Wie durft de wegen wand'len die Peronnik ons toont?
Wie durft de knaap te volgen, hij wordt ervoor beloond!
(De reus, de dwerg), de draken, zij wijken voor de moed
die elke mens steeds opbrengt in voor- en tegenspoed.
Bibliotheek
Canons
Liederen kleuters
Liederen klas 1
Liederen klas 2
Liederen klas 3
Liederen klas 4
Liederen klas 5
Liederen klas 6
Liederen klas 7
Liederen - jaarfeesten
Liederen - thema's
Meerstemmig
Helioskampen
Auteurs
De 25 favorieten van ...
Ademhaling
Articulatie
Brommers
Concentratie
Houding
Luisteren
Resonans
Stem losmaken
Kinderen met zangproblemen
Lied • Peronnik de Onnozele (2)
1.
2.
De kleine knaap aanhoorde de ridder zijn verhaal,
hij zal de wegen vinden, al is de vlakte kaal:
(geen vuur, geen wind), geen rotsen weerhouden hem ervan
de schaal en lans te zoeken, geen draak doorkruist zijn plan.
hij zal de wegen vinden, al is de vlakte kaal:
(geen vuur, geen wind), geen rotsen weerhouden hem ervan
de schaal en lans te zoeken, geen draak doorkruist zijn plan.
3.
In 't duister doemt de stroom op, de zwarte dame wacht.
Zij helpt de dapp're jongen: Rogéar verliest zijn macht.
(De leeuw, de bloem), het veulen, de dwerg, de reuzeman,
zij wachten op de strijder die 't slot betreden kan.
Zij helpt de dapp're jongen: Rogéar verliest zijn macht.
(De leeuw, de bloem), het veulen, de dwerg, de reuzeman,
zij wachten op de strijder die 't slot betreden kan.
Lied • Peronnik de Onnozele (1)
1.
Wie durft de wegen wand'len
die Peronnik ons toont?
Wie durft de knaap te volgen,
hij wordt ervoor beloond!
De reus, de dwerg, de draken,
zij wijken voor de moed
die elke mens steeds opbrengt
in voor- en tegenspoed.
die Peronnik ons toont?
Wie durft de knaap te volgen,
hij wordt ervoor beloond!
De reus, de dwerg, de draken,
zij wijken voor de moed
die elke mens steeds opbrengt
in voor- en tegenspoed.
2.
De kleine knaap aanhoorde
de ridder zijn verhaal,
hij zal de wegen vinden,
al is de vlakte kaal:
geen vuur, geen wind, geen rotsen
weerhouden hem ervan
de schaal en lans te zoeken,
geen draak doorkruist zijn plan.
de ridder zijn verhaal,
hij zal de wegen vinden,
al is de vlakte kaal:
geen vuur, geen wind, geen rotsen
weerhouden hem ervan
de schaal en lans te zoeken,
geen draak doorkruist zijn plan.
3.
In 't duister doemt de stroom op,
de zwarte dame wacht.
Zij helpt de dapp're jongen:
Rogéar verliest zijn macht.
De leeuw, de bloem, het veulen,
de dwerg, de reuzeman,
zij wachten op de strijder
die 't slot betreden kan.
de zwarte dame wacht.
Zij helpt de dapp're jongen:
Rogéar verliest zijn macht.
De leeuw, de bloem, het veulen,
de dwerg, de reuzeman,
zij wachten op de strijder
die 't slot betreden kan.
Lied • Ah, noble Prometheus
Ah, noble Prometheus, he sacrficed to much for us.
For all of eternity he must remain chained to this rock in sun or rain.
Every foul morning the eagle swoops down to ravage his body and cause him great pain.
Every evening his body heals, only repeat this terrible or-deal.
A lofty gift he gave to us all, a gift, alas, that caused his downfall.
He angered great Zeus, who could not abide the danger of men rising near to his side.
’T was fire held forth in his hand. It lit up the earth and shone across the land
so that man might rise from humble beginnings. Praise to Prometheus, man is singing!
For all of eternity he must remain chained to this rock in sun or rain.
Every foul morning the eagle swoops down to ravage his body and cause him great pain.
Every evening his body heals, only repeat this terrible or-deal.
A lofty gift he gave to us all, a gift, alas, that caused his downfall.
He angered great Zeus, who could not abide the danger of men rising near to his side.
’T was fire held forth in his hand. It lit up the earth and shone across the land
so that man might rise from humble beginnings. Praise to Prometheus, man is singing!
Lied • Andra moi ennepe, Mousa (1)
Andra moi ennepe, Mousa,
polutropon hos mala polla planghte,
Mousa, Mousa, Mousa.
polutropon hos mala polla planghte,
Mousa, Mousa, Mousa.
Lied • Don Quichote (2)
1.
Ik ben Don Quichote de La Mancha,
ik bestrijd het kwade hier op aard',
ik ben Don Quichote de La Mancha,
ik trek rond als ridder op mijn paard.
ik bestrijd het kwade hier op aard',
ik ben Don Quichote de La Mancha,
ik trek rond als ridder op mijn paard.
Tra-la-la, tra-la-la-la-la, ...
2.
En mijn trouwe domme Sancho Panzo,
hij verafschuwt gruwelijke strijd,
daarom helpt hij steeds met grote ijver,
zodat hij mij van de smaad bevrijdt.
hij verafschuwt gruwelijke strijd,
daarom helpt hij steeds met grote ijver,
zodat hij mij van de smaad bevrijdt.
Tra-la-la, tra-la-la-la-la, ...
3.
Ach, mijn Dulcinea van Toboosa,
'k_droom van u als schone gemalin,
Ach, mijn lieve ware Mona Rosa,
'k_zal u maken tot mijn koningin.
'k_droom van u als schone gemalin,
Ach, mijn lieve ware Mona Rosa,
'k_zal u maken tot mijn koningin.
Tra-la-la, tra-la-la-la-la, ...
Lied • Michael Finnegan
1.
There was an old man named Michael Finnegan,
he grew whiskers on his chin-ne-gan.
The wind came up and blew them in-ne-gan.
Poor old Michael Finnegan, begin-ne-gan!
he grew whiskers on his chin-ne-gan.
The wind came up and blew them in-ne-gan.
Poor old Michael Finnegan, begin-ne-gan!
2.
There was an old man named Michael Finnegan,
he kicked up an awful din-ne-gan,
because they said he must not sing-ne-gan.
Poor old Michael Finnegan, begin-ne-gan!
he kicked up an awful din-ne-gan,
because they said he must not sing-ne-gan.
Poor old Michael Finnegan, begin-ne-gan!
3.
There was an old man named Michael Finnegan,
he went fishing with a pin-ne-gan.
Caught a fish but dropped it in-ne-gan.
Poor old Michael Finnegan, begin-ne-gan!
he went fishing with a pin-ne-gan.
Caught a fish but dropped it in-ne-gan.
Poor old Michael Finnegan, begin-ne-gan!
4.
There was an old man named Michael Finnegan,
climbed a tree and barked his shin-ne-gan.
Took of several yards of skin-ne-gan.
Poor old Michael Finnegan, begin-ne-gan!
climbed a tree and barked his shin-ne-gan.
Took of several yards of skin-ne-gan.
Poor old Michael Finnegan, begin-ne-gan!
5.
There was an old man named Michael Finnegan,
he grew fat and then grew thin-ne-gan.
Then he died and had to begin-ne-gan.
Poor old Michael Finnegan, STOP!
he grew fat and then grew thin-ne-gan.
Then he died and had to begin-ne-gan.
Poor old Michael Finnegan, STOP!
Lied • Don Quichote (1)
1.
Ik ben Don Quichote de La Mancha,
ik bestrijd het kwade hier op aard',
ik ben Don Quichote de La Mancha,
ik trek rond als ridder op mijn paard.
ik bestrijd het kwade hier op aard',
ik ben Don Quichote de La Mancha,
ik trek rond als ridder op mijn paard.
Tra-la-la, tra-la-la-la-la, ...
2.
En mijn trouwe domme Sancho Panzo,
hij verafschuwt gruwelijke strijd,
daarom helpt hij steeds met grote ijver,
zodat hij mij van de smaad bevrijdt.
hij verafschuwt gruwelijke strijd,
daarom helpt hij steeds met grote ijver,
zodat hij mij van de smaad bevrijdt.
Tra-la-la, tra-la-la-la-la, ...
3.
Ach, mijn Dulcinea van Toboosa,
'k droom van u als schone gemalin,
Ach, mijn lieve ware Mona Rosa,
'k zal u maken tot mijn koningin.
'k droom van u als schone gemalin,
Ach, mijn lieve ware Mona Rosa,
'k zal u maken tot mijn koningin.
Tra-la-la, tra-la-la-la-la, ...
1.
Duister nog is het rijk van Kalevala,
akker en boom schept Väinämöinens zang.
akker en boom schept Väinämöinens zang.
Helden ontwaakt! Helden uit Kalevala,
wijst ons de weg, gij Lemminkainen!
Kantele speel! Zing met ons, Väinämöinen,
smeedt ons de toekomst, gij Ilmarin'!
wijst ons de weg, gij Lemminkainen!
Kantele speel! Zing met ons, Väinämöinen,
smeedt ons de toekomst, gij Ilmarin'!
2.
Ilmarin' smeedt de wonderbare Sampo,
in Noordlands duisternis uit 't_al ontstaan.
in Noordlands duisternis uit 't_al ontstaan.
Helden ontwaakt! Helden uit Kalevala,
wijst ons de weg, gij Lemminkainen!
Kantele speel! Zing met ons, Väinämöinen,
smeedt ons de toekomst, gij Ilmarin'!
wijst ons de weg, gij Lemminkainen!
Kantele speel! Zing met ons, Väinämöinen,
smeedt ons de toekomst, gij Ilmarin'!
3.
In Tuonela daalde Lemmikainen,
werd daar verscheurd, doch weder opgewekt.
werd daar verscheurd, doch weder opgewekt.
Helden ontwaakt! Helden uit Kalevala,
wijst ons de weg, gij Lemminkainen!
Kantele speel! Zing met ons, Väinämöinen,
smeedt ons de toekomst, gij Ilmarin'!
wijst ons de weg, gij Lemminkainen!
Kantele speel! Zing met ons, Väinämöinen,
smeedt ons de toekomst, gij Ilmarin'!
4.
O, gij drie helden onzer mensheid,
geeft ons uw licht, vormt onze jonge kracht.
geeft ons uw licht, vormt onze jonge kracht.
Helden ontwaakt! Helden uit Kalevala,
wijst ons de weg, gij Lemminkainen!
Kantele speel! Zing met ons, Väinämöinen,
smeedt ons de toekomst, gij Ilmarin'!
wijst ons de weg, gij Lemminkainen!
Kantele speel! Zing met ons, Väinämöinen,
smeedt ons de toekomst, gij Ilmarin'!
Lied • Andra moi ennepe, Mousa (2)
Andra moi ennepe, Mousa,
polutropon hos mala polla planghte,
Mousa, Mousa, Mousa.
polutropon hos mala polla planghte,
Mousa, Mousa, Mousa.
Lied • Fairest isle
1.
Fairest isle, all isles excelling,
seat of pleasure and of love,
Venus here will choose her dwelling,
and forsake her Cyprian grove.
Cupid from his fav'rite nation care
and envy will remove;
that poisons passion, and despair
that dies for love.
seat of pleasure and of love,
Venus here will choose her dwelling,
and forsake her Cyprian grove.
Cupid from his fav'rite nation care
and envy will remove;
that poisons passion, and despair
that dies for love.
2.
Gentle murmurs, sweet complaining,
sighs that blow the fire of love,
soft repulses, kind disdaining,
shall be all the pains you prove.
Ev'ry swain shall pay his duty,
grateful ev'ry nymph shall prove;
and as these excel in beauty,
those shall be renown'd for love.
sighs that blow the fire of love,
soft repulses, kind disdaining,
shall be all the pains you prove.
Ev'ry swain shall pay his duty,
grateful ev'ry nymph shall prove;
and as these excel in beauty,
those shall be renown'd for love.
1.
Chevaliers de la table ronde, goûtons voir si le vin est bon. 2x
Goûtons voir, oui, oui, oui, goûtons voir, non, non, non,
goûtons voir si le vin est bon. 2x
goûtons voir si le vin est bon. 2x
2.
S'il est bon, s'il est agréable, j'en boirai jusqu'à mon plaisir. 2x
Goûtons voir, oui, oui, oui, goûtons voir, non, non, non,
goûtons voir si le vin est bon. 2x
goûtons voir si le vin est bon. 2x
3.
Si je meurs, je veux qu'on m'enterre dans la cave ou il y'a du bon vin. 2x
Goûtons voir, oui, oui, oui, goûtons voir, non, non, non,
goûtons voir si le vin est bon. 2x
goûtons voir si le vin est bon. 2x
4.
Les deux pieds contre la muraille et la tête sous le robinet. 2x
Goûtons voir, oui, oui, oui, goûtons voir, non, non, non,
goûtons voir si le vin est bon. 2x
goûtons voir si le vin est bon. 2x
5.
Et les quatre plus grands ivrognes porteront les quatr' coins du drap. 2x
Goûtons voir, oui, oui, oui, goûtons voir, non, non, non,
goûtons voir si le vin est bon. 2x
goûtons voir si le vin est bon. 2x
6.
Et si le tonneau se debouche, j'en boirai jusqu'à mon plaisir. 2x
Goûtons voir, oui, oui, oui, goûtons voir, non, non, non,
goûtons voir si le vin est bon. 2x
goûtons voir si le vin est bon. 2x
7.
Et s'il en reste quelques gouttes, ce sera pour nous rafraîchir. 2x
Goûtons voir, oui, oui, oui, goûtons voir, non, non, non,
goûtons voir si le vin est bon. 2x
goûtons voir si le vin est bon. 2x
8.
Sur ma tombe, je veux qu'on inscrive: 'Ici gît le roi des buveurs'. 2x
Goûtons voir, oui, oui, oui, goûtons voir, non, non, non,
goûtons voir si le vin est bon. 2x
goûtons voir si le vin est bon. 2x
Lied • My love has gone to Avalon
1.
My love has gone to Avalon, the winter here's too cold's,
As vanquished kings from fields of fog did in their days of old's.
As she moves through, shimming climbs and views the ancient stones.
As vanquished kings from fields of fog did in their days of old's.
As she moves through, shimming climbs and views the ancient stones.
I stand here on my hill alone, here on my hill alone,
here on my hill alone, here on my hill.
here on my hill alone, here on my hill.
2.
I did as much as I could do to bind my love to stay.
From Lowthian to Tennt o'Jells, a long and weary way.
No wanted Celt am I to bind her fancy to my own.
From Lowthian to Tennt o'Jells, a long and weary way.
No wanted Celt am I to bind her fancy to my own.
I stand here on my hill alone, here on my hill alone,
here on my hill alone, here on my hill.
here on my hill alone, here on my hill.
3.
My city stands full in the gaze, a proud and emty shell.
A ruined chapel mocks the view above a baron well.
And I see breeze from Greenland's coast to nice the futile son.
A ruined chapel mocks the view above a baron well.
And I see breeze from Greenland's coast to nice the futile son.
I stand here on my hill alone, here on my hill alone,
here on my hill alone, here on my hill.
here on my hill alone, here on my hill.
4.
Perhaps I'll go to Westmorland, where hills are not so high,
or make my way to Anglia, where Lowland bustles ly.
No darkened towns, no place of rest for one who's sore wi'd shine.
or make my way to Anglia, where Lowland bustles ly.
No darkened towns, no place of rest for one who's sore wi'd shine.
I stand here on my hill alone, here on my hill alone,
here on my hill alone, here on my hill.
here on my hill alone, here on my hill.
Lied • 't Ros Beiaard
1.
't_Ros Beiaard doet zijn ronde
in de stad van Dendermonde.
Die van Aalst die zijn zo kwaad,
omdat hier 't_Ros Beiaard gaat.
De vier Aymonskinderen jent
met blanke zwaard in d'hand.
Zie ze rijden: 't_zijn de
schoonsten van ons land.
't_Ros Beiaard hoog verheven,
hij is in het vuur gebleven.
Zie, 't_Ros Beiaard hoog verheven!
Zie, 't_Ros Beiaard zeer charmant!
in de stad van Dendermonde.
Die van Aalst die zijn zo kwaad,
omdat hier 't_Ros Beiaard gaat.
De vier Aymonskinderen jent
met blanke zwaard in d'hand.
Zie ze rijden: 't_zijn de
schoonsten van ons land.
't_Ros Beiaard hoog verheven,
hij is in het vuur gebleven.
Zie, 't_Ros Beiaard hoog verheven!
Zie, 't_Ros Beiaard zeer charmant!
2.
't_Ros Beiaards ogen fonk'len,
zijne brede manen kronk'len.
En hij wendt hem fraai en vlug
met vier broers op zijne rug.
De vier Aymonskinderen jent
met blanke zwaard in d'hand.
Zie ze rijden: 't_zijn de
schoonsten van ons land.
Hun harnas, schild en lansen
blinken bij de zonneglanzen.
En den Beiaard 't_vooisken geeft,
daar het Ros zijn eer in heeft.
zijne brede manen kronk'len.
En hij wendt hem fraai en vlug
met vier broers op zijne rug.
De vier Aymonskinderen jent
met blanke zwaard in d'hand.
Zie ze rijden: 't_zijn de
schoonsten van ons land.
Hun harnas, schild en lansen
blinken bij de zonneglanzen.
En den Beiaard 't_vooisken geeft,
daar het Ros zijn eer in heeft.
3.
O, Dendermondenaren
blijf altijd de roem bewaren
van het paard zo wijd vermaard,
als de grootste man op aard.
De vier Aymonskinderen jent
met blanke zwaard in d'hand.
Zie ze rijden: 't_zijn de
schoonsten van ons land.
't_Ros Beiaard is ons glorie
en benijdt g'ons de victorie,
Aalst, gij hebt nog min verstand
als ons ridderros vaillant.
blijf altijd de roem bewaren
van het paard zo wijd vermaard,
als de grootste man op aard.
De vier Aymonskinderen jent
met blanke zwaard in d'hand.
Zie ze rijden: 't_zijn de
schoonsten van ons land.
't_Ros Beiaard is ons glorie
en benijdt g'ons de victorie,
Aalst, gij hebt nog min verstand
als ons ridderros vaillant.
4.
't_Ros Beiaard hoog verheven,
hij heeft hem in_'t vuur begeven.
En het werk, op_'t oorlogsveld,
alles voor zijn groot geweld.
De vier Aymonskinderen jent
met blanke zwaard in d'hand.
Zie ze rijden: 't_zijn de
schoonsten van ons land.
't_Ros Beiaard doet zijn rond
in de stad Dendermonde.
Die van Aalst die zijn zo kwaad,
omdat hier 't_Ros Beiaard gaat.
hij heeft hem in_'t vuur begeven.
En het werk, op_'t oorlogsveld,
alles voor zijn groot geweld.
De vier Aymonskinderen jent
met blanke zwaard in d'hand.
Zie ze rijden: 't_zijn de
schoonsten van ons land.
't_Ros Beiaard doet zijn rond
in de stad Dendermonde.
Die van Aalst die zijn zo kwaad,
omdat hier 't_Ros Beiaard gaat.