Bibliotheek
Leeftijdsgroep
Soort lied
Toonreeks
Begeleiding
Taal
Jaarfeest
Seizoen
Thema
Bezetting
Auteurs
Ademhaling
Articulatie
Brommers
Concentratie
Houding
Luisteren
Resonans
Stem losmaken
Kinderen met zangproblemen
Lied • -
1.
Zon, regen en wind
2.
Naar de aarde gaat de warme zonnestraal.
"Neem me mee, neem me mee!", zegt ’n kleine lentefee.
"Hier met zwier, hier met zwier!", giert de wind met groot plezier.
Komt ’n wolk, ’n grote wolk, vóór ’t blijde zonnevolk.
En nu? Met een flinke paraplu,
vlug naar huis en wachten niet, want het regent dat het giet!
"Neem me mee, neem me mee!", zegt ’n kleine lentefee.
"Hier met zwier, hier met zwier!", giert de wind met groot plezier.
Komt ’n wolk, ’n grote wolk, vóór ’t blijde zonnevolk.
En nu? Met een flinke paraplu,
vlug naar huis en wachten niet, want het regent dat het giet!
3.
Sun is shining on a glorious April day!
It is spring, little fairies dance and sing!
"Dashing cloud, a heavy cloud, wipes the golden sunlight out.
What’s on, dashing on!", howls the wind and off... he’s gone!
Comes a that? What’s that? How avoiding to get wet?
Run on home and do not wait! When it’s raining, it’s too late!
It is spring, little fairies dance and sing!
"Dashing cloud, a heavy cloud, wipes the golden sunlight out.
What’s on, dashing on!", howls the wind and off... he’s gone!
Comes a that? What’s that? How avoiding to get wet?
Run on home and do not wait! When it’s raining, it’s too late!
Achter in de bergen, in zijn donker hol, ligt te snurken
en te slapen een dikke, grote trol! Ligt eerst op z’n ene, en
dan op z’n andere oor. En wordt hij een keer wakker... dan slaapt hij maar weer
door. ’t Is barre, koude winter, en sneeuw bedekt het land.
Die grote reus bemerkt ’t niet, ligt snurkend op één kant.
Tot op ’n goede morgen de zon zó warmpjes schijnt, dat alle witte wintersneeuw met
grote spoed verdwijnt. De zonnestraaltjes lachen, ze hebben wát een pret!
En gluren in ’t rotsenhol... O, foei, daar ligt die reuzen-trol nog
lui maar steeds op bed! Zij glijden stil naar binnen en kietelen z’n
neus: Hatsjie! Hatsjoe! En wakker schrikt die dikke, grote reus.
De straaltjes glippen haastig weg, maar roepen toch nog vrolijk:
"Word wakker, trol, jij oude heer, al ben je ’t vergeten zeg, tóch komt de lente weer!"
en te slapen een dikke, grote trol! Ligt eerst op z’n ene, en
dan op z’n andere oor. En wordt hij een keer wakker... dan slaapt hij maar weer
door. ’t Is barre, koude winter, en sneeuw bedekt het land.
Die grote reus bemerkt ’t niet, ligt snurkend op één kant.
Tot op ’n goede morgen de zon zó warmpjes schijnt, dat alle witte wintersneeuw met
grote spoed verdwijnt. De zonnestraaltjes lachen, ze hebben wát een pret!
En gluren in ’t rotsenhol... O, foei, daar ligt die reuzen-trol nog
lui maar steeds op bed! Zij glijden stil naar binnen en kietelen z’n
neus: Hatsjie! Hatsjoe! En wakker schrikt die dikke, grote reus.
De straaltjes glippen haastig weg, maar roepen toch nog vrolijk:
"Word wakker, trol, jij oude heer, al ben je ’t vergeten zeg, tóch komt de lente weer!"
Ala, mala, mink, monk tink, tonk, toozey, oozey voozey aggardy, ah vah vack!
Beertje, dans! Dans dan in een kringetje van tra-la-la!
Spring dan door een ringetje van hop-sa-sa!
Spring dan door een ringetje van hop-sa-sa!
’k Ben de wind, ik waai gezwind, mm mm.
Luister, luister hoe ik fluister, m-m, m-m, in het riet. Hoor je me niet?
Luister, luister hoe ik fluister, m-m, m-m, in het riet. Hoor je me niet?
Lied • 'k Ben de wind (2)
Ik ben de wind, ik waai gezwind, mmmm
Luister, luister hoe ik fluiter, mmmm, in het riet.
Hoor je me niet?
Luister, luister hoe ik fluiter, mmmm, in het riet.
Hoor je me niet?
Lied • Birthday song
Susan has her birthday today.
That's why we are gay today,
happy and merry and gay.
Presents and good wishes, candies and fav'rite dishes.
Oh, Susan is gay today!
That's why we are gay today,
happy and merry and gay.
Presents and good wishes, candies and fav'rite dishes.
Oh, Susan is gay today!
1.
Dag, m’n lieve muisje! Kom eens in mijn huisje! Mag je met m’n kleintje spelen,
want dat zit zich te vervelen. Nee, poes! Mis poes! Dat zijn smoesjes!
Muisjes houden niet van poesjes. Muisjes weten veel te goed,
wat een poes met muisjes doet. Bij het eerste spelletje, snuift hij aan mijn velletje,
aan mijn staart en aan m’n kop, en daarna eet ie me op!
O, o, daar-na eet ie me op!
want dat zit zich te vervelen. Nee, poes! Mis poes! Dat zijn smoesjes!
Muisjes houden niet van poesjes. Muisjes weten veel te goed,
wat een poes met muisjes doet. Bij het eerste spelletje, snuift hij aan mijn velletje,
aan mijn staart en aan m’n kop, en daarna eet ie me op!
O, o, daar-na eet ie me op!
2.
Hey, my little mousie! Come into my housie! With my kitten you might play,
rumble, tumble round you may. No, puss! No, puss! That’s all flim-flam!
You are not as smart as I am. Ev’ry mouse knows all too well,
that a cat might make a spell. With the first game, right away, snuffle, sniff, my skin he may,
then my tail and then my head and snap... he eats my like that!
Oh, oh, snap, he eats my like that!
rumble, tumble round you may. No, puss! No, puss! That’s all flim-flam!
You are not as smart as I am. Ev’ry mouse knows all too well,
that a cat might make a spell. With the first game, right away, snuffle, sniff, my skin he may,
then my tail and then my head and snap... he eats my like that!
Oh, oh, snap, he eats my like that!
Wir möchten in den Garten geh’n, wenn nur das wilde Tier nicht käm’.
Die Glock’ schlägt eins, die Glock’ schlägt zwei, das wilde Tier ist noch nicht frei!
Die Glock’ schlägt neun, die Glock schlägt zehn, das wilde Tier, das ist zu seh’n!
Die Glock’ schlägt eins, die Glock’ schlägt zwei, das wilde Tier ist noch nicht frei!
Die Glock’ schlägt neun, die Glock schlägt zehn, das wilde Tier, das ist zu seh’n!
Said Day to Night: "I bring God’s light, what gift have you?"
Night said: "The dew."
"I give bright hours," quoth Day, "and flowers."
Said Night: "More blest, I bring sweet rest!"
Night said: "The dew."
"I give bright hours," quoth Day, "and flowers."
Said Night: "More blest, I bring sweet rest!"
Lied • De A
Loop eens mee omhoog, en weer naar beneden.
Boven is de A, doedeldie, de kind’ren zijn tevreden.
de kinderen de juffrouw is tevreden doedel die
Boven is de A, doedeldie, de kind’ren zijn tevreden.
de kinderen de juffrouw is tevreden doedel die
Ik ben een oude, bruine wolf, ik was zo graag een witte!
En daarom ga ik niet in de zon, maar wél in de regen zitten!
Want als ik héél lang in de regen zit, dan word ik misschien nog wel helemaal wit!
Of anders toch zeker een beetje bleek! Ik zit hier nu al een hele week!
En daarom ga ik niet in de zon, maar wél in de regen zitten!
Want als ik héél lang in de regen zit, dan word ik misschien nog wel helemaal wit!
Of anders toch zeker een beetje bleek! Ik zit hier nu al een hele week!
Lied • De D
1.
De koekoek en de ezel, die hadden eens een strijd;
wie wel het mooist kon zingen, wie wel het mooist kon zingen
in de schone voorjaarstijd.
wie wel het mooist kon zingen, wie wel het mooist kon zingen
in de schone voorjaarstijd.
2.
De koekoek riep: "Ik kán het!" En gaf een groot geluid.
"Maar ik kan het véél beter, maar ik kan het véél beter",
riep toen de ezel uit.
"Maar ik kan het véél beter, maar ik kan het véél beter",
riep toen de ezel uit.
3.
Dat klonk zo schoon en lieflijk, van verre en van na.
Ze zongen allebeide, ze zongen allebeide:
Koe-koek, i-a, koe-koek, i-a, koe-koek, koe-koek, i-a.
Ze zongen allebeide, ze zongen allebeide:
Koe-koek, i-a, koe-koek, i-a, koe-koek, koe-koek, i-a.
Schapenruggen golven langzaam voorbij; ’t lijkt wel ’n grijze zee, daar op die hei!
En Hektor? O, die Hektor houdt schapen bijeen; van de vele lammetjes verdwaalde niet één!
Wacht, wacht, wacht, wacht, wat blaten die lammetjes zacht.
Hoor, hoor, hoor, hoor, dat klinkt er zo zacht in mijn oor!
En Hektor? O, die Hektor houdt schapen bijeen; van de vele lammetjes verdwaalde niet één!
Wacht, wacht, wacht, wacht, wat blaten die lammetjes zacht.
Hoor, hoor, hoor, hoor, dat klinkt er zo zacht in mijn oor!
Wolle, wolle schapen, heb je 't niet warm? je het niet
Is je wol zó dik gegroeid, zo dik wel als een arm?
Schapen, schapenscheerder, kom maar met je schaar!
Wil je onze wol maar scheren? Wij zijn klaar!
Is je wol zó dik gegroeid, zo dik wel als een arm?
Schapen, schapenscheerder, kom maar met je schaar!
Wil je onze wol maar scheren? Wij zijn klaar!
Lopen, lopen, lopen, de weerwolf komt je kopen!
De weerwolf komt je halen, dat zullen we hem betalen!
We pakken hem bij z’n zwarte kop, we pakken hem bij z’n poten op,
we sluiten hem in de toren op met zeven ijzeren sloten!
De weerwolf komt je halen, dat zullen we hem betalen!
We pakken hem bij z’n zwarte kop, we pakken hem bij z’n poten op,
we sluiten hem in de toren op met zeven ijzeren sloten!
Don’t care didn’t care, don’t care was wild,
don’t care stole plum and pear like any beggar’s child.
Don’t care was made to care, don’t care was hung,
don’t care was put in the pot and boiled till he was done!
don’t care stole plum and pear like any beggar’s child.
Don’t care was made to care, don’t care was hung,
don’t care was put in the pot and boiled till he was done!
1.
Donker is de aarde, de bomen zijn nu kaal.
Voor 't kwaad bewaar' ons de dapp're Michaël, de dapp're Michaël.
Voor 't kwaad bewaar' ons de dapp're Michaël, de dapp're Michaël.
2.
Heilige Sint Maarten, hij schonk ons offerkracht.
Advent is nu gekomen en heel de wereld wacht, en heel de wereld wacht.
Advent is nu gekomen en heel de wereld wacht, en heel de wereld wacht.
3.
Nicolaas wil helpen een beter mens te zijn.
Opdat het kerstlicht strale in onze harten rein, in onze harten rein.
Opdat het kerstlicht strale in onze harten rein, in onze harten rein.
Lied • Donker is de aarde (2)
1.
Donker is de aarde, de bomen zijn nu kaal.
Voor 't kwaad bewaar' ons de dapp're Michaël, de dapp're Michaël.
Voor 't kwaad bewaar' ons de dapp're Michaël, de dapp're Michaël.
2.
Heilige Sint Maarten, hij schonk ons offerkracht.
Advent is nu gekomen en heel de wereld wacht, en heel de wereld wacht.
Advent is nu gekomen en heel de wereld wacht, en heel de wereld wacht.
3.
Nicolaas wil helpen een beter mens te zijn.
Opdat het kerstlicht strale in onze harten rein, in onze harten rein.
Opdat het kerstlicht strale in onze harten rein, in onze harten rein.
Pink, pink, pink! Pinke, pinke, pink! Vrolijk roepen mus en vink:
"Ga je wassen in de plassen, schudden met je veren, en maar kwinkeleren!"
Pink, pink, pink! Pinke, pinke, pink! Vrolijk roepen mus en vink.
"Ga je wassen in de plassen, schudden met je veren, en maar kwinkeleren!"
Pink, pink, pink! Pinke, pinke, pink! Vrolijk roepen mus en vink.
Lied • Er zaten zeven mussen
Er zaten zeven mussen, al op dat grote hek.
Ze zaten erop en ertussen; elk op z’n eigen plek.
A is Arno, B is Boudewijn, C dat is Christiaan,
D is Dorry mijn, Frits die wou ertussen zijn,
maar Ewoud wilde óp de lijn, en Gerard, die Gerard,
G is de plaats van de gouden sleutel, waar zou die wel wezen?
Sleuteltje van zilver, sleuteltje van goud, sleuteltje van koper,
sleuteltje van hout, sleuteltje van de toverkist,
ik wou maar dat ik het sleuteltje wist.
Sleuteltje van de noten, kijk eens wat ’n grote!
Ze zaten erop en ertussen; elk op z’n eigen plek.
A is Arno, B is Boudewijn, C dat is Christiaan,
D is Dorry mijn, Frits die wou ertussen zijn,
maar Ewoud wilde óp de lijn, en Gerard, die Gerard,
G is de plaats van de gouden sleutel, waar zou die wel wezen?
Sleuteltje van zilver, sleuteltje van goud, sleuteltje van koper,
sleuteltje van hout, sleuteltje van de toverkist,
ik wou maar dat ik het sleuteltje wist.
Sleuteltje van de noten, kijk eens wat ’n grote!
Lied • From the forest
1.
From the forest bring the boughs
of fir and spruce and pine.
Bring them home, bedeck the house,
for now it's Advent time.
of fir and spruce and pine.
Bring them home, bedeck the house,
for now it's Advent time.
Bring the boughs, bring the boughs,
for now it's Advent time.
for now it's Advent time.
2.
Light the candles one by one,
count off the days in rhyme.
Ev'ry day a task well done,
for now its Advent time.
count off the days in rhyme.
Ev'ry day a task well done,
for now its Advent time.
Bring the boughs, bring the boughs,
for now it's Advent time.
for now it's Advent time.
3.
In the hearth a fire lay
of oak and yew and pine.
Drive the winter chill away,
for now it's Advent time.
of oak and yew and pine.
Drive the winter chill away,
for now it's Advent time.
Bring the boughs, bring the boughs,
for now it's Advent time.
for now it's Advent time.
4.
Tune the fiddle and the lute,
oh, let the music chime.
Let none be mute,
for now it's Advent time.
oh, let the music chime.
Let none be mute,
for now it's Advent time.
Bring the boughs, bring the boughs,
for now it's Advent time.
for now it's Advent time.
5.
Come, oh, Christ Child do thy part
thy crèche awaits thee here;
enter thou, do well my heart,
for now is Christmas near!
thy crèche awaits thee here;
enter thou, do well my heart,
for now is Christmas near!