Zing op lange noten de woorden laat-laat-laat. Zie de melodie bij Lees verder. Geef zowel de inzet van de noten aan, als ook de afsluitende T. Dirigeer dus de tonen en de slotmedeklinker. Die afsluitende T moet kracht uitgesproken worden, met een plof. Geef ook de inzetten energiek aan, zorg voor gelijkheid en een scherpe klank. Houd de laatste toon met de fermate nog wat langer aan. Gebruik ook andere woorden met een ploffende slotmedeklinker, zoals kip, fuut, dik, wat en slaap. Bij dit laatste woord moet de fermate eindeloos duren, totdat iedereen in slaap is.....
Terug