Bibliotheek

Canons
Liederen kleuters
Liederen klas 1
Liederen klas 2
Liederen klas 3
Liederen klas 4
Liederen klas 5
Liederen klas 6
Liederen klas 7
Liederen - jaarfeesten
Liederen - thema's
Meerstemmig
Helioskampen
Auteurs
De 25 favorieten van ...
Ademhaling
Articulatie
Brommers
Concentratie
Houding
Luisteren
Resonans
Stem losmaken
Kinderen met zangproblemen
86 items gevonden

Lied • Ach, bitt'rer Winter! (1) Opmerking

eenstemmig · Oudnederlands · winter · Nederlands · Duits · + piano · eenstemmig · 7-8 jaar
1.
Ach, bitt'rer Winter, wie bist du kalt! Du hast entlaubet den grünen Wald.
Du hast verblüht die Blümlein auf der Heiden.
2.
Die bunten Blümlein sind worden fahl, entflogen ist uns Frau Nachtigall!
Sie ist entflogen, wird sie wieder singen?
Du hältst gefangen des Lichtes Schein und lässt die Tage uns dunkel sein.
Lass doch wieder die gold'ne Sonne leuchten!

Lied • Ach, bitt'rer Winter! (2) Opmerking

2 gelijke stemmen · Oudnederlands · winter · Nederlands · Duits · + piano · meerstemmig (gelijke stemmen) · 11-12 jaar
1.
Ach, bitt'rer Winter, wie bist du kalt! Du hast entlaubet den grünen Wald.
Du hast verblüht die Blümlein auf der Heiden.
2.
Die bunten Blümlein sind worden fahl, entflogen ist uns Frau Nachtigall!
Sie ist entflogen, wird sie wieder singen?
3.
Du hältst gefangen des Lichtes Schein und lässt die Tage uns dunkel sein.
Lass doch wieder die gold'ne Sonne leuchten!

Lied • Ach, bitt'rer Winter! (3) Opmerking

2 gelijke stemmen · Oudnederlands · winter · Nederlands · Duits · + piano · + akkoorden · meerstemmig (gelijke stemmen) · 11-12 jaar
1.
Ach, bitt'rer Winter, wie bist du kalt! Du hast entlaubet den grünen Wald.
Du hast verblüht die Blümlein auf der Heiden.
2.
Die bunten Blümlein sind worden fahl, entflogen ist uns Frau Nachtigall!
Sie ist entflogen, wird sie wieder singen?
3.
Du hältst gefangen des Lichtes Schein und lässt die Tage uns dunkel sein.
Lass doch wieder die gold'ne Sonne leuchten!

Lied • Ain boer wol noar zien noaber (1) Opmerking

eenstemmig · boerderij · Oudnederlands · Carnaval - Vastenavond · Nederlands · eenstemmig · 9-10 jaar
1.
Ain boer wol noar zien noaber tou, hai, boer, hai! 2x
Zien wief dat wol met hom goan, dom-dom-dom, dai! 2x
2.
"Nee, wief, doe most toeze bliev'n, hai, boer, hai! 2x
Most spinnen en naaien," van dom-dom-dom, dai! 2x
3.
Dou boer weer in hoeze kwam, hai, boer, hai! 2x
Zee'e: "Wief, wat hes toe wel doan? Dom-dom-dom, dai! 2x
4.
Moar_'t wief kreeg tou bèrestok, hai, boer, hai! 2x
En sloug hom dou op zien kop, dom-dom-dom, dai! 2x
5.
En boer gong noar zien noaber kloagn, hai, boer, hai! 2x
"Mien wief het mie op kop sloagn," van dom-dom-dom, dai! 2x
6.
En noaber zee: "Net zie zo", hai, boer, hai! 2x
"Mien wief dei dut krek zie zo!" Dom-dom-dom, dai! 2x

Lied • Ain boer wol noar zien noaber (2) Opmerking

2 gelijke stemmen · boerderij · Oudnederlands · Carnaval - Vastenavond · Nederlands · meerstemmig (gelijke stemmen) · 9-10 jaar · 11-12 jaar
1.
Ain boer wol noar zien noaber tou, hai, boer, hai! 2x
Zien wief dat wol met hom goan, dom-dom-dom, dai! 2x
2.
"Nee, wief, doe most toeze bliev'n, hai, boer, hai! 2x
Most spinnen en naaien," van dom-dom-dom, dai! 2x
3.
Dou boer weer in hoeze kwam, hai, boer, hai! 2x
Zee'e: "Wief, wat hes toe wel doan? Dom-dom-dom, dai! 2x
4.
Moar_'t wief kreeg tou bèrestok, hai, boer, hai! 2x
En sloug hom dou op zien kop, dom-dom-dom, dai! 2x
5.
En boer gong noar zien noaber kloagn, hai, boer, hai! 2x
"Mien wief het mie op kop sloagn," van dom-dom-dom, dai! 2x
6.
En noaber zee: "Net zie zo", hai, boer, hai! 2x
"Mien wief dei dut krek zie zo!" Dom-dom-dom, dai! 2x

Lied • Alles blij maakt de mei Opmerking

eenstemmig · danslied · Oudnederlands · lente · Pinksteren - mei · Nederlands · eenstemmig · 5-toonslied · 4-6 jaar · 7-8 jaar
1.
Alles blij maakt de mei en het hart zo fris en vrij.
Groot en klein roept hoe fijn is de zonneschijn!
Ieder is verheugd en blij met de bloemen in de wei.
Alles lacht, welk een pracht heeft de mei gebracht.
2.
Alles blij maakt de mei, want de winter is voorbij.
Alles blij maakt de mei, winter is voorbij.
Vogels bouwen nu hun nest en de zon die doet haar best.
Alles blij maakt de mei, de winter is voorbij.

Lied • Als de ziele luistert

eenstemmig · Oudnederlands · Nederlands · eenstemmig · pentatonisch · 9-10 jaar
Als de ziele luistert, spreekt het al een taal dat leeft.
't Lijzigste gefluister ook een taal en teken heeft.
Blaren van de bomen kouten met malkaar gezwind.
Baren in de stromen, klappen luid en welgezind.
Wind en wee en wolken, wegelen van Gods heiligen voet,
talen en vertolken 't diep gedoken Woord zo zoet, als de ziele luistert.

Lied • Christus is opgestanden (2)

2 gelijke stemmen · Oudnederlands · (Palm-)pasen · Nederlands · meerstemmig (gelijke stemmen) · 11-12 jaar
1.
Christus is opgestanden, al van der martelijen allen.
Dus willen wij alle gader vrolijk zijn: Christus zal onze trooster zijn.
Halleluja! ...
2.
Christus is nu verrezen, dus willen wij vrolijk wezen.
Die dood heeft verloren hare naam: Christus is ons' verlosser eerzaam.
Halleluja! ...

Lied • Daar kwam ene boer van Zwitserland

eenstemmig · boerderij · Oudnederlands · Nederlands · eenstemmig · 9-10 jaar
1.
Daar kwam ene boer van Zwitserland. Kadee, kadolleke, keda!
En die had een ezel aan zij hand. Laberdie, laberda, laberdonia!
En die had een ezel aan zijn hand, Cecilia!
2.
Waarop dat lei een linnen doek. Kadee, kadolleke, keda!
Hij sprak: "Wat zal ik daarmee doen?" Laberdie ...
3.
"Wel, snijerke", sprak hij, "snijerke fijn."Kadee, kadolleke, keda!
"Wil mij eens maken een kedelijn." Laberdie …
4.
En als dat kedelijn was gemaakt. Kadee, kadolleke, keda!
Toen ging hij voor zijn vrouwke staan. Laberdie …
5.
"Wel, vrouwke" sprak hij, "vrouwke fijn." Kadee, kadolleke, keda!
"Zeg mij, hoe staat dat kedelijn?" Laberdie …
6.
"Dat kedelijn staat jou niks goê." Kadee, kadolleke, keda!
"Ge hebt een lijf gelijk een koe." Laberdie …
7.
"Heb ik een lijf gelijk een koe?" Kadee, kadolleke, keda!
"Dan ga ik naar de snijder toe." Laberdie …
8.
"Wel, snijerke", sprak hij, "snijerke fijn." Kadee, kadolleke, keda !
"Ge hebt bedorven mijn kedelijn." Laberdie …
9.
"Heb ik bedorven uw kedelijn?" Kadee, kadolleke, keda!
"Ik heb 't gesnejen in de maneschijn." Laberdie …
10.
"Hebt gij 't gesnejen in de maneschijn?" Kadee kadolleke, keda!
" 'k zal het betalen in de zonneschijn." Laberdie …
11.
De boer die pakte zijn stok al gauw. Kadee, kadolleke, keda!
En waar hij sloeg kwam niet zo nauw. Laberdie …
12.
Maar ook de snijer hield zich kloek. Kadee, kadolleke, keda!
Hij stak de boer met de naald in zijn broek. Laberdie …
13.
Ze zetten de snijer op een witte geit. Kadee kadolleke, keda !
En reden ermee naar de eeuwigheid. Laberdie …

Lied • Daar kwamen drie koningen (2)

eenstemmig · Oudnederlands · Driekoningen · Nederlands · eenstemmig · 9-10 jaar
1.
Daar kwamen drie koningen met een ster, uit vreemde landen alle zo ver.
2.
Zij kwamen de hoge berg opgegaan, zij zagen de sterre voor hun gaan.
3.
Zij gingen met hunnen groten trein, tot aan de stede Jeruzalem.
4.
De sterre verdwenen, men zag ze niet meer, het is een teken van God den Heer.
5.
Herodes heeft zijnen raad vergaard, en de machten zijn er binnen gegaan.
6.
Zij hebben vol eer en met ootmoed, den koning Herodes vriend'lijk gegroet.
7.
Zij gingen met hunnen groten trein, tot de kleine stede van Betlehem.
8.
De sterre stond stille en roerde niet meer, het was een teken van God den Heer.
9.
Zij hebben vol eer en met ootmoed, 2x
het kindeke Jezus vriend'lijk gegroet. 2x
10.
Zij legden kroon en scepter neer, 2x
en zij knielden voor hun koning teer. 2x

Lied • Daar was een wuf die spon (1)

eenstemmig · Oudnederlands · Nederlands · + akkoorden · eenstemmig · 9-10 jaar
1.
Daar was een wuf die spon, 2x
Al op een houten spinnewiel, daar zat geen toorteltje aan.
Vive la peperbusse, vive la spa, tra-la-la-la,
Gize-gaze-goeze, ron-flon-floe-ze, tra-de-ra-de-ra.
2.
Haar mutse stoeg verdraaid, 2x
gelijk een Hollands molentje, die met al windeke draait.
Vive la peperbusse, vive la spa, tra-la-la-la,
Gize-gaze-goeze, ron-flon-floe-ze, tra-de-ra-de-ra.
3.
Dat wuf had enen zin, 2x
als zij ’s morgens buiten kroop, ’s avonds kroop zij in.
Vive la peperbusse, vive la spa, tra-la-la-la,
Gize-gaze-goeze, ron-flon-floe-ze, tra-de-ra-de-ra.
4.
Dat wuf had enen man, 2x
Des zondags heet hij Pieter, des maandags heet hij Jan.
Vive la peperbusse, vive la spa, tra-la-la-la,
Gize-gaze-goeze, ron-flon-floe-ze, tra-de-ra-de-ra.

Lied • Daar was een wuf die spon (2) Opmerking

SAB · Oudnederlands · Nederlands · meerstemmig (gemengde stemmen) · 13+ jaar
1.
Daar was een wuf die spon, 2x
Al op een houten spinnewiel, daar zat geen toorteltje aan.
Vive la peperbusse, vive la spa, tra-la-la-la,
Gize-gaze-goeze, ron-flon-floe-ze, tra-de-ra-de-ra.
2.
Haar mutse stoeg verdraaid, 2x
gelijk een Hollands molentje, die met al windeke draait.
Vive la peperbusse, vive la spa, tra-la-la-la,
Gize-gaze-goeze, ron-flon-floe-ze, tra-de-ra-de-ra.
3.
Dat wuf had enen zin, 2x
als zij ’s morgens buiten kroop, ’s avonds kroop zij in.
Vive la peperbusse, vive la spa, tra-la-la-la,
Gize-gaze-goeze, ron-flon-floe-ze, tra-de-ra-de-ra.
4.
Dat wuf had enen man, 2x
Des zondags heet hij Pieter, des maandags heet hij Jan.
Vive la peperbusse, vive la spa, tra-la-la-la,
Gize-gaze-goeze, ron-flon-floe-ze, tra-de-ra-de-ra.

Lied • De krepelaar

eenstemmig · Oudnederlands · Nederlands · eenstemmig · 5-toonslied · 9-10 jaar
De krepelaar ging wand’len en hij nam er Ballotje mee.
Hij kocht een pond amand’len en hij deelde Ballotje mee.
Ballotje van de bale, Ballotje van de schale, Ballotje van de stee.
Bombardee, en ze loech er mee.

Lied • De timmermans Opmerking

eenstemmig · ambacht · Oudnederlands · Oude Testament · Nederlands · eenstemmig · 7-8 jaar · 9-10 jaar
1.
De timmermans hebben 'n ambacht goed,
ze hebben een ambacht vol eren.
Wat zouder de wereld geworden zijn,
wou niemand het timmeren leren?
Die mensen die waren ten onder gegaan,
had er ter wereld gene timmermans bestaan!
2.
Wat zou van ons mensen geworden zijn,
had Noë geen timmerman goed geweest?
Hij heeft er met hamer en beitel gewerkt,
zijn arke gebouwd voor mens en beest.
Die mensen die waren ten onder gegaan,
had er ter wereld gene timmermans bestaan!
3.
Een timmerman heeft onze Here behoed,
toen hij nog zo jong was, en kleine.
Voor 't bloedige zwaard van Herodes wreed:
Sint Jozef, de timmerman reine.
Die mensen die waren ten onder gegaan,
had er ter wereld gene timmermans bestaan!
4.
Die timmerman maakt er zichzelve een bed,
hij maakt er een wieg voor zijn kinde,
hij maakt van zes plankjes zijn eigene kist:
Heer, wees hem dan vriend'lijk gezinde!
Die mensen die waren ten onder gegaan,
had er ter wereld gene timmermans bestaan!
5.
De timmermans hebben 'n ambacht goed,
ze hebben een ambacht vol eren.
Wat zouder de wereld geworden zijn,
wou niemand het timmeren leren?
Die mensen die waren ten onder gegaan,
had er ter wereld gene timmermans bestaan!

Lied • De Vastenavond die komt an (2) Opmerking

eenstemmig · Oudnederlands · Carnaval - Vastenavond · Nederlands · + overige instrumenten · + tegenstem · eenstemmig · 7-8 jaar
1.
De Vastenavond die komt an, wij zingen: "Ho-man-ho!"
Geeft ons een pankoek uit de pan, en zo mijnheer, wel zo.
En nu het Vastenavond is, nu zijn er alle keeltjes fris.
Van dir-don-don, van dir-don-don, van dir-don-don, don, dir-don-deine.
Het spelen gaat gewis.
2.
Sa, meisjes zet de pan te vier, slaat eieren in het meel.
En haalt een kruikje smokkelbier, zo smeren wij de keel.
Terwijl gij samen aan de haard de koekjes uit de pan vergaart.
Van dir-don-don, van dir-don-don, van dir-don-don, don, dir-don-deine.
Wij spelen met de kaart.
3.
Wat raad je zal het klavertroef of zal het schoppen zijn?
Neen, geen van bei, 't is harteboef en 't aasje da's voor mijn.
Wel heij, wel heij, wat zeg je nu, zeg speel je mee of ben je schuw?
Van dir-don-don, van dir-don-don, van dir-don-don, don, dir-don-deine.
Zie, daar is lanterlu!
4.
Hier hoort ook wel een glaasje bij, ik breng jou op een zom.
Uw naast' gebuuren aan weerszij, komt vrienden keert u om
en kust de meisjes dat het raakt, terwijl de wijn ons vrolijk maakt.
Van dir-don-don, van dir-don-don, van dir-don-don, don, dir-don-deine.
Het wijntje vrolijk maakt!

Lied • De Zilvervloot Opmerking

2 gelijke stemmen · Oudnederlands · zeemanslied · Nederlands · + piano · meerstemmig (gelijke stemmen) · 11-12 jaar · 13+ jaar
1.
Heb je wel gehoord van de zilveren vloot,
de zilveren vloot van Spanje?
Die had er veel Spaanse matten aan boord
en appeltjes van Oranje!
Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein.
Zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot:
hij heeft gewonnen de Zilvervloot!
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zilvervloot!
2.
Sprak toen niet Piet Hein met een aalwaerig woord:
"Wel jongetjes van Oranje,
kom, klim er_'s gauw aan dat Spaanse boord
en rol me de matten van Spanje."
Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein.
Zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot:
hij heeft gewonnen de Zilvervloot!
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zilvervloot!
3.
Klommen niet de jongens als katten in_'t want
en vochten ze niet als leeuwen?
Ze maakten de Spanjers duchtig te schand',
tot in Spanje klonk hun schreeuwen!
Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein.
Zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot:
hij heeft gewonnen de Zilvervloot!
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zilvervloot!
4.
Kwam er nu eenmaal zo'n zilveren vloot.
Zeg, zou jullie nóg zo kloppen?
Of zou je je veilig en wel buiten schoot
maar stil in je hangmat stoppen?
Wel, Hollands bloed, dat bloed heeft nog wel moed!
Al bennen we niet groot, al bennen we niet groot:
Wij zouden winnen de Zilvervloot,
wij zouden winnen de Zilvervloot!

Lied • Die meij plaisant

eenstemmig · Oudnederlands · lente · zomer · Nederlands · eenstemmig · 9-10 jaar
1.
Die meij plaisant willen wij planten,
't_is nu de tijd zo dat behoort;
Men ziet nu vreugd’ aan alle kanten,
die vogelkens zingen met zoet akkoord.
2.
Die bloemkens staan zeer wijd ontloken
al door de dauw en zonneklaar.
Zij staan ter velde met zoete roken,
komt met uw liefke, paar aan paar.
3.
Komt met uw liefke en wilt inhalen
de meij zeer zoet en wel gebloeid.
Men zal u lonen, vrij zonder falen,
want uit de meij veel liefde groeit.
4.
Adieu, prinses, ontvang de deez' meije,
die u ter ere nu is geplant.
God zo almachtig, wil u geleiden,
uw vreugd' vermeren aan alle kant.

Lied • Die nacht, toen Jozef nauw'lijks sliep (1)

eenstemmig · Oudnederlands · Kerstmis · Nederlands · + piano · eenstemmig · 9-10 jaar
1.
Die nacht, toen Jozef nauw’lijks sliep,
hoorde Maria een stem die riep:
"Vrees niet, u zal geen leed geschiên,
doe open, ik wil uw kindje zien."
Zacht stond zij op, ontsloot de deur
en zie, daar stond een vreemd'ling veur.
2.
Gedost, alsof hij ridder was,
met halsberg, helm en harrenas
en een reuzig kruiszwaard,vlammend als vuur
en aan elke schouder een wiek van azuur.
En toen hij voor het kribbetje stond,
lei hij eerbiedig zijn helm op de grond.
3.
Boog diep het hoofd en knielde neer
en sprak: "Ik groet u, mijn vorst en heer.
Maria, nu is de tijd volbracht,
de poort van Eden ontsloot deez' nacht.
Voor allen staat zij weer open thans,
nu mag ik keren in 's hemels glans.
4.
Voor allen staat zij weer open thans,
nu mag ik keren in 's hemels glans.
En 't zwaard der wraak', mijn vorst en heer,
aan uw rose voetjes leg ik het neer."
Dra richtte zich op de hemeling,
zette zijn helm op 't hoofd en ging.

Lied • Die nacht, toen Jozef nauw'lijks sliep (2)

2 gelijke stemmen · Oudnederlands · Kerstmis · Nederlands · + piano · meerstemmig (gelijke stemmen) · 11-12 jaar
1.
Die nacht, toen Jozef nauw'lijks sliep,
hoorde Maria een stem die riep:
"Vrees niet, u zal geen leed geschiên,
doe open, ik wil uw Kindje zien."
Zacht stond zij op, ontsloot de deur
en zie, daar stond een vreemd'ling veur.
2.
Gedost, alsof hij ridder was,
met halsberg, helm en harrenas
en een reuzig kruiszwaard, vlammend als vuur
en aan elke schouder een wiek van azuur.
En toen hij voor het kribbetje stond,
lei hij eerbiedig zijn helm op de grond.
3.
Boog diep het hoofd en knielde neer
en sprak: "Ik groet u, mijn vorst en heer.
Maria, nu is de tijd volbracht,
de poort van Eden ontsloot deez' nacht.
Voor allen staat zij weer open thans,
nu mag ik keren in 's_hemels glans.
4.
Voor allen staat zij weer open thans,
nu mag ik keren in 's_hemels glans.
En_'t zwaard der wraak', mijn vorst en heer,
aan uw rose voetjes leg ik het neer."
Dra richtte zich op de hemeling,
zette zijn helm op_'t hoofd en ging.

Lied • Die nachtegaal, die zank een lied (1)

eenstemmig · dier · Oudnederlands · Nederlands · eenstemmig · kerktoonladder · 9-10 jaar
1.
Die nachtegaal, die zank een lied, dat leerde ik:
Ik hebbe een verholen lief, die vrijde ik
en die wil ik niet laten, ja, laten.
Ik hope nog een kort half nacht in mijns liefs arm te slapen.
2.
Die moeder van den bedde sprank ontstak haar licht,
zij vond haar jongste dochter op haar bedde nicht:
"Waar is zij nu gegangen, ja, gangen?
Nu is mijn jongste dochter weg met een zo vreemde manne!"
3.
"Hij was mij al zo vreemde niet, hij had mij lief;
hij voerde mij over die heiden, hij misdeed mij niet,
hij voerde mij over de heiden, ja, heiden."
Daar twee schoon liefkens samengaan, hoe node is 't dat zij scheiden.
4.
Daar twee goe liefkens aan den danse gaan,
hoe vriend'lijk zij haar oogskens op malkander slaan
gelijk die morgensterre, ja, sterre.
Mijn harteken is van zulker aard; bruin oogskens zie ik geerne.
5.
Mijn harteken is veel wilder dan een wild konijn,
dat en kan niemand temmen dan die liefste mijn.
Dat is zo'n fraaij geselle, geselle,
ook waren alle duvels zo, en ik voer in der helle.

Lied • Die nachtegaal, die zank een lied (2)

SAB · dier · Oudnederlands · Nederlands · meerstemmig (gemengde stemmen) · kerktoonladder · 13+ jaar
1.
Die nachtegaal, die zank een lied, dat leerde ik:
Ik hebbe een verholen lief, die vrijde ik
en die wil ik niet laten, ja, laten.
Ik hope nog een kort half nacht in mijns liefs arm te slapen.
2.
Die moeder van den bedde sprank ontstak haar licht,
zij vond haar jongste dochter op haar bedde nicht:
"Waar is zij nu gegangen, ja, gangen?
Nu is mijn jongste dochter weg met een zo vreemde manne!"
3.
"Hij was mij al zo vreemde niet, hij had mij lief;
hij voerde mij over die heiden, hij misdeed mij niet,
hij voerde mij over de heiden, ja, heiden."
Daar twee schoon liefkens samengaan, hoe node is_'t dat zij scheiden.
4.
Daar twee goe liefkens aan den danse gaan,
hoe vriend'lijk zij haar oogskens op malkander slaan
gelijk die morgensterre, ja, sterre.
Mijn harteken is van zulker aard; bruin oogskens zie ik geerne.
5.
Mijn harteken is veel wilder dan een wild konijn,
dat en kan niemand temmen dan die liefste mijn.
Dat is zo'n fraaij geselle, geselle,
ook waren alle duvels zo, en ik voer in der helle.

Lied • Die winter is vergangen (1)

eenstemmig · Oudnederlands · lente · Nederlands · Duits · + akkoorden · eenstemmig · 9-10 jaar
1.
Die winter is vergangen, ik zie des meien schijn.
Ik zie die bloempkens hangen, des is mijn hart verblijd.
Zo ver aan genen dale, daar is 't genoegelijk zijn;
daar zinget die nachtegale en zo menig woudvogelkijn.
2.
Ik wil den mei gaan houwen, al in dat groene gras,
en schenken mijn boel die trouwe, die mij de liefste was,
en bidden dat zij wil komen al voor haar vensterken staan,
ontvangen den mei met bloemen: hij is zo wel gedaan.
3.
En toen die allerliefste zijn woorden had gehoord,
toen stond zij treuriglijke en sprak tot hem dit woord:
"Ik heb die mei ontvangen met groter waardigheid."
Hij kust haar aan haar wangen met groter eerbaarheid.
4.
Hij nam haar zonder treuren al in zijn armkens blank.
Die wachter op de muren hief op zijn lied en zank:
"En is daar iemand binnen die mag wel thuiswaart gaan.
Ik zie de dag opdringen, al door die wolken klaar."
5.
"Och, wachter op die muren, hoe kwelt ge mij zo hard!
Ik lig in zware treuren; mijn hart dat lijdet smart.
Dat doet die allerliefste, dat ik van haar scheiden moet,
dat klaag ik God den Here, dat ik haar laten moet."
6.
"Adieu, mijn allerliefste, adieu, schoon bloemken fijn,
adieu, schoon rozebloeme, daar moet gescheiden zijn!
Tot dat ik wederkome, die liefste zoudt gij zijn,
mijn hart, mijn allerliefste, dat hoort ja altijd dijn."

Lied • Die winter is verganghen (3)

STB · Oudnederlands · lente · Nederlands · meerstemmig (gemengde stemmen) · 13+ jaar
1.
Die winter is verganghen, ic sie des meien schijn.
Ic sie die bloemkens hanghen, des is mijn hert verblijt.
So ver aen ghenen dale, daer ist ghenoechlic sijn;
daer singhet die nachteghale, al so menich woutvoghelkijn.
2.
Ic wil den mei gaen houwen, al in dat groene gras,
end' schenken mijn boel die trouwe, die mi die lieveste was,
end' bidden dat si wil comen, al voor haer vensterken staen,
ontfanghen den mei met blommen, hi is so schoone gedaen.
3.
End' doe die suiverlike syn rden reden hadde gehoort,
doe stont si trurentlike met des sprac is een woort:
"Ik heb den mei ontfanghen met groter eerwaerdicheit."
Hi cust si aen haer wanghen; was dat niet eerbaerheit?
4.
Hi nam si sonder truren al in sijn aermkens blanc.
Die wachter op der muren, die hief op een liet ende sanc:
"En is daer ieman inne, die mach wel thuiswaert gaen.
Ic sie den dach op dringhen, al door die wolken claer."
5.
"Och, wachter op der muren, hoe quelstu mi so hart!
Ic ligghe in swaren truren, mijn herte dat lidet smert.
Dat doet die alreliefste, dat ic van haer scheiden moet,
dat claghic God den Heren, dat ic si laten moet."
6.
"Adieu, mijn alreliefste, adieu, schoon bloemken fijn,
adieu, schoon rosebloeme, daer moet ghescheiden sijn!
Hent dat ic weder come, die liefste soudt ghi sijn,
dat herte in mine live, dat hoort ja altijt dijn."

Lied • Din-din-din

Oudnederlands · Nederlands · canon · 9-10 jaar
Din-din-din dy kwam fan Brugge, met syn knapzak op syn rugge.
Dou-dou deine kwam van Brugge, met z'n pappot op z'n rugge.
Don-don deine kwam van Brugge, met z'n kastje op z'n rugge.
Poppedeine kwam van Brugge, met z'n pakske op z'n rugge.
Vogel

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor de nieuwsbrief