Bij het fluiten gaat één leerling op de gang, de deur mag op een kier blijven, maar hij moet wel uit het zicht staan. De klas speelt een liedregel voor, de leerling speelt deze op de gang na, terwijl de rest van de klas met gespitste oren luistert. Wanneer er toevallig tegenover het lokaal een toiletruimte is, dan kan de leerling daar staan, en klinkt er een galmende klank als echo. De leerlingen vinden dit een geweldige oefening, maar kies wel zorgvuldig een leerling uit, die het lied zelfstandig kan fluiten, die niet te zeer hapert bij de echo. Je kunt ook twee leerlingen kiezen. Het is daarmee een goede oefening om te differentiëren bij het fluiten: leerlingen die al wat meer aankunnen worden met deze oefening uitgedaagd.
Variatie: andersom, de leerling op de gang speelt voor, de klas speelt na.
Terug