Articulatie-oefeningen en spreektesten (1)
Spreekteksten en articulatie-oefeningen zijn een welkome toevoeging in de muziekles of bij de koorrepetitie. Kinderen doen ze graag, zeker wanneer er een grappig of uitdagend element in zit. Bij deze oefeningen wordt er gewerkt aan vocale expressie, gemeenschappelijke timing, en heel specifiek aan een actieve mondmotoriek. Lippen, kaak en tong worden wakker gemaakt en staan ten dienste van een expressieve uitvoering, die ook zijn vruchten afwerpt bij het zingen. Doordat het melodische element bij deze oefeningen ontbreekt, kan er meer focus zijn op het tekstuele en ritmische element. Wanneer er gekozen wordt voor een beeldende inhoud van de spreekteksten worden ook de fantasie en de innerlijke voorstelling aangesproken.
1 - Popcorn
In deze oefening is er werk aan de winkel voor de onderkaak, zie voor het notenvoorbeeld bij Lees verder. Vertel het verhaal van de pan op het vuur waarin de maïskorrels tegen de deksel stuiteren. Eerst eentje, dan twee en dan steeds meer. Niet de deksel van de pan halen….! Tel de rusten goed uit na de eerste pop. Dirigeer erbij, en laat de leerlingen gebruik maken van de handinstructie.
Lees verder2 - Drie kameraden op pad
Zie de spreektekst op de website. Dit is een heerlijke oefening, die vanaf klas 4 goed te doen is. De canon klinkt spectaculair maar is niet enorm moeilijk. Leer de tekst strak in het ritme en met een nadrukkelijke articulatie eerst grondig eenstemmig aan, voordat de canon geprobeerd wordt. Dat komt een strakke uitvoering in canon ten goede. Neem aanvankelijk een rustig tempo, dan kan er bewuster gearticuleerd worden, en moeten de rusten zorgvuldig getimed worden.
Lees verder3 - Kunstgebit in of uit
Deze oefening is een mooie om op een speelse manier het beter articuleren bij zingen en spreken te automatiseren. Kies een echt tekstlied, met coupletten die om een zorgvuldige uitspraak vragen. De leerkracht laat met handgebaren zien hoe er gezongen wordt: met kunstgebit in (en dus een prachtige uitspraak) of zonder kunstgebit (waarbij het klinkt als gewauwel).
Lees verder4 - Ik sta, ik kijk, ik luister
Deze tekst heeft bijna het karakter van een spreuk, en zou als start van de muziekles gedaan kunnen worden, zonder dat het al te plechtig wordt. Zie Lees verder voor de tekst. Laat de leerlingen staan en zorg ervoor dat de zinnen met vol bewustzijn en wakkerheid worden uitgesproken. Houd even rust bij de streepjes.
Lees verder5 - Hé tiki kauw
Zie de spreektekst op de website. Dit is een wat ingewikkelder oefening met maatwisselingen en onverwachte rusten. Daardoor is de spreektekst geschikt voor klas 5 en 6. Het is een tekst met allemaal verzonnen woorden, en het is de uitdaging om het te spreken met volle overtuiging, of er wel degelijk een spannend verhaal verteld wordt.
Lees verder6 - Buitenboordmotor
We doen het geluid van een eenvoudige buitenboordmotor na: bobbobbobbobbobbob….. We kunnen aan een hendel draaien waardoor het toerental toenaamt en de toon hoger wordt. De stationaire stand is laag en langzaam.
Lees verder7 - Tegenstellingen
Er wordt door de leerkracht zwart gefluisterd, de leerlingen fluisteren wit na. Door het fluisteren wordt er meer aandacht gegeven aan de articulatie. Zorg ervoor dat de energie bij het fluisteren zit in de uitspraak en niet in de keel, dan wordt het onprettig. Wees origineel in je tegenstellingen, kies af en toe ook eens een woord dat meerdere tegenstellingen heeft: waar-daar, mooi-lelijk, ik-jij, maximaal - minimaal, verder gaan-stoppen, klaar - ...?
Lees verder8 - Klokkencanon
Zie de spreektekst op de website (Goedemorgen, dames en heren). Deze spreekcanon is behoorlijk lastig qua timing, bewaar de oefening voor de zesde klas. Zorg er eerst voor dat alle geluiden in de regels goed klinken. Een diepe resonansrijke Kong---, dan het hoge koekoek, het irritante en nog hogere pi-di-di-diep, en dan de ochtendgroet van de nieuwslezer op de wekkerradio.
Lees verder9 - Chilliwack
Zie het lied op de website. Vooral het wack-wack-wack vraagt actieve mondbewegingen. Ook het Ch.. van Chilliwack moet energiek aangezet worden. Deze actieve manier van zingen kan ondersteund worden door de beweging van een galopperend paard met de handen op de bovenbenen: klap in beide handen - rechterhand op rechterbeen - linkerhand op linkerbeen in het metrum kort-kort-lang.
Lees verder10 - Paprika-pa
Zie het notenvoorbeeld bij Lees verder. Bij deze oefening moeten de klanken goed voor in de mond gemaakt worden. Probeer paprika uit te spreken met een rollende r. De toonladder wordt stijgend en dalend gezongen. Dat kan natuurlijk in twee groepen tegen elkaar in: één groep start beneden, de andere groep boven. Probeer ook eens andere woorden: Lissabon-bon, of Winterswijk-wijk, of lepelaar-laar, et cetera.
Lees verder11 - Spit-spat
Zie het notenvoorbeeld bij Lees verder. Het is leuk om de rusten in de oefening als een soort freeze uit te voeren, waarbij iedereen bewegingsloos en stil voor zich uit staart. Doe de oefening steeds een halve toon hoger, zie deze pagina voor piano-ondersteuning bij de modulatie. Misschien moet je dat in het begin als leerkracht aangeven, maar al snel kunnen de leerlingen de nieuwe begintoon zelf vinden. Of je laat een van de leerlingen in de rusten tussen de oefeningen een toon spelen op een klokkenspel.
Lees verder12 - Poe---wiet!
In deze oefening worden vogels gedresseerd om keurig gelijktijdig te fluiten. Na een lange en lage poe… klinkt een hoge en felle wiet! De poe… kan langer of korter zijn, de leerkracht of een van de leerlingen geeft met een handgebaar het moment van de wiet! aan. Maak een groot verschil tussen de naar voren gerichte mondstand bij de poe… en de meer zijwaarts gericht wiet!
Lees verder