's Avonds in de poesta
hoor je vaak nomaden zingen
hoor je vaak zigeuners zingen.
Hun lied is vol melancholie
en vol herinneringen.
Fa-la-la-la, fa-la-la-la, fa-la-la-la, la-la!
Bibliotheek
Leeftijdsgroep
Soort lied
Toonreeks
Begeleiding
Taal
Jaarfeest
Seizoen
Thema
Bezetting
De 25 favorieten van ...
Ademhaling
Articulatie
Brommers
Concentratie
Houding
Luisteren
Resonans
Stem losmaken
Kinderen met zangproblemen
1.
2.
Hoor hoe de violen,
ondersteund door tamboerijnen,
hartstochtelijk en vurig
laten klinken hun refreinen.
Fa-la-la-la, fa-la-la-la, fa-la-la-la, la-la!
ondersteund door tamboerijnen,
hartstochtelijk en vurig
laten klinken hun refreinen.
Fa-la-la-la, fa-la-la-la, fa-la-la-la, la-la!
3.
's Avonds als het kampvuur brandt,
vergeet men alle zorgen.
De czardas wordt dan ingezet;
ze dansen tot de morgen.
Fa-la-la-la, fa-la-la-la, fa-la-la-la, la-la!
vergeet men alle zorgen.
De czardas wordt dan ingezet;
ze dansen tot de morgen.
Fa-la-la-la, fa-la-la-la, fa-la-la-la, la-la!
Lied • Die Elche (1)
1.
Abends zieh'n die Elche aus den Dünen, von der Palve an des Haffes Strand.
Und die Nacht, wie eine gute Mutter, deckt ihr Tuch wohl über Haff und Land. 2x
Und die Nacht, wie eine gute Mutter, deckt ihr Tuch wohl über Haff und Land. 2x
2.
Ruhig trinken sie vom großen Wasser, darin Sterne wie am Himmel steh'n.
Und sie heben ihre starkem Haüpter, lautlos in des Sommerwindes Weh'n. 2x
Und sie heben ihre starkem Haüpter, lautlos in des Sommerwindes Weh'n. 2x
3.
Ruhig ziehen wieder sie von dannen, wesen einer längst vergang'nen Zeit.
Und sie schwinden in der Ferne Nebel, wie im großen Tor der Ewigkeit. 2x
Und sie schwinden in der Ferne Nebel, wie im großen Tor der Ewigkeit. 2x
Look at the birds, see how they fly, borne on the wind and gently floating,
spreading their wings against the sky. Gracefully glide into the night.
Fly into the clouds suspended high in a balloon, we gently swing and sway.
When you 're flying up in an aeroplane, all the world looks small,
see tiny boats go sailing from tiny shores.
spreading their wings against the sky. Gracefully glide into the night.
Fly into the clouds suspended high in a balloon, we gently swing and sway.
When you 're flying up in an aeroplane, all the world looks small,
see tiny boats go sailing from tiny shores.
Lied • Hashivenu
Hashivenu, adonai Elecha.
Venashuva, venashuva. Chadesh! Chadesh! Yameinu kekedem.
Venashuva, venashuva. Chadesh! Chadesh! Yameinu kekedem.
Hill and gully rider.
And I been down low down.
And a low down Bessie down.
And you'd better mind or tumble down.
And I been down low down.
And a low down Bessie down.
And you'd better mind or tumble down.
Ide were were nita Ochun, ide were were nita ya.
Ocha kiniba nita Ochun, cheke nita ya, ide were were.
Ocha kiniba nita Ochun, cheke nita ya, ide were were.
1.
In Alaska, in Alaska,
spoelen de vrouwen
in levertraan de was na.
Ja, ja, ja, ja, spoelen de vrouwen
in levertraan de was na.
spoelen de vrouwen
in levertraan de was na.
Ja, ja, ja, ja, spoelen de vrouwen
in levertraan de was na.
2.
In de jungle, in de jungle,
houden ze niet van
dat eindeloos geklungel.
Ja, ja, ja, ja, houden ze niet
van dat eindeloos geklungel.
houden ze niet van
dat eindeloos geklungel.
Ja, ja, ja, ja, houden ze niet
van dat eindeloos geklungel.
3.
In Zoeterwoude, in Zoeterwoude,
zijn de meeste mensen
's zomers verkouden.
Ja, ja, ja, ja, zijn de meeste mensen
's zomers verkouden.
zijn de meeste mensen
's zomers verkouden.
Ja, ja, ja, ja, zijn de meeste mensen
's zomers verkouden.
4.
Op de Slotlaan, op de Slotlaan
moesten de winkels allemaal op slot gaan.
Ja, ja, ja, ja, moesten de winkels allemaal op slot gaan.
moesten de winkels allemaal op slot gaan.
Ja, ja, ja, ja, moesten de winkels allemaal op slot gaan.
5.
In Almere, in Almere
zag ik laatst twee beren broodjes smeren.
Ja, ja, ja, ja, zag ik laatst twee beren broodjes smeren.
zag ik laatst twee beren broodjes smeren.
Ja, ja, ja, ja, zag ik laatst twee beren broodjes smeren.
6.
Op de wadden, op de wadden
zijn de kikkers vriendjes met de padden.
Ja, ja, ja, ja, zijn de kikkers vriendjes met de padden.
zijn de kikkers vriendjes met de padden.
Ja, ja, ja, ja, zijn de kikkers vriendjes met de padden.
7.
Op de schommel, op de schommel
kwam ik laatst in botsing met een hommel.
Ja, ja, ja, ja, kwam ik laatst in botsing met een hommel.
kwam ik laatst in botsing met een hommel.
Ja, ja, ja, ja, kwam ik laatst in botsing met een hommel.
8.
Op de piste, op de piste
raast de lawine omdat ik zo hard nieste.
Ja, ja, ja, ja, raast de lawine omdat ik zo hard nieste.
raast de lawine omdat ik zo hard nieste.
Ja, ja, ja, ja, raast de lawine omdat ik zo hard nieste.
9.
Op Jamaica, op Jamaica
speelt een nijlpaard op de balalaika.
Ja, ja, ja, ja, speelt een nijlpaard op de balalaika.
speelt een nijlpaard op de balalaika.
Ja, ja, ja, ja, speelt een nijlpaard op de balalaika.
10.
Op Terschelling, op Terschelling
is het fietsen in de wind als op een Franse helling.
Ja, ja, ja, ja, is het fietsen in de wind als op een Franse helling.
is het fietsen in de wind als op een Franse helling.
Ja, ja, ja, ja, is het fietsen in de wind als op een Franse helling.
Lied • Kom, Iwanowitsj!
Kom, Iwanowitsj, speel de balalalalaika, morgen gaat de troika, ga je van ons heen, laat je ons alleen! Aj aj aj, snaren in het spel, want we gaan de trepak dansen: vlug en fel. Aj aj aj, drinken kameraad, drink met ons de wodka voor je morgen gaat!
1.
Land of the silver birch, home of the beaver,
where still the mighty moose wanders at will.
where still the mighty moose wanders at will.
Blue lake and rocky shore, I will return once more.
Boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom.
Boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom.
2.
My heart grows sick for you, here in the lowlands.
I will return to you, hills of the north.
I will return to you, hills of the north.
Blue lake and rocky shore, I will return once more.
Boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom.
Boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom.
3.
Swift as the silver fish, canoe of birch bark,
thy mighty waterways carry me forth.
thy mighty waterways carry me forth.
Blue lake and rocky shore, I will return once more.
Boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom.
Boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom.
4.
There were the blue lake lies I’ll set my wigwam,
close to the water’s edge, silent and still.
close to the water’s edge, silent and still.
Blue lake and rocky shore, I will return once more.
Boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom.
Boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom diddy-ay-da, boom.
Oh, lulalee another ev'ning fades away!
I know the evening song won't disappear for long
because tomorrow is another day.
I know the evening song won't disappear for long
because tomorrow is another day.
If you've got the sun and if you've got the rain, and you plant a little seed in the old back lane, and you wish and you pray, and you keep the weeds down, you might find, oh, you might find root growing out from the seed in the ground.
Shosholoza, ku lezontaba stimela siphum’ e South Africa!
Wen’ uyabaleka, ku lezontaba
Wen’ uyabaleka, ku lezontaba
Signor Abbate, io sono ammalato.
Santo Padre vieni e date mi la benedizione.
Hol' Sie der Teufel wenn sie nicht kommen!
Santo Padre vieni e date mi la benedizione.
Hol' Sie der Teufel wenn sie nicht kommen!
1.
Staat op, gij herders, kom slaap nu niet meer!
De nacht is verdwenen, de zon schijnt alweer.
't Kindeke klein, dat eens onze herder en koning zal zijn!
De nacht is verdwenen, de zon schijnt alweer.
't Kindeke klein, dat eens onze herder en koning zal zijn!
2.
Een blijde muziek klinkt de hemelen door
en 'Ere zij God!' zingt het engelenkoor.
Luister maar stil, zij zingen van vrede op aard' naar Gods wil!
en 'Ere zij God!' zingt het engelenkoor.
Luister maar stil, zij zingen van vrede op aard' naar Gods wil!
3.
Bij os en ezel, daar is dat ge vindt,
op stro in een kribbe, het heilige Kind.
Oud is de stal, maar stralend en blinkend als zuiver kristal.
op stro in een kribbe, het heilige Kind.
Oud is de stal, maar stralend en blinkend als zuiver kristal.
Teder en jong, als werd het voorjaar, maar lichter nog, want zonder vruchtbegin,
met dunne mist tussen de gele blaren, zet stil het herfstgetijde in.
met dunne mist tussen de gele blaren, zet stil het herfstgetijde in.
Weich und warm im Abendlichte dehnen sich die Matten und Hügel,
drüber zieh'n wie Traumgesichte Wolkenschleier, Wolkenflügel,
Viehgeläute auf der Weide, Nachtwind weht herauf vom See,
Nebel steigt aus Wald und Heide, droben glänzt der ewige Schnee.
drüber zieh'n wie Traumgesichte Wolkenschleier, Wolkenflügel,
Viehgeläute auf der Weide, Nachtwind weht herauf vom See,
Nebel steigt aus Wald und Heide, droben glänzt der ewige Schnee.
Lied • Touwtjes om de wolken
1.
Als de hemel is verdwenen,
mag ik dan je dromen lenen?
Dromen om te reizen, wegen om te wijzen.
En een koffer om te dragen,
stop hem vol met vragen,
stop hem boordevol met bloemen,
‘k zal je naam niet noemen,
‘k zal je naam niet schrijven.
Wil je dan misschien toch blijven?
mag ik dan je dromen lenen?
Dromen om te reizen, wegen om te wijzen.
En een koffer om te dragen,
stop hem vol met vragen,
stop hem boordevol met bloemen,
‘k zal je naam niet noemen,
‘k zal je naam niet schrijven.
Wil je dan misschien toch blijven?
2.
‘k Zal de sleutel voor je vinden,
touwtjes om de wolken binden.
Alle muizenissen vangen,
aaien langs je wangen.
Ik maak zon van maan, recht van krom,
als je komt.
touwtjes om de wolken binden.
Alle muizenissen vangen,
aaien langs je wangen.
Ik maak zon van maan, recht van krom,
als je komt.
Lied • Wade in the water (2) - Quodlibet
Wade in the water God's gonna trouble the water.
Sometimes I feel like a motherless child, a long way from home.
Sometimes I feel like a motherless child, a long way from home.
Wolken vol met sneeuw en regen vallen op de aarde neer
en vormen de beken, vullen rivieren, stromen kabblend naar de zee.
Spieg’len zich in stille en zeer diepe koele wat’ren.
Zonneschijn geeft licht en warmte, dampen stijgen op ten hemel en vormen...
wolken.
en vormen de beken, vullen rivieren, stromen kabblend naar de zee.
Spieg’len zich in stille en zeer diepe koele wat’ren.
Zonneschijn geeft licht en warmte, dampen stijgen op ten hemel en vormen...
wolken.
Lied • Why should I sit and sigh?
Why should I sit and sigh, broo and bracken, broo and bracken?
Why should I sit and sigh, on the hillside dreary?
Why should I sit and sigh, on the hillside dreary?
1.
When I see the plover rising or the curlew wheeling.
Then I trow my mortal lover, back to me is stealing.
Then I trow my mortal lover, back to me is stealing.
Why should I sit and sigh, broo and bracken, broo and bracken?
Why should I sit and sigh, on the hillside dreary?
Why should I sit and sigh, on the hillside dreary?
2.
When the moon begins her waning, I sit by the water.
Where a man born of the sunlight, loved the fairy’s daughter.
Where a man born of the sunlight, loved the fairy’s daughter.
Why should I sit and sigh, broo and bracken, broo and bracken?
Why should I sit and sigh, on the hillside dreary?
Why should I sit and sigh, on the hillside dreary?
3.
Oh, but there is something wanting, oh, but I am weary!
Coming blithe, now bonny treads he, o'er the knolls to cheer me.
Coming blithe, now bonny treads he, o'er the knolls to cheer me.
Why should I sit and sigh, broo and bracken, broo and bracken?
Why should I sit and sigh, on the hillside dreary?
Why should I sit and sigh, on the hillside dreary?
Lied • Wohin zieht ihr, Schwäne? (1)
1.
Wohin zieht Ihr, Schwäne, mit eurem Sang,
hinaus auf das Meer, weit vom Strand?
Der Bläue des Himmels nur folget Ihr
ins Ferne, ins einsame Land.
hinaus auf das Meer, weit vom Strand?
Der Bläue des Himmels nur folget Ihr
ins Ferne, ins einsame Land.
2.
Wir ziehen davon, denn die Zeit ist um,
zu Ende, die Jugend, das Glück.
Die Wehmut, so bitter im Herzen brennt,
denn nie kehr’n wir hierher zurück.
zu Ende, die Jugend, das Glück.
Die Wehmut, so bitter im Herzen brennt,
denn nie kehr’n wir hierher zurück.
1.
Zwaluw, kom, maak toch voort, ga nu snel!
Zwaluw, vlieg over land, over verre zee.
De winter komt en brengt de koude mee.
Zwaluw, kom, maak toch voort, ga nu snel!
Zwaluw, vlieg over land, over verre zee.
De winter komt en brengt de koude mee.
Zwaluw, kom, maak toch voort, ga nu snel!
2.
Als je weg bent, dan denk ik aan jou;
hoe je vliegt over land, over verre zee.
Een zwaluw word ik en ik vlieg met je mee.
Als je weg bent, dan denk ik aan jou.
hoe je vliegt over land, over verre zee.
Een zwaluw word ik en ik vlieg met je mee.
Als je weg bent, dan denk ik aan jou.
3.
Zwaluw, keer ongedeerd weer terug!
Laat de kou en de winter voorbijgaan,
dan zal ik hier weer op de uitkijk staan.
Zwaluw, keer ongedeerd weer terug!
Laat de kou en de winter voorbijgaan,
dan zal ik hier weer op de uitkijk staan.
Zwaluw, keer ongedeerd weer terug!