Anneke Tanneke toverheks,
waar ga je wel naar toe?
Ik trek de hele wereld rond
en wordt zo toch niet moe.
Maar ikke wel, riep toen de hond
en gooide Anneke op de grond.
Bibliotheek
Leeftijdsgroep
Soort lied
Toonreeks
Begeleiding
Taal
Jaarfeest
Seizoen
Thema
Bezetting
Liederen kleuters
Ademhaling
Articulatie
Brommers
Concentratie
Houding
Luisteren
Resonans
Stem losmaken
Kinderen met zangproblemen
Lied • Anneke Tanneke toverheks
Lied • Arabine koeterine
Arabine koeterine,
van je trif-troef-traf.
Prrr, laat de beentjes gaan.
Ha, die is af!
van je trif-troef-traf.
Prrr, laat de beentjes gaan.
Ha, die is af!
Lied • Arie Bombarie
1.
Arie Bombarie, waar ga je naar toe?
Naar de dwergen op de zeven bergen, over de zee.
Arie Bombarie, wie gaat er met je mee?
Naar de dwergen op de zeven bergen, over de zee.
Arie Bombarie, wie gaat er met je mee?
2.
Naar de reuzen met hun lange neuzen, over de zee.
Lied • De gouden poort
Hou op en hou aan, daar komen wij aan, daar komen wij door de poort gegaan, de gouden poort is open, daar komen wij door gelopen.
Lied • De mol
Waar is de mollemollemol?
En de mol is hier niet, en de mol is daar niet.
Waar is de mollemollemol?
En de mol is in zijn hol!
En de mol is hier niet, en de mol is daar niet.
Waar is de mollemollemol?
En de mol is in zijn hol!
1.
Een vlinder had een ei gelegd, 't lag op een eikenblad;
er kroop een piepklein rupsje uit dat at en at en at.
Het at het hele blaadje op en nam er nog een paar.
Het spon zich daarna in als pop, toen was het rupsje klaar.
er kroop een piepklein rupsje uit dat at en at en at.
Het at het hele blaadje op en nam er nog een paar.
Het spon zich daarna in als pop, toen was het rupsje klaar.
2.
En toen er na een hele tijd een nieuwe dag begon,
kroop er een kleine vlinder uit die straalde als de zon.
Ze dartelde de wereld rond, ze danste op en neer
en legde op een eikenblad een piepklein eitje neer.
kroop er een kleine vlinder uit die straalde als de zon.
Ze dartelde de wereld rond, ze danste op en neer
en legde op een eikenblad een piepklein eitje neer.
Lied • Doe open nu het duivenhuis!
Doe open nu het duivenhuis, de duifjes vliegen er vrolijk uit!
Ze vliegen uit met brede vlucht en zweven in de blauwe lucht.
Maar keren ze weer van ’t vliegen moe, dan sluiten we zacht het duivenhuis toe.
Roe-koe roe-koe, roe koe roe koe, roekoe roekoe.
Ze vliegen uit met brede vlucht en zweven in de blauwe lucht.
Maar keren ze weer van ’t vliegen moe, dan sluiten we zacht het duivenhuis toe.
Roe-koe roe-koe, roe koe roe koe, roekoe roekoe.
Lied • Één, twee, drie, wie heeft de bal?
Eén twee drie wie heeft de bal, die mooie bal van goud?
Kijk maar om; ik heb ’m al, die mooie bal van goud!
Kijk maar om; ik heb ’m al, die mooie bal van goud!
Lied • En ik ga uit wand'len
En ik ga uit wand'len op een zomerse dag. Zoek er naar een vriendje op een zomerse dag, 'k Heb hem al gevonden op een zomerse dag. En nu gaan wij samen op een zomerse dag.
Lied • Er zat een klein kaboutertje (2)
Er zat een klein kaboutertje, huilend op een steen.
Huilend, huilend, helemaal alleen.
Sta op, kaboutertje, droog je traantjes af!
Kies een kindje uit de kring, anders ben je af!
Huilend, huilend, helemaal alleen.
Sta op, kaboutertje, droog je traantjes af!
Kies een kindje uit de kring, anders ben je af!
Lied • Groen is 't gras (2)
1.
Groen is 't gras Groen is 't gras
'k Heb verloren mijn beste vriend, 'k zal hem zoeken moeten.
Zoek ik hier, zoek ik daar; onder jullie allen,
is er zeker toch wel één die me zal bevallen.
'k Heb verloren mijn beste vriend, 'k zal hem zoeken moeten.
Zoek ik hier, zoek ik daar; onder jullie allen,
is er zeker toch wel één die me zal bevallen.
2.
Draai je 'ns om, want ik ken je niet, ben je het wel of ben je 't niet?
Nee, nee, je bent het niet, keer je om want je bent het niet!
Ja, ja, ik zie het goed, dat jij met mijn dansen moet.
Nee, nee, je bent het niet, keer je om want je bent het niet!
Ja, ja, ik zie het goed, dat jij met mijn dansen moet.
3.
En boven op de bergen, sim-per-de-sim-sim-sim,
dansen alle dwergen, sim-per-de-sim-sim-sim.
En boven op de bergen, sim-per-de-sim-sim-sim,
dansen alle dwergen, sim-per-de-sim-sim-sim.
simperdesimsimsim simper de sim sim sim
dansen alle dwergen, sim-per-de-sim-sim-sim.
En boven op de bergen, sim-per-de-sim-sim-sim,
dansen alle dwergen, sim-per-de-sim-sim-sim.
simperdesimsimsim simper de sim sim sim
Lied • Hakmes, lepel
Lied • 'k Heb een meiboom in mijn hand
’k Heb een meiboom in mijn hand, aan wie zal ik hem geven?
Aan de juffrouw nevens mij zal ik hem presenteren!
Juffrouw danst, juffrouw springt, juffrouw heeft de mei verdiend!
Aan de juffrouw nevens mij zal ik hem presenteren!
Juffrouw danst, juffrouw springt, juffrouw heeft de mei verdiend!
Hinkel de pinkel, daar komen wij aan.
Wij hebben geen kousen of schoenen meer aan.
Met de handjes op de rug.
Hinkeldepinkel, en dan weer terug.
Wij hebben geen kousen of schoenen meer aan.
Met de handjes op de rug.
Hinkeldepinkel, en dan weer terug.
Lied • Ik geef de mooie bal nu door
Ik geef de mooie bal nu door en krijg er weer een ander voor.
Ik geef de mooie bal nu door en krijg een ander, hoor!
Ik geef de mooie bal nu door en krijg een ander, hoor!
Een grote, sterke eikenboom staat midden in het bos.
De wind die waait, de boom die zwaait, de blaadjes laten los.
Daar komen alle kind’ren aan die stampen op de grond.
Ze pakken al hun vriendjes vast en dansen in het rond.
De wind die waait, de boom die zwaait, de blaadjes laten los.
Daar komen alle kind’ren aan die stampen op de grond.
Ze pakken al hun vriendjes vast en dansen in het rond.
Lied • Klappen in de handen
Klappen in de handen: klap, klap, klap.
Stappen met de voeten: stap, stap, stap.
Klappen met een ander en ik weet wel wie: met ...
Stappen met de voeten: stap, stap, stap.
Klappen met een ander en ik weet wel wie: met ...
Lied • Kruip erdoor!
Lied • Meisje met de linten
1.
Meisje met de linten,
'k_breng je hyacinten.
Laat me niet te lang hier staan,
ik moet vandaag nog verder gaan.
'k_breng je hyacinten.
Laat me niet te lang hier staan,
ik moet vandaag nog verder gaan.
2.
Tulpen en narcissen,
later gele lissen.
Laat me niet te lang hier staan,
ik moet vandaag nog verder gaan.
later gele lissen.
Laat me niet te lang hier staan,
ik moet vandaag nog verder gaan.
3.
Hele bloesemtakken
mag je van me pakken.
Laat me niet te lang hier staan,
ik moet vandaag nog verder gaan.
mag je van me pakken.
Laat me niet te lang hier staan,
ik moet vandaag nog verder gaan.
4.
Gouden regen, blauwe regen
heb je zeker nooit gekregen.
Laat me niet te lang hier staan,
ik moet vandaag nog verder gaan.
heb je zeker nooit gekregen.
Laat me niet te lang hier staan,
ik moet vandaag nog verder gaan.
5.
Madelief en pinksterbloemen,
heel de wereld zal jij nog roemen.
Laat me niet te lang hier staan,
ik moet vandaag nog verder gaan.
heel de wereld zal jij nog roemen.
Laat me niet te lang hier staan,
ik moet vandaag nog verder gaan.
Lied • Mieke, hou je vast! (1)
1.
Mieke, hou je vast aan de takken van de bomen!
Mieke, hou je vast aan de touwen van de mast!
Mieke, hou je vast aan de touwen van de mast!
2.
Mieke, maak je los van de takken van de bomen!
Mieke, maak je los van de takken van het bos!
Mieke, maak je los van de takken van het bos!
3.
Mieke, als je valt, dan val je in het water.
Mieke, als je valt, dan val je in het nat.
Mieke, als je valt, dan val je in het nat.
Lied • Op de berg van Gloria
Op de berg van Gloria. Zó springt de kangoeroe.
Zó, gaan de paarden, ...
Zó, loopt de olifant, ...
Zó, sluipt de tijger, ...
Zó, vliegt de reiger, ...
Zó, gaan de paarden, ...
Zó, loopt de olifant, ...
Zó, sluipt de tijger, ...
Zó, vliegt de reiger, ...
Lied • Op mijn hoofd staat een bonnètje
Op mijn hoofd staat een bonnètje, en daarop een hanepluim.
Pluim, pluim, pluim, een hanepluim. Hier is mijn pink en daar is mijn duim.
Pluim, pluim, pluim, een hanepluim. Hier is mijn pink en daar is mijn duim.
Lied • Papegaaitje, leef je nog?
Papegaaitje, leef je nog, ie-ja, dee-ja?
Ja, meneer, ik ben er nog, ieja, deeja!
’k Heb m’n eten opgegeten en m’n
drinken laten staan, ie ja, dee ja, POEF!
Ja, meneer, ik ben er nog, ieja, deeja!
’k Heb m’n eten opgegeten en m’n
drinken laten staan, ie ja, dee ja, POEF!
Rood, rood, 'k heb geen rood, 'k moet nog rood gaan zoeken,
hier in alle hoeken.
hier in alle hoeken.