Ik ben Heks Dovenetel.
Ik roer graag in een ketel.
Daar doe ik de getallen in,
dat is héél erg naar mijn zin.
Wiedewiedewiet wiede wiede wiet,
zeg me welk getal je ziet!
Bibliotheek
Canons
Liederen kleuters
Liederen klas 1
Liederen klas 2
Liederen klas 3
Liederen klas 4
Liederen klas 5
Liederen klas 6
Liederen klas 7
Liederen - jaarfeesten
Liederen - thema's
Meerstemmig
Helioskampen
Auteurs
De 25 favorieten van ...
Ademhaling
Articulatie
Brommers
Concentratie
Houding
Luisteren
Resonans
Stem losmaken
Kinderen met zangproblemen
Lied • Heks Dovenetel
Lied • Eine alte Hex' (2)
Eine alte Hex’ hat der Söhne sechs;
zweie machen ständig Ruh’,
dreie schlafen immer zu,
nur der sechste übt indessen auf dem Dudelsack besessen.
Hört ihr seinen Ton: donodonodonn. donn, dono donn.
zweie machen ständig Ruh’,
dreie schlafen immer zu,
nur der sechste übt indessen auf dem Dudelsack besessen.
Hört ihr seinen Ton: donodonodonn. donn, dono donn.
Lied • Pumpkin pie song
1.
In the West there lived a maid,
she was a cook who knew her trade.
She baked sweet puddings and at harvest time,
she made delicious pumpkin pie.
she was a cook who knew her trade.
She baked sweet puddings and at harvest time,
she made delicious pumpkin pie.
Pumpkin pie, pumpkin pie,
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
2.
Now this young cook was in love with a man,
he was a gardener who worked the land.
He grew potatoes, beans and, oh my,
orange pumpkins three feet high.
he was a gardener who worked the land.
He grew potatoes, beans and, oh my,
orange pumpkins three feet high.
Pumpkin pie, pumpkin pie,
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
3.
At the flower show he won the prize
for his pumpkin of enormous size.
He gave it to the cook to try,
so she made a very special pumpkin pie.
for his pumpkin of enormous size.
He gave it to the cook to try,
so she made a very special pumpkin pie.
Pumpkin pie, pumpkin pie,
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
4.
She used eggs and milk and sweet brown sugar,
cinnamon, nutmeg and some ginger.
Special spices, for she would try,
to woo the gardener with pumpkin pie.
cinnamon, nutmeg and some ginger.
Special spices, for she would try,
to woo the gardener with pumpkin pie.
Pumpkin pie, pumpkin pie,
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
5.
After one spoonful, his eyes began to glaze,
after two mouthfuls, he fell into a daze.
"My lovely cook, you're the apple of my eye,
I'd like to taste some more of your pumpkin pie."
after two mouthfuls, he fell into a daze.
"My lovely cook, you're the apple of my eye,
I'd like to taste some more of your pumpkin pie."
Pumpkin pie, pumpkin pie,
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
6.
Now the gardener and the cook, they're happy as can be,
living together with children three.
They'll be happy until they die,
with regular helpings of Pumpkin Pie.
living together with children three.
They'll be happy until they die,
with regular helpings of Pumpkin Pie.
Pumpkin pie, pumpkin pie,
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
she made a special pumpkin pie,
Pumpkin pie, pumpkin pie,
you never tasted such a pumpkin pie.
Lied • Timpe-tampe, tovenaar (1)
Timpe-tampe tovenaar, sta met je stokje klaar!
Hokus pokus pilatus pas, ’k wou dat er een treintje was. een auto was
hocus pocus timpetampe
Hokus pokus pilatus pas, ’k wou dat er een treintje was. een auto was
hocus pocus timpetampe
Lied • Timpe-tampe, tovenaar (2)
Timpetampe, tovenaar, kom, vertoon je kunsten maar!
Timpe tampe, tovenaar, wij zijn klaar!
Hatsjie kiele kiele knotsie bom, bimbam basie, paardeblom.
’k Maak van jullie olifanten, bim-bam-bom!
Timpe tampe, tovenaar, wij zijn klaar!
Hatsjie kiele kiele knotsie bom, bimbam basie, paardeblom.
’k Maak van jullie olifanten, bim-bam-bom!
Lied • Der schönen Florian
Es geht eine alte Hexe in dem Regen und im Schnee.
Was sollen wir ihr denn geben? Zucker und Kaffee!
Zipfel, Zapfel, Butterkrapfel,
eine Hexe hängt sich an, an den schönen Florian.
Was sollen wir ihr denn geben? Zucker und Kaffee!
Zipfel, Zapfel, Butterkrapfel,
eine Hexe hängt sich an, an den schönen Florian.
Lied • De griezelige tovenaar
In het bos woont een griezelige tovenaar, die maakt daar vreemde drankjes klaar,
daar doet hij rare dingen mee, hokus pilatus, hotsikee.
Hij maakt van een mug een olifant, en van een boom een neus.
En als hij erg zijn best doet, maakt hij van een dwerg een reus.
daar doet hij rare dingen mee, hokus pilatus, hotsikee.
Hij maakt van een mug een olifant, en van een boom een neus.
En als hij erg zijn best doet, maakt hij van een dwerg een reus.
Lied • Zeven heksen
1.
Zeven heksen bij elkaar,
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
een verse regenwurm!
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
een verse regenwurm!
2.
Zes heksen bij elkaar,
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
een haar van een zwarte kat!
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
een haar van een zwarte kat!
3.
Vijf heksen bij elkaar,
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
een groene snottebel!
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
een groene snottebel!
4.
Vier heksen bij elkaar,
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
wrattenschraapsel!
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
wrattenschraapsel!
5.
Drie heksen bij elkaar,
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
een paar konijnenkeutels!
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
een paar konijnenkeutels!
6.
Twee heksen bij elkaar,
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
een beetje voetschimmel!
maken een heel vreemd soepje klaar.
Ze dansen om de ketel, maar wat een pech, ...
eentje neemt een slok… Floep, nou is ze weg!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Die soep is nog niet goed; ze doen er nog wat bij:
een beetje voetschimmel!
7.
Eén heksje lacht gemeen:
"Die soep is nu van mij alleen!"
Ze danst om de ketel, maar lacht te vlug,
want daar zijn opeens ... Floep, de heksen t'rug!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Wat een goeie soep, daar hoeft niets meer bij!
"Die soep is nu van mij alleen!"
Ze danst om de ketel, maar lacht te vlug,
want daar zijn opeens ... Floep, de heksen t'rug!
Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij.
Wat een goeie soep, daar hoeft niets meer bij!
Lied • Het spookhuis
1.
In onze straat daar staat een huis,
daar is het helemaal niet pluis.
Daar wonen ook geen mensen in;
daar woont een spook met zijn gezin!
Hoei, boe boe! 2x
daar is het helemaal niet pluis.
Daar wonen ook geen mensen in;
daar woont een spook met zijn gezin!
Hoei, boe boe! 2x
2.
De ramen stuk, de muren scheef,
het dak lekt altijd als een zeef.
Maar vader spook vindt dat juist goed,
net als een spookhuis wezen moet!
Hoei, boe boe! 2x
het dak lekt altijd als een zeef.
Maar vader spook vindt dat juist goed,
net als een spookhuis wezen moet!
Hoei, boe boe! 2x
3.
Maar volgend jaar wordt er een flat
voor 't spookhuis in de plaats gezet.
En vader spook klaagt: "Hoei en boe,
waar moeten wij dan weer naartoe?”
Aaach, boeboe! 2x
voor 't spookhuis in de plaats gezet.
En vader spook klaagt: "Hoei en boe,
waar moeten wij dan weer naartoe?”
Aaach, boeboe! 2x
Lied • Eine alte Hex' (1)
Eine alte Hex' hat der Söhne sechs; zweien machen ständig Ruh' dreie schlafen immer zu, nur der sechste übt indessen auf dem Dudelsack besessen. Hört ihr sienen Ton: donodonodonn.
Lied • De bezem (1)
De bezem, de bezem, wat doe je ermee, wat doe je ermee?
Je veegt ermee, je veegt ermee de vloer, de vloer!
Je veegt ermee, je veegt ermee de vloer, de vloer!
Lied • Drie dwaze heksen
1.
Drie dwaze heksen vlogen door de lucht:
huu-huu-huu-huu-huu!
Op een oude bezemsteel;
't was een ware klucht!
huu-huu-huu-huu-huu!
Op een oude bezemsteel;
't was een ware klucht!
2.
Drie dwaze heksen krijsten van de pret:
ha-ha-ha-ha-ha!
Allen op één bezemsteel;
nou, dat ging maar net!
ha-ha-ha-ha-ha!
Allen op één bezemsteel;
nou, dat ging maar net!
3.
Drie dwaze heksen hadden reuze pech:
hoei- joei-joei-joei-joei!
Want daar brak de bezemsteel;
schoot toen krakend weg!
hoei- joei-joei-joei-joei!
Want daar brak de bezemsteel;
schoot toen krakend weg!
4.
Drie dwaze heksen suisden naar beneê:
hoo-hoo-hoo-hoo-hoo!
Met de oude bezemsteel
in de zwarte zee!
hoo-hoo-hoo-hoo-hoo!
Met de oude bezemsteel
in de zwarte zee!
Lied • Halloween is almost here
Halloween is almost here, time when pumpkins start to cheer.
Black cats creeping through the night, what a scary sight.
Black cats creeping through the night, what a scary sight.
Lied • Bats
The bats fly up, the bats fly down, they fly all over our little town,
they look so fierce with sharp white teeth, but they only eat mosquitoes.
The bats fly east, the bats fly west, the bats are doing what they do best,
don’t be afraid if they grab your hair they might think you’re an insect.
they look so fierce with sharp white teeth, but they only eat mosquitoes.
The bats fly east, the bats fly west, the bats are doing what they do best,
don’t be afraid if they grab your hair they might think you’re an insect.
Lied • Once a year on Halloween
Once a year on Halloween ghosts and goblins can be seen,
going round the houses shouting: "Trick or treat!"
going round the houses shouting: "Trick or treat!"
Lied • Het spooklied
1.
Om twaalf uur is het donker,
de wind giert om 't kasteel.
Wij horen dertien bonken,
de schrik slaat om de keel.
Wij zitten hier verlaten,
de nacht duurt nog zo lang,
we hebben koude rillingen
en voelen ons zo bang.
de wind giert om 't kasteel.
Wij horen dertien bonken,
de schrik slaat om de keel.
Wij zitten hier verlaten,
de nacht duurt nog zo lang,
we hebben koude rillingen
en voelen ons zo bang.
2.
In vroeger tijden leefde,
in dit oud kasteel,
een dapp're koene ridder
die vocht zoals een leeuw.
Hij wilde heel graag trouwen,
de jonkvrouw wilde ook,
maar door een laffe moordenaar
werd onze ridder spook.
in dit oud kasteel,
een dapp're koene ridder
die vocht zoals een leeuw.
Hij wilde heel graag trouwen,
de jonkvrouw wilde ook,
maar door een laffe moordenaar
werd onze ridder spook.
3.
Nu zoekt hij naar de jonkvrouw
en naar zijn moordenaar.
Dat doet hij in het duister,
om twaalf uur staat hij klaar.
En na het slaan der klokken,
dan gaat hij snel op stap,
hij zweeft door alle gangen
en verschijnt soms op de trap.
en naar zijn moordenaar.
Dat doet hij in het duister,
om twaalf uur staat hij klaar.
En na het slaan der klokken,
dan gaat hij snel op stap,
hij zweeft door alle gangen
en verschijnt soms op de trap.
4.
Probeer hem niet te pakken,
want hij is echt een spook,
hij is echt niet te vangen,
spuwt vuur en leeft van rook.
En was de moordenaar soms
je bet-overgroot-pa,
vlucht dan snel weg, want anders
komt het spook je achterna.
want hij is echt een spook,
hij is echt niet te vangen,
spuwt vuur en leeft van rook.
En was de moordenaar soms
je bet-overgroot-pa,
vlucht dan snel weg, want anders
komt het spook je achterna.
Lied • De bezem (2) - Quodlibet
De bezem, wat doe je ermee? je veegt ermee de vloer.
Heksen op hun bezemsteel vliegen door de nacht. Oe oe, zo gaan zij op jacht.
Suddert en pruttelt de drank in de pan, roeren, roeren. Om middernacht volvoer ik mijn plan.
Heksen op hun bezemsteel vliegen door de nacht. Oe oe, zo gaan zij op jacht.
Suddert en pruttelt de drank in de pan, roeren, roeren. Om middernacht volvoer ik mijn plan.
Lied • Geisterkanon
Finster nur der Glühwurm glüht im Ginster!
Und der Uhu ruft im Grunde: "Geisterstunde!"
Schwarze Raben krächzen und Gespenster ächzen: "Uhi!" (3x)
Und der Uhu ruft im Grunde: "Geisterstunde!"
Schwarze Raben krächzen und Gespenster ächzen: "Uhi!" (3x)
Lied • Die kleine Hex'
1.
Morgens früh um sechs kommt die kleine Hex.
2.
Morgens früh um sieb'n schabt sie gelbe Rüb'n.
3.
Morgens früh um acht wird Kaffee gemacht.
4.
Morgens früh um neun geht sie in die Scheun'.
5.
Morgens früh um zehn holt sie Holz und Spän'.
6.
Feuert an um elf, kocht dann bis zum zwölf.
7.
Froschebein* und Krebs und Fisch, hurtig, Kinder, kommt zu Tisch!
Lied • There was an old witch
1.
There was an old witch, believe it if you can,
she tapped on the window, and she ran, ran, ran.
She ran helter-skelter, with her toes in the air,
cornstalks flying from the old witch's hair
she tapped on the window, and she ran, ran, ran.
She ran helter-skelter, with her toes in the air,
cornstalks flying from the old witch's hair
2.
There was an old witch, believe it if you will,
she flew through the air, very fast until
she stopped, waved her wand, then she croaked "Goodbye,
Halloween eve, when the witches fly!"
she flew through the air, very fast until
she stopped, waved her wand, then she croaked "Goodbye,
Halloween eve, when the witches fly!"
3.
"Swish" goes the broomstick, "Meow" goes the cat,
"Plop" goes the hoptoad, sitting on her hat.
"Wee," chuckled I, “what fun, fun, fun,
Halloween night, when the witches run!"
"Plop" goes the hoptoad, sitting on her hat.
"Wee," chuckled I, “what fun, fun, fun,
Halloween night, when the witches run!"
Lied • Gobbolino, the witch's cat
1.
One fine night in a witch's cavern,
two little kittens rolled onto the floor.
One, called Sootica, was black all over,
the other, Gobbolino, had one white paw.
two little kittens rolled onto the floor.
One, called Sootica, was black all over,
the other, Gobbolino, had one white paw.
Who'll give a home to a kitten?
Who'll give a home to a cat?
Gobbolino, you may call me.
I want just a fire and a mat.
Who'll give a home to a cat?
Gobbolino, you may call me.
I want just a fire and a mat.
2.
One white paw and a sheen of tabby,
two lovely eyes, not green, but blue.
None of the witches would take this kitten
and neither did his mother know what to do.
two lovely eyes, not green, but blue.
None of the witches would take this kitten
and neither did his mother know what to do.
Who'll give a home to a kitten?
Who'll give a home to a cat?
Gobbolino, you may call me.
I want just a fire and a mat.
Who'll give a home to a cat?
Gobbolino, you may call me.
I want just a fire and a mat.
3.
Then one day, when the sun was shining,
Gobbolino found he was all alone.
The witch had gone and deserted him forever,
so Gobbolino washed himself, then he left home.
Gobbolino found he was all alone.
The witch had gone and deserted him forever,
so Gobbolino washed himself, then he left home.
Who'll give a home to a kitten?
Who'll give a home to a cat?
Gobbolino, you may call me.
I want just a fire and a mat.
Who'll give a home to a cat?
Gobbolino, you may call me.
I want just a fire and a mat.
Lied • Een heks met rode laarsjes
Ik ben een kleine heks, 'k heb rode laarsjes aan.
Ik vlieg al op mijn bezem naar de zon en naar de maan.
Hei, hop hop hop
Ik vlieg al op mijn bezem naar de zon en naar de maan.
Hei, hop hop hop
Lied • De heksen dansen rond het vuur
Lied • The ghost of Tom
Have you seen the ghost of Tom?
Long white bones with the rest all gone.
Oooh, Tom, wouldn't it be chilly with no skin.... on?
Long white bones with the rest all gone.
Oooh, Tom, wouldn't it be chilly with no skin.... on?