Concentratie-oefeningen

Bij gezamenlijke muzikale activiteiten draait het om gemeenschappelijkheid in focus, concentratie, timing, afstemming, klank: iedereen staat op scherp! Concentratie-oefeningen als voorbereiding op het musiceren zijn daarbij helpend, ook al hebben ze niet per se een muzikale inhoud. Timing is hierbij het belangrijkste aandachtspunt, naast wakkerheid en energie. Zorg ervoor dat de concentratie-oefeningen leuk en uitdagend zijn, vreugde wekken en energie genereren. Je krijgt de klas of het koor daarmee in de juiste stand voor het muzikale werk.

1 - Ik ga op reis en ik neem mee....

.....een koffer vol geluiden en klanken. Variatie op het bekende spel waarbij een reeks van voorwerpen in een volgorde onthouden moet worden. In dit spel gaat het om een reeks van klanken. De leerlingen zitten in de kring, nr. 1 zegt: "Ik ga op reis en ik neem mee..." en maakt een geluid. Nr. 2 zegt de zin, maakt het geluid van nr. 1 en bedenkt een eigen geluid, nr. 3 zegt de zin, herhaalt eerst de geluiden van 1 en 2 en maakt z'n eigen geluid, etc.

Lees verder

2 - Wave

Leuke oefening voor het schoolkoor. De leerkracht wijst langzaam van links naar rechts langs alle leerlingen, en die staan als in een wave op, en blijven staan. De armen blijven laag. Dit kan langzaam, of snel, of langzamer wordend of versnellend. Of met een stop halverwege. Als de leerkracht vervolgens weer langswijst gaan de leerlingen (geruisloos) zitten. Laat een van de leerlingen kijken of het soepel en gelijkmatig gaat, of het er mooi uitziet. Dit is ook een fijne oefening om een kooruitvoering mee te starten.

Lees verder

3 - Stil ritme doorgeven

In een kring een kort ritme doorgeven met één vinger op de knie van de buurman/buurvrouw. Stil dus, en vrijwel onzichtbaar. Hoe klinkt het ritme aan het eind van de kring? Is het nog hetzelfde als toen het begon? Het kan ook met de ogen dicht. 

Lees verder

4 - Come on, give me one

Zie de spreektekst op de site. De leerkracht roept de commando's: Come on, give me one, et cetera. De leerlingen antwoorden met de verschillende geluiden (een stamp bij one, twee klappen bij two, drie keer tikken in de andere hand bij three, vier vingerknippen bij four). Omdat er een maatwisseling in lijkt te zitten, is het nog best lastig om de geluiden precies op tijd te doen. Je kunt ook zinnen herhalen, zodat ze moeten luisteren welk commando het wordt, in plaats van one, two, three en four in de verwachte volgorde. De spreektekst kan ook gezamenlijk gezegd worden, dus zonder voorspreker. Het kan ook in canon.

Lees verder

5 - Ja-ja-ja

Een snelle echo-oefening, waarbij het gaat om het goed timen van de echo, en het zeggen van de juiste woorden. Zie het notenvoorbeeld bij Lees verder. De zwarte noten worden voorgesproken door de leerkracht, de rode noten zijn de echo's van de leerlingen. Naast ja wissel je af met andere een-lettergrepige uitroepen als nee, kom, nou, tja, ach. Of combinaties: nou-nee, tja-tja-ach, kom-kom-ja-ja. Als je ook woorden als kort, dik, hoog of nu kiest kan je de kinderen vragen het tegenovergestelde te echoën: kort wordt lang, dik wordt dun, hoog wordt laag, et cetera.

Lees verder

6 - Twaalf gelijke klappen

De eerste opdracht is: geef twaalf gelijke klappen (iedereen tegelijk), en tel er hardop bij: een - twee - drie - vier - et cetera. Zorg ervoor dat iedereen na twaalf stopt. Vervolgens wijs je extra opdrachten toe aan bepaalde getallen, bijvoorbeeld: bij de vier ga je staan, bij de zes geef je een stamp in plaats van een klap, bij elf ga je zitten. De hele serie wordt weer gedaan, met de extra opdrachten erbij. Het kan nog geraffineerder, bijvoorbeeld: bij de twee gaan de jongens staan, bij de vijf gaan de meisjes omdraaien, bij de tien geef je géén klap, in plaats van elf zeg je tien, op alle getallen deelbaar door vier doe je je ogen dicht, na de zes ga je achterstevoren terug, de jongens gaan van een tot twaalf, de meisjes van twaalf tot een, et cetera..... Laat ook de leerlingen zelf (haalbare) opdrachten bedenken en uitvoeren.

Lees verder

7 - Snelle wisselspraak

Echo-spel met korte, eenlettergrepige woorden die onmiddellijk herhaald worden: ja-ja, nee-nee, wie-wie, daar-daar, groot-groot. Kom in een regelmatige en haalbare cadans, een tempo dat gelijk blijft. Je kunt ook een tekst opknippen in losse lettergrepen, het is dan leuk om de zin nét iets anders te laten lopen dan wordt verwacht: De-De, zes-zes, de-de, klas-klas, gaat-gaat, nu-nu, zit-zit, ten-ten, mok-mok, ken-ken.....

Lees verder

8 - Synchroon meedoen

Geen echospel, maar direct meedoen met wat de leerkracht voordoet. Als basis met twee handen trommelen op de knieën, dan een klap, of meerdere klappen, een vingerknip, liptrillen (bbbbbbbb, verzin een gebaar, bijvoorbeeld hand voor de mond op en neer bewegen), sjsjsj (wegduwende handen), et cetera. Zorg ervoor dat de kinderen kunnen zien aankomen wat er komt, als ze goed opletten. Dus geen schijnbewegingen maken. Verzin een rijk repertoire aan geluiden en bewegingen, dan kan je het spel vaak terug laten komen.

Lees verder

9 - Spring!

Tel als leerkracht 1-2-3-4, 1-2-3-4, op de 1 moeten de leerlingen springen (eigenlijk landen na het springen). Als het tempo gelijk blijft is dat eenvoudig qua timing. Maar het tempo wisselt: vanaf de 1 wordt er in een nieuw tempo doorgeteld, langzamer of sneller. Dus: 1  2  3  4  12341    2    3    4    1 2 3 4 1234 etc. Zorg dat je bij het tellen de 1 nog in het oude tempo zegt, en dan direct richting de 2 een nieuw tempo kiest. De kunst voor de kinderen is om op tijd op te springen en dan tijdig te landen.

Lees verder

10 - Ieder een eigen toon

Maak voor de klas een rijtje van maximaal zes leerlingen (of zes groepjes van twee leerlingen) met een kleine onderlinge afstand. De leerkracht loopt langs, en geeft elke leerling (of groepje) een eigen toon uit een akkoord, speel of zing die zachtjes voor. De leerlingen onthouden hun toon, en zingen die gelijktijdig op een teken: het akkoord klinkt meerstemmig. Houd de toon aan, verbeter hem nog wat, laat hem enkele keren klinken, bouw hem op van links naar rechts of andersom, speel er wat mee. 

Lees verder

11 - Double double this this

Zie het lied op de website. Met alle bewegingen erbij is het een dynamisch liedje. Je kunt daar op allerlei manieren mee variëren. Je kunt het zingen zonder bewegingen, of bewegen zonder zingen. Doe het ook eens heel snel. Je kunt een teken afspreken waarop er gewisseld wordt tussen alleen zingen of alleen bewegen. Of de groep in drieën verdelen, en elke groep een van de drie teksten en bewegingen geven. Het lied kan ook in canon, met elke maat een inzet, dan gaat het als een motortje draaien.

Lees verder

12 - Hi lo chicka lo

Zie het lied op de website. Dit is voor kinderen én voor volwassenen een geweldig lied en spel. Vooroefening: in een kring staan met de gezichten naar binnen. De linkerhand is uitgestoken alsof je iemand een hand geeft. Op hi geef je met je rechterhand een denkbeeldige klap in de lucht bóven de linkerhand, (hi=high=hoog), op lo een denkbeeldige klap ónder de linkerhand (lo=low=laag), en op chicka twee klappen ín de linkerhand. Daarna tweetallen maken, met de gezichten naar elkaar toe. Handruggen van de linkerhanden tegen elkaar, en nu daadwerkelijk bij hi en lo klappen geven tegen de hand van de partner. Dus hoog-laag-midden-midden-laag, et cetera. Dat is de basis.

Lees verder
X

Gebruik je mobiel in horizontale positie voor een optimale weergave.