Don-din, diri diri din dun
Don din diri diri din dun
Bibliotheek
Leeftijdsgroep
Soort lied
Toonreeks
Begeleiding
Taal
Jaarfeest
Seizoen
Thema
Bezetting
De 25 favorieten van ...
Ademhaling
Articulatie
Brommers
Concentratie
Houding
Luisteren
Resonans
Stem losmaken
Kinderen met zangproblemen
1.
As I was walking down the street, down the street, down the street,
a pretty gal I chanced to meet, oh, she was fair to see.
a pretty gal I chanced to meet, oh, she was fair to see.
Oh, Buffalo gals, won't cha come out tonight,
come out tonight, come out tonight?
Oh, won’t cha, won’t cha, won’t cha won’t cha come out tonight
and dance by the light of the moon?
come out tonight, come out tonight?
Oh, won’t cha, won’t cha, won’t cha won’t cha come out tonight
and dance by the light of the moon?
2.
I stopped her and we had a talk, had a talk, had a talk,
her feet took up the whole sidewalk and left no room for me.
her feet took up the whole sidewalk and left no room for me.
Oh, Buffalo gals, won't cha come out tonight,
come out tonight, come out tonight?
Oh, won’t cha, won’t cha, won’t cha won’t cha come out tonight
and dance by the light of the moon?
come out tonight, come out tonight?
Oh, won’t cha, won’t cha, won’t cha won’t cha come out tonight
and dance by the light of the moon?
3.
I asked her if she'd have a dance, have a dance, have a dance,
I thought that I might have a chance to shake a foot with her.
I thought that I might have a chance to shake a foot with her.
Oh, Buffalo gals, won't cha come out tonight,
come out tonight, come out tonight?
Oh, won’t cha, won’t cha, won’t cha won’t cha come out tonight
and dance by the light of the moon?
come out tonight, come out tonight?
Oh, won’t cha, won’t cha, won’t cha won’t cha come out tonight
and dance by the light of the moon?
4.
We danced all night and her heel kept a-rockin’,
heel kept a-rockin’, heel kept a-rockin’,
I danced with a gal with a hole in her stockin‘,
we danced by the light oft he moon.
heel kept a-rockin’, heel kept a-rockin’,
I danced with a gal with a hole in her stockin‘,
we danced by the light oft he moon.
Oh, Buffalo gals, won't cha come out tonight,
come out tonight, come out tonight?
Oh, won’t cha, won’t cha, won’t cha won’t cha come out tonight
and dance by the light of the moon?
come out tonight, come out tonight?
Oh, won’t cha, won’t cha, won’t cha won’t cha come out tonight
and dance by the light of the moon?
Lied • Can you fly like an eagle?
1.
Can you fly like an eagle; flying in the sky, the sky?
We will fly in the sky!
We will fly in the sky!
2.
Are you silent like a salmon; swimming in the sea, the sea?
We will swim in the sea!
We will swim in the sea!
3.
Can you be like a firefly; lighting in the night, the night?
We will light in the night!
We will light in the night!
4.
Are you brave like a bison; walking on the earth, the earth?
We will walk on the earth!
We will walk on the earth!
1.
De koekoek en de ezel, die hadden eens een strijd;
wie wel het mooist kon zingen, wie wel het mooist kon zingen
in de schone voorjaarstijd.
wie wel het mooist kon zingen, wie wel het mooist kon zingen
in de schone voorjaarstijd.
2.
De koekoek riep: "Ik kán het!" En gaf een groot geluid.
"Maar ik kan het véél beter, maar ik kan het véél beter",
riep toen de ezel uit.
"Maar ik kan het véél beter, maar ik kan het véél beter",
riep toen de ezel uit.
3.
Dat klonk zo schoon en lieflijk, van verre en van na.
Ze zongen allebeide, ze zongen allebeide:
Koe-koek, i-a, koe-koek, i-a, koe-koek, koe-koek, i-a.
Ze zongen allebeide, ze zongen allebeide:
Koe-koek, i-a, koe-koek, i-a, koe-koek, koe-koek, i-a.
Lied • Doe open nu het duivenhuis!
Doe open nu het duivenhuis, de duifjes vliegen er vrolijk uit!
Ze vliegen uit met brede vlucht en zweven in de blauwe lucht.
Maar keren ze weer van ’t vliegen moe, dan sluiten we zacht het duivenhuis toe.
Roe-koe roe-koe, roe koe roe koe, roekoe roekoe.
Ze vliegen uit met brede vlucht en zweven in de blauwe lucht.
Maar keren ze weer van ’t vliegen moe, dan sluiten we zacht het duivenhuis toe.
Roe-koe roe-koe, roe koe roe koe, roekoe roekoe.
Lied • Fie nay prithee, John!
Chiding catch
Fie nay prithee, John!
Do not quarrel, man!
Let’s be merry and drink a bout!
You’re a rogue, you cheated me!
I’ll prove before this company.
I caren’t a farthing, sir,
for all you are so stout!
Sir, you lie, I scorn your word!
Or any man that wears a sword,
for all your huff, who cares a fig?
Or who cares for you?
Fie nay prithee, John!
Do not quarrel, man!
Let’s be merry and drink a bout!
You’re a rogue, you cheated me!
I’ll prove before this company.
I caren’t a farthing, sir,
for all you are so stout!
Sir, you lie, I scorn your word!
Or any man that wears a sword,
for all your huff, who cares a fig?
Or who cares for you?
Lied • Grote klokken zeggen
1.
Grote klokken zeggen: bimbam bim-bam bim bam.
Kleine klokken zeggen: tikke-takke tikketakke
En het kleine polshorloge:
tikke-takke tikketakke tikke takke tik!
Kleine klokken zeggen: tikke-takke tikketakke
En het kleine polshorloge:
tikke-takke tikketakke tikke takke tik!
2.
Große Uhren gehen: ticktack tick-tack tick tack.
Kleine Uhren gehen: ticketacke, ticke-tacke ticke tacke
und die kleinen Taschenuhren: ticke tacke tick!
Kleine Uhren gehen: ticketacke, ticke-tacke ticke tacke
und die kleinen Taschenuhren: ticke tacke tick!
Hemando hirio, hemando hamolenen
Hemando hirio,
hirio, hirio, hemando hirio
Hemando hirio,
hirio, hirio, hemando hirio
1.
Hoog in de hemel, ning, nang, nong!
Wonen de tonen, ning, nang, nong!
Zij wonen in het hemelrijk en komen naar beneê.
Ning, nong! Ning, nong!
Wonen de tonen, ning, nang, nong!
Zij wonen in het hemelrijk en komen naar beneê.
Ning, nong! Ning, nong!
2.
Hoog in de hemel, ning, nang, nong!
Komen de tonen, ning, nang, nong!
In de klokkentoren, gedragen door de wind.
Ning, nong! Ning, nong!
Komen de tonen, ning, nang, nong!
In de klokkentoren, gedragen door de wind.
Ning, nong! Ning, nong!
3.
Zijn ze gekomen, ning, nang, nong!
Laten z'ons dromen, ning, nang, nong!
Van licht en warme zonneschijn; van Godes eigen hand.
Ning, nong! Ning, nong!
Laten z'ons dromen, ning, nang, nong!
Van licht en warme zonneschijn; van Godes eigen hand.
Ning, nong! Ning, nong!
Lied • Hé, ho, span de wagen aan!
Hé, ho, span de wagen aan!
Zie, de wind brengt regen over ’t land.
Haal de gouden garven.
Zie, de wind brengt regen over ’t land.
Haal de gouden garven.
Lied • I like the flowers (2)
I like the flowers, I like the daffodils, I like the mountains, I like the green hills,
I like the fireside when all the lights are low. Boom-dee-ah-dah, boomdee ahdah, boom dee ah dah Boom!
I like the fireside when all the lights are low. Boom-dee-ah-dah, boomdee ahdah, boom dee ah dah Boom!
Lied • Jacobean Quodlibet
1.
Hey hear ho, rumbelo, follow me, my sweetheart, follow me where I go.
2.
Shall I go walk the woods so wild, wandering here and there as I once was so sore beguil'd what remedy though, alas, for love I die with woe.
3.
Oft hve I ridden upon my grey nag, and with his cut tail he played the wag. And down he fall upon his grag, falarela, lari, dandino.
4.
Hey down down
Lied • Jericho
Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo! 2x
1.
Als wij Jericho niet winnen, komen wij het land niet binnen
en ons volk zal blijven staan aan de poort van Kanaän.
Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo! 2x
en ons volk zal blijven staan aan de poort van Kanaän.
Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo! 2x
Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo! 2x
2.
God geeft Jozua een teken: trek de stad om zonder spreken,
doe dat zeven dagen lang, Ik strijd voor u, wees niet bang!
doe dat zeven dagen lang, Ik strijd voor u, wees niet bang!
Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo! 2x
3.
Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo! 2x
Maar als de bazuinen schallen gaan wij juichen met zijn allen
en de muren, dubbeldik, vallen in elkaar van schrik.
Maar als de bazuinen schallen gaan wij juichen met zijn allen
en de muren, dubbeldik, vallen in elkaar van schrik.
Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo! 2x
Klingklang, klokkenklank, sta op en trek het land in!
Lange dagen, lege magen; weinig brood voor handen.
Lopen moest ik van de esp, de linde liet me rusten.
Berkentakken zingen mij vanavond welterusten.
Lange dagen, lege magen; weinig brood voor handen.
Lopen moest ik van de esp, de linde liet me rusten.
Berkentakken zingen mij vanavond welterusten.
Lied • Kol dodi (2)
Koldodi hine ze ba.
hineh zeh ba
Medaleg al heharim, mekapetz al hag’va’ot.
mekapets al hagevaot
hineh zeh ba
Medaleg al heharim, mekapetz al hag’va’ot.
mekapets al hagevaot
Lied • Komt, vrienden, in het ronde! (2)
1.
Komt, vrienden, in het ronde, minnaars van ene stiel!
Ik zal u gaan verkonden, hoe ik door 't slijperswiel
de kost verdien voor vrouw en kind, schoon blootgesteld aan sneeuw en wind.
Ik zal u gaan verkonden, hoe ik door 't slijperswiel
de kost verdien voor vrouw en kind, schoon blootgesteld aan sneeuw en wind.
Terlierelom, terla, van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
2.
De smid die moet hard werken, gestadig voor het vier.
Hij durft zich niet versterken, met ene kan goed bier.
Terwijl ik ga op mijn gemak, soms ook wel met een lege zak.
Hij durft zich niet versterken, met ene kan goed bier.
Terwijl ik ga op mijn gemak, soms ook wel met een lege zak.
Terlierelom, terla, van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
3.
De schoenpik stijf gezeten op enen pikkelstoel mag kaas en droog brood eten.
Maar als ik nood gevoel dan slijp ik tot den avond toe
en zo heb ik nooit arremoe.
Maar als ik nood gevoel dan slijp ik tot den avond toe
en zo heb ik nooit arremoe.
Terlierelom, terla, van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
4.
De kleerfrik maakt ons kleren, voor acht stuivers per dag.
Wil hij zijn loon vermeren, hij snijdt meer dan hij mag.
Maar ik met mijne slijpersteen, ik win meer op een uur alleen.
Wil hij zijn loon vermeren, hij snijdt meer dan hij mag.
Maar ik met mijne slijpersteen, ik win meer op een uur alleen.
Terlierelom, terla, van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
5.
De maalder moet graan malen, tot in het fijnste meel.
Hij doet dubbel betalen voor zijne droge keel.
Maar ik door ijver en door vlijt, ik win mijn brood in eerlijkheid.
Hij doet dubbel betalen voor zijne droge keel.
Maar ik door ijver en door vlijt, ik win mijn brood in eerlijkheid.
Terlierelom, terla, van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
6.
Mijn vrouw die roept ‘victoria’ over de slijpersstiel.
Zij vindt de grootste gloria in 't draaien van mijn wiel.
Mijn kinders hebben geen ongemak, zij lopen met de bedelzak!
Zij vindt de grootste gloria in 't draaien van mijn wiel.
Mijn kinders hebben geen ongemak, zij lopen met de bedelzak!
Terlierelom, terla, van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
7.
Sa, vrienden, voor het leste: all' ambachten zijn goed,
maar 't mijne is toch het beste. Schoon ik soms slapen moet op hooi
en strooi in enen stal, dan heb ik de kost voor niemendal.
maar 't mijne is toch het beste. Schoon ik soms slapen moet op hooi
en strooi in enen stal, dan heb ik de kost voor niemendal.
Terlierelom, terla, van linksom, rechtsom draait mijne steen
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
door het roeren van mijn been, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju, ju.
Lied • Mooie kastanje
Mooie kastanje, donkerbruin oranje, jij komt van de bomen vallen en wij roepen met z'n allen:
"Mooie kastanje donkerbruin oranje, plof plof, plof!"
"Mooie kastanje donkerbruin oranje, plof plof, plof!"
Lied • Nu ga ik mijn eigen gang
Nu ga ik mijn eigen gang, ik ga ver weg, ik ben niet bang,
ik zie wel waar ik heen zal gaan, ik zal de weg wel vinden.
Over bergen, over dalen, moet ik lopen, moet ik dwalen,
onder de zon en onder de maan en met de wilde winden.
ik zie wel waar ik heen zal gaan, ik zal de weg wel vinden.
Over bergen, over dalen, moet ik lopen, moet ik dwalen,
onder de zon en onder de maan en met de wilde winden.
O, o, o, kabouters lopen zó!
En als kabouters lopen moeten,
doen ze schoenen aan hun voeten.
O, o, o, kabouters lopen zó!
En als kabouters lopen moeten,
doen ze schoenen aan hun voeten.
O, o, o, kabouters lopen zó!
Lied • Onder gedonder (1)
1.
Onder gedonder stortend naar onder, woest woelt het water machtig en puur,
oeroude bomen, krachtige stromen zingen in de natuur.
Kom speel viool en blaas de schalmei, vier met muziek de bruiloftspartij…
Zingende snaren, dansende paren, feesten in de natuur.
oeroude bomen, krachtige stromen zingen in de natuur.
Kom speel viool en blaas de schalmei, vier met muziek de bruiloftspartij…
Zingende snaren, dansende paren, feesten in de natuur.
2.
Ruggen gebogen, vuurrode ogen, rauw zijn hun stemmen, laat is het uur,
trollen en dwergen hoog uit de bergen zingen hun lied vol vuur.
Sla op de trom en kras in de lei, vier met muziek de bruiloftspartij…
Lelijke gnomen moeten nog komen, kom schaar je om het vuur.
trollen en dwergen hoog uit de bergen zingen hun lied vol vuur.
Sla op de trom en kras in de lei, vier met muziek de bruiloftspartij…
Lelijke gnomen moeten nog komen, kom schaar je om het vuur.
3.
Vikingen namen toen ze hier kwamen prachtige schatten, sieraden mee,
machtige strijders waren hun leiders zwervend over de zee.
Dood is hun lichaam, levend hun geest, dit wordt een feest als nooit is geweest…
Hoor je 't schreeuwen, krijsende meeuwen, 't zacht ruisen van de zee.
machtige strijders waren hun leiders zwervend over de zee.
Dood is hun lichaam, levend hun geest, dit wordt een feest als nooit is geweest…
Hoor je 't schreeuwen, krijsende meeuwen, 't zacht ruisen van de zee.
4.
Machtig verheven boven het leven
stralen de bergen eenzaam en stil.
Langs rots en kloven klim ik naar boven,
vrij en van binnen stil.
Kom, adem hier de zuivere lucht,
volg met je blik de adelaarsvlucht!
Ik klim naar boven langs rots en kloven,
vrij zijn is wat ik wil.
stralen de bergen eenzaam en stil.
Langs rots en kloven klim ik naar boven,
vrij en van binnen stil.
Kom, adem hier de zuivere lucht,
volg met je blik de adelaarsvlucht!
Ik klim naar boven langs rots en kloven,
vrij zijn is wat ik wil.
Signor Abbate, io sono ammalato.
Santo Padre vieni e date mi la benedizione.
Hol' Sie der Teufel wenn sie nicht kommen!
Santo Padre vieni e date mi la benedizione.
Hol' Sie der Teufel wenn sie nicht kommen!
1.
Tein minä pillin pajupuusta, toki vain pajupuusta.
Hei, soreasti, koreasti pillini soipi toki vain pajupuusta! 2x
Hei, soreasti, koreasti pillini soipi toki vain pajupuusta! 2x
2.
Metsässä soitan illan suussa, toki vain illansuussa.
Hei, soreasti, koreasti pillini soipi toki vain illansuussa! 2x
Hei, soreasti, koreasti pillini soipi toki vain illansuussa! 2x
3.
Karjankin kellot kilvan soittaa, toki vain kilvan soittaa.
Hei, soreasti, koreasti karjankin kellot toki vain kilvan soittaa! 2x
Hei, soreasti, koreasti karjankin kellot toki vain kilvan soittaa! 2x
4.
Lainehet lammen loiskii, laulaa, toki vain loiskii, laulaa.
Hei, soreasti, koreasti lainehet lammen toki vain loiskii, laulaa! 2x
Hei, soreasti, koreasti lainehet lammen toki vain loiskii, laulaa! 2x
Lied • Wohin zieht ihr, Schwäne? (2)
1.
Wohin zieht Ihr, Schwäne, mit eurem Sang,
hinaus auf das Meer, weit vom Strand?
Der Bläue des Himmels nur folget Ihr
ins Ferne, ins einsame Land.
hinaus auf das Meer, weit vom Strand?
Der Bläue des Himmels nur folget Ihr
ins Ferne, ins einsame Land.
2.
Wir ziehen davon, denn die Zeit ist um,
zu Ende, die Jugend, das Glück.
Die Wehmut, so bitter im Herzen brennt,
denn nie kehr’n wir hierher zurück.
zu Ende, die Jugend, das Glück.
Die Wehmut, so bitter im Herzen brennt,
denn nie kehr’n wir hierher zurück.
Lied • Zeeman, o hee! (2) - Quodlibet
Zeeman, licht het anker
Zeeman licht het anker
Zeeman, hijs de zeilen
Zeeman hijs de zeilen
Hee, doedel die, doedel dee
Hee doedeldie doedeldee
Zeeman oh hee
Zeeman licht het anker
Zeeman, hijs de zeilen
Zeeman hijs de zeilen
Hee, doedel die, doedel dee
Hee doedeldie doedeldee
Zeeman oh hee