet daar, hij is naar Amerika!
Amerika, Amerika driemaal in de rondte van je hopsasa! hop sa sa hop-sa-sa
De weg was recht, de weg was krom, nooit kwam Berend Botje weerom.
Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, waar is Berend Botje gebleven?
Hij is niet hier, hij is niet daar, hij is naar Amerika!
Amerika, Amerika driemaal in de rondte van je hopsasa! hop sa sa hop-sa-sa
Lied • Bij de bron op het plein
1.
Bij de bron op het plein staat een boom.
Hij wordt groen, hij wordt geel, hij is schoon.
Bij zijn kruin woont een vogel, die altijd zingt.
En de boom, die zingt mee in de wind.
Hij wordt groen, hij wordt geel, hij is schoon.
Bij zijn kruin woont een vogel, die altijd zingt.
En de boom, die zingt mee in de wind.
2.
Op het plein rond de boom dansen wij,
linkervoet, rechtervoet, in de rij.
En de vogel, die danst in de takken mee.
Eén-twee-drie, één-twee-drie, één-twee-drie.
linkervoet, rechtervoet, in de rij.
En de vogel, die danst in de takken mee.
Eén-twee-drie, één-twee-drie, één-twee-drie.
Lied • Bind er de rozen!
Bind er de rozen tot sierlijke kransen,
breng er de rozen tot in onze kring!
Rozen die bloeien en gloeien en glanzen,
zing van de rozen een liedeke zing!
breng er de rozen tot in onze kring!
Rozen die bloeien en gloeien en glanzen,
zing van de rozen een liedeke zing!
Lied • Bizim koyë
Gel gidelim bizim köye, oynayalim güle güle,
orda verelim hep elele! Hayd? gidelim bizim köye!
orda verelim hep elele! Hayd? gidelim bizim köye!
Lied • Blauwe bloemen
Blauwe bloemen in het veld, 't is zo mooi als zilvergeld,
blauwe bloemenkransen, de jonkvrouw die moet dansen,
de jonkvrouw die moet stille staan, driemaal in de ronde gaan,
en de jonkvrouw die moet knielen en weer een ander kiezen.
Dat zal zijn, dat zal zijn, dat zal onze ..... ..... zijn!
blauwe bloemenkransen, de jonkvrouw die moet dansen,
de jonkvrouw die moet stille staan, driemaal in de ronde gaan,
en de jonkvrouw die moet knielen en weer een ander kiezen.
Dat zal zijn, dat zal zijn, dat zal onze ..... ..... zijn!
Lied • Brüderchen, komm, tanz mit mir!
1.
Brüderchen, komm, tanz mit mir, beide Hände reich' ich dir!
Einmal hin, einmal her, rundherum, das ist nicht schwer.
Einmal hin, einmal her, rundherum, das ist nicht schwer.
2.
Mit den Händchen klipp-klipp-klapp, mit den Füßchen tripp-tripp-trapp.
Einmal hin, einmal her, rundherum, das ist nicht schwer.
Einmal hin, einmal her, rundherum, das ist nicht schwer.
3.
Mit dem Köpfchen nick-nick-nick, mit den Fingerchen tick-tick-tick.
Einmal hin, einmal her, rundherum, das ist nicht schwer.
Einmal hin, einmal her, rundherum, das ist nicht schwer.
4.
Ei, das hast du gut gemacht. Ei, das hätt' ich nicht gedacht.
Einmal hin, einmal her, rundherum, das ist nicht schwer.
Einmal hin, einmal her, rundherum, das ist nicht schwer.
5.
Noch einmal das schöne Spiel, weil es mir so gut gefiel.
Einmal hin, einmal her, rundherum, das ist nicht schwer.
Einmal hin, einmal her, rundherum, das ist nicht schwer.
Lied • Butzemann (2)
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum, bi-de-bum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
1.
Er rüttelt sich, er schüttelt sich, er wirft sein Säckchen hinter sich.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum, bi-de-bum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
2.
Er wirft sein Säcklein her und hin, was ist wohl in dem Säcklein drin?
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum, bi-de-bum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
3.
Er bringt zur Nacht dem guten Kind die Äpfel die im Säcklein sind.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum, bi-de-bum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
4.
Er wirft sein Säcklein hin und her, am Morgen ist es wieder leer.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum, bi-de-bum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Es tanzt ein Bi-Ba-Butzemann in unser'm Kreis herum.
Lied • Carnaval, jongens wat een pret!
Carnaval Carnaval, jongens wat een pret!
Allemaal nu vlug een boerenpetje opgezet.
We zingen en we dansen en we maken grote gein,
om Carnaval te vieren moet je samen vrolijk zijn.
Hiep hiep hoi ’t is Carnaval!
Trek je kiel maar aan, zet je feestneus op
en zet de hele school maar op z’n kop!
Allemaal nu vlug een boerenpetje opgezet.
We zingen en we dansen en we maken grote gein,
om Carnaval te vieren moet je samen vrolijk zijn.
Hiep hiep hoi ’t is Carnaval!
Trek je kiel maar aan, zet je feestneus op
en zet de hele school maar op z’n kop!
Lied • Çiçekler konuşuyor
1.
Cigdem der ki ben aglayim
yigit basina belayim. 2x
Hepisinden ben alayim
benden ala cicek var mi, cicek var mi? Oy! 2x
yigit basina belayim. 2x
Hepisinden ben alayim
benden ala cicek var mi, cicek var mi? Oy! 2x
2.
Sümbül der ki ben nazliyim
sarp kayalarda gizliyim. 2x
Mavi donlu gök gözlüyüm
benden ala cicek var mi, cicek var mi? Oy! 2x
sarp kayalarda gizliyim. 2x
Mavi donlu gök gözlüyüm
benden ala cicek var mi, cicek var mi? Oy! 2x
Lied • Clowntje heeft een rooie neus
Clowntje heeft een rooie neus. Ha ha ha.
En als hij dan gaat dansen.
Hop sa fal dera.
Dan doen we 't allemaal na.
En als hij dan gaat dansen.
Hop sa fal dera.
Dan doen we 't allemaal na.
Lied • Dag, paddenstoelenmannetjes!
1.
Dag, paddenstoelenmannetjes,
mevrouwtjes en meneertjes!
Wat sta je grappig in het rond;
ik wed, je komt pas uit de grond
met vers gestreken kleertjes.
mevrouwtjes en meneertjes!
Wat sta je grappig in het rond;
ik wed, je komt pas uit de grond
met vers gestreken kleertjes.
2.
Maar als ik straks naar huis toe ga,
dan krijg je vlugge voetjes.
Dan dans je in het rond, dan dans je maar,
dan knik je lachend naar elkaar
en schudt je rode hoedjes.
dan krijg je vlugge voetjes.
Dan dans je in het rond, dan dans je maar,
dan knik je lachend naar elkaar
en schudt je rode hoedjes.
3.
Daar dansen wij van hopsasa,
op paddenstoelenbenen.
Wij springen door het grote bos
en stampen op het zachte mos
en op de harde stenen.
op paddenstoelenbenen.
Wij springen door het grote bos
en stampen op het zachte mos
en op de harde stenen.
Lied • Dans nu, kleine meid!
1.
Dans nu, kleine meid, zwier met je rokje wijd,
zet je voetjes neer en spring keer op keer!
zet je voetjes neer en spring keer op keer!
2.
Wuif maar met je hand en die mooie band,
neem je vriendje mee en dans twee aan twee!
neem je vriendje mee en dans twee aan twee!
3.
En jij, kleine man, dans zo veel je kan,
stamp maar met je voet en spring ook eens goed!
stamp maar met je voet en spring ook eens goed!