Als je spijkers moet halen van glinsterglas,
of een doosje gebakken sigaren,
of een deksel voor vader z'n regenjas,
of een groene katoenen lantaren,
of een binnenste buitenste brievenbus,
dan is het 1 april, dan is het 1 april!
Bibliotheek
Leeftijdsgroep
Soort lied
Toonreeks
Begeleiding
Taal
Jaarfeest
Seizoen
Thema
Bezetting
Liederen klas 4
Ademhaling
Articulatie
Brommers
Concentratie
Houding
Luisteren
Resonans
Stem losmaken
Kinderen met zangproblemen
1.
2.
Als je steeds van de muur naar het kastje moet,
en van alles moet zeggen en vragen,
als je papa gewichtig met jas en hoed,
zegt in_'t park op groot wild te gaan jagen.
Of hij roept: "Zoek eens gauw naar m'n kwiebelkwil",
dan is het 1 april, dan is het 1 april!
en van alles moet zeggen en vragen,
als je papa gewichtig met jas en hoed,
zegt in_'t park op groot wild te gaan jagen.
Of hij roept: "Zoek eens gauw naar m'n kwiebelkwil",
dan is het 1 april, dan is het 1 april!
3.
Als ze zeggen dat strakjes de wereldbol
in een vierkante cirkel gaat draaien,
dat bij mij en bij jullie, dus overal
straks een storm opsteekt zonder te waaien.
Als ze zeggen: "Kijk nou eens, je mond staat stil",
dan is het 1 april, dan is het 1 april!
in een vierkante cirkel gaat draaien,
dat bij mij en bij jullie, dus overal
straks een storm opsteekt zonder te waaien.
Als ze zeggen: "Kijk nou eens, je mond staat stil",
dan is het 1 april, dan is het 1 april!
Lied • De jonge lente (1)
De jonge lente in 't verschiet; de vogel zingt zijn lied.
Hoor, ginds in het riet: de vlasvink en de wielewaal, de merel en de griet!
Hoor, ginds in het riet: de vlasvink en de wielewaal, de merel en de griet!
Lied • De klokken van Pasen
De klokken van Rome
De klokken van Pasen galmen zo luid.
Halleluja! Surrexit Christus!
De klokken van Pasen galmen zo luid.
Halleluja! Surrexit Christus!
Vogels hoor je in de vroegte fluiten.
Bloesemknoppen komen weer naar buiten.
De lente komt, de winter is voorbij.
De lente komt en iedereen is blij.
Bloesemknoppen komen weer naar buiten.
De lente komt, de winter is voorbij.
De lente komt en iedereen is blij.
De rivier de Rhône is een wilde vloed. Ga je mee daarover; kijk dan hoe het moet. Met z’n tweeën in galoppas naar de overkant. Maar niet in de diepte kijken. Hup, we zijn aan land.
Lied • De uil zat in de olmen
De uil zat in de olmen bij 't vallen van de nacht.
En achter gindse heuvel de koekoek roept heel zacht:
koekoek, koekoekoekoekoekoek.
En achter gindse heuvel de koekoek roept heel zacht:
koekoek, koekoekoekoekoekoek.
Lied • De winter gaat nu scheiden
De winter gaat nu scheiden, de dagen worden licht.
Ons hart wil zich verblijden, de lente komt in zicht.
Ons hart wil zich verblijden, de lente komt in zicht.
Lied • Doemla
Doemla Doemla Doemla di
Doemla di bis gamba ja.
Laidi Laidi mosliwa Laidi Laidi mosliwa
Doemla di bis gamba ja.
Laidi Laidi mosliwa Laidi Laidi mosliwa
Lied • Es tönen die Lieder
Es tönen die Lieder, der Frühling kehrt wieder, es spielet der Hirte auf seiner Schalmei,
la, la, la, la, la, la, la, tra-la, la, la, la, la, la, la! tralala tra-la-la-la
la, la, la, la, la, la, la, tra-la, la, la, la, la, la, la! tralala tra-la-la-la
Lied • Frühlingskanon
Jeder Frühling bringt neue Lieder,
er bringt Kuckuck und Amsel wieder
wenn der Weissdorn blüht.
er bringt Kuckuck und Amsel wieder
wenn der Weissdorn blüht.
Lied • Haida
Lied • Halleluja - amen
Lied • Het brood komt van het koren
Het brood komt van het koren,
het koren van het licht,
het licht komt van God's aangezicht.
Zo make het brood, als God's werk,
ook onze harten licht en sterk.
het koren van het licht,
het licht komt van God's aangezicht.
Zo make het brood, als God's werk,
ook onze harten licht en sterk.
Lied • Kippenhok
Er zaten zeven kippen in een oud kippenhok
en die gingen ’s avonds samen voor het eerst op stok.
en die gingen ’s avonds samen voor het eerst op stok.
Lied • Kleine Anneleen
Kleine Anneleen zat huilend op een steen.
Van iedereen verlaten en zo heel alleen.
Van iedereen verlaten en zo heel alleen.
Lied • L'hiver s'en va
L' hiver s' en va, Pâques bientôt fleurira.
La cloche sonnera: Alléluia Halleluja Alleluja
La cloche sonnera: Alléluia Halleluja Alleluja
Lied • Lachend komt de jonge lente aan
Lachend komt de jonge lente aan,
de winter is nu weer gedaan.
Bloemen bloeien in het groene woud,
de koekoek roept in’t hout, in het hout
de winter is nu weer gedaan.
Bloemen bloeien in het groene woud,
de koekoek roept in’t hout, in het hout
Jezus zou van zijn moeder gaan,
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
1.
"Ach, Zoon, ach, liefste Jezus mijn,
waar zal je de Heilige Zondag zijn?"
"Zondag rijd ik in een koningsstoet
met kleden en palmen gespreid voor mijn voet."
waar zal je de Heilige Zondag zijn?"
"Zondag rijd ik in een koningsstoet
met kleden en palmen gespreid voor mijn voet."
Jezus zou van zijn moeder gaan,
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
2.
"Ach, Zoon, ach, liefste Jezus mijn,
waar zal je de Heilige Maandag zijn?"
"Maandag dan ben ik een bedelman,
die nergens een toevlucht vinden kan."
waar zal je de Heilige Maandag zijn?"
"Maandag dan ben ik een bedelman,
die nergens een toevlucht vinden kan."
Jezus zou van zijn moeder gaan,
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
3.
"Ach, Zoon, ach, liefste Jezus mijn,
waar zal je de Heilige Dinsdag zijn?"
"Dinsdag ben ik een profeet, ik vermaan
en voorspel hoe hemel en aarde vergaan."
waar zal je de Heilige Dinsdag zijn?"
"Dinsdag ben ik een profeet, ik vermaan
en voorspel hoe hemel en aarde vergaan."
Jezus zou van zijn moeder gaan,
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
4.
"Ach, Zoon, ach, liefste Jezus mijn,
waar zal je de Heilige Woensdag zijn?"
"Woensdag word ik door verraad bezocht,
voor dertig zilverlingen verkocht."
waar zal je de Heilige Woensdag zijn?"
"Woensdag word ik door verraad bezocht,
voor dertig zilverlingen verkocht."
Jezus zou van zijn moeder gaan,
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
5.
"Ach, Zoon, ach, liefste Jezus mijn,
waar zal je de Heilige Donderdag zijn?"
"Donderdag zit ik hoog in een zaal
als offerlam bij het Avondmaal."
waar zal je de Heilige Donderdag zijn?"
"Donderdag zit ik hoog in een zaal
als offerlam bij het Avondmaal."
Jezus zou van zijn moeder gaan,
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
6.
"Ach, Zoon, ach, liefste Jezus mijn,
waar zal je de Heilige Vrijdag zijn?"
"Ach, moeder, ach, liefste moeder mijn,
kon u die vrijdag verborgen zijn!"
waar zal je de Heilige Vrijdag zijn?"
"Ach, moeder, ach, liefste moeder mijn,
kon u die vrijdag verborgen zijn!"
Jezus zou van zijn moeder gaan,
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
7.
"Ach, Zoon, ach, liefste Jezus mijn,
waar zal je de Heilige Zaterdag zijn?"
"Zaterdag ben ik een slapend zaad,
dat heel de aarde ontbloeien laat!"
waar zal je de Heilige Zaterdag zijn?"
"Zaterdag ben ik een slapend zaad,
dat heel de aarde ontbloeien laat!"
Jezus zou van zijn moeder gaan,
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
de grote Heilige Week brak aan.
Toen voelde Maria diepe smart,
zij vroeg haar Zoon met treurend hart:
8.
"Zondag, verheug u, o, moeder mijn,
zal ik uit de dood herrezen zijn!"
zal ik uit de dood herrezen zijn!"
Lied • Luid het uit!
Lied • Maart roert zijn staart (2)
Maart roert zijn staart en april doet wat hij wil:
van de regen in de drup maakt niet zoveel verschil.
van de regen in de drup maakt niet zoveel verschil.
Lied • Mioau, moiau, la nuit dernière
1.
Mioau, mioau, la nuit dernière
j'entendais dans la goutière,
le chat de notre portière.
j'entendais dans la goutière,
le chat de notre portière.
2.
Miau, miau, hörst du mich schreien?
ich will dich freien.
Folgst du mir aus den Gemächern,
singen wir hoch auf den Dächern.
Miau, komm, geliebte Katze,
reich mir deine Tat-ze!
ich will dich freien.
Folgst du mir aus den Gemächern,
singen wir hoch auf den Dächern.
Miau, komm, geliebte Katze,
reich mir deine Tat-ze!
Lied • Nine red horsemen
1.
I saw nine red horsemen riding over the plain
and each held his charger by his long flowing mane.
and each held his charger by his long flowing mane.
Ho hillo, hillo, hillo ho! Ho hillo, hillo, hillo ho! 2x
2.
Their hair streamed behind them and their eyes were a-shine.
They all rode as one man, though I knew there were nine.
They all rode as one man, though I knew there were nine.
Ho hillo, hillo, hillo ho! Ho hillo, hillo, hillo ho! 2x
3.
Their spurs clinked and jingled and their laughter was gay.
And in the red sunset they all galloped away.
And in the red sunset they all galloped away.
Ho hillo, hillo, hillo ho! Ho hillo, hillo, hillo ho! 2x
Lied • Over the hills and far away
1.
Tom, he was a piper's son, he learnt to play when he was young,
but all the tunes that he could play was "Over the hills and far away."
Over the hills and a great way off, the wind shall blow my topknot off.
but all the tunes that he could play was "Over the hills and far away."
Over the hills and a great way off, the wind shall blow my topknot off.
2.
Tom with his pipe made such a noise that he pleased both the girls and boys,
and they stopped to hear him play, "Over the hills and far away."
Over the hills and a great way off, the wind shall blow my topknot off.
and they stopped to hear him play, "Over the hills and far away."
Over the hills and a great way off, the wind shall blow my topknot off.
Ro-ro-rode kool, met een bal gehakt,
en een hete aardappel, dan praat je zo bekakt.
en een hete aardappel, dan praat je zo bekakt.