Houding en fysiek (1)

Bij de warming-up voor de koorles of de muziekles lijken sommige doelen nauwelijks met muziek te maken te hebben. Toch beslaan de voorwaarden voor het optimaal musiceren een breed spectrum: concentratie, focus, gezamenlijkheid, luisterhouding, stem, energie. Ook een fysieke warming-up met aandacht voor het losmaken van het lichaam, het werken aan een juiste houding en het vinden van een goede fysieke energiebalans is hierbij waardevol. Het 'stemmen' van het lichaam als instrument voor het zingen is hierbij een mooi beeld: een zekere bewustwording en een training van de optimale lichamelijke condities voor het zingen. Het lichaam doet mee, sterker: is de voortbrenger en drager van de klank.

Wanneer fysieke oefeningen een duidelijk beeldkarakter hebben, een appèl doen op de verbeeldingskracht, worden ze graag en met overgave door de leerlingen gedaan. En helemaal wanneer er een uitdaging inzit. De volgende oefeningen hebben hun succes en betekenis in de praktijk bewezen.

1 - Kanoën met de schouders

Het schoudergebied losmaken geeft ruimte in het gebied waar ademhaling en stemvorming zich afspelen. Het wil daar bij volwassenen maar ook bij kinderen nog wel eens vastzitten. Draai eerst met de beide schouders afzonderlijk een langzaam rondje, voorwaarts en daarna achterwaarts. De borstkas blijft op de plaats. En daarna kan er gekanood worden: met beide schouders synchroon naar voren, wanneer de kano bijna de kant raakt snel naar achteren.

Lees verder

2 - Hand - vuist - val

In deze oefening wordt de onafhankelijkheid van beide armen geoefend, met als doel een grotere focus op het lichaam in het algemeen en op de armen in het bijzonder. Doe als vooroefening de gebaren eerst met beide armen tegelijk. 1) de armen worden naar voren gestrekt, 2) de handen worden een vuist, 3) de arm valt met gestrekte vingers tegen het bovenbeen. Tel als leerkracht in een regelmatig en langzaam tempo: 1–2–3, 1–2-3, et cetera.

Lees verder

3 - Balans

Het rechtop staan bij het zingen, het vinden van een goede balans in het lichaam, en het vergroten van het bewustzijn daarvan oefenen we in deze oefening. Op 1) strekken beide armen naar voren, op 2) op de tenen staan (armen gestrekt houden), op 3) armen gestrekt naar boven, op 4) terug op de voeten en armen naar beneden. Tel in een rustig en regelmatig tempo mee.

Lees verder

4 - 1-2-3-4-5-6

De leerkracht geeft commando’s die betrekking hebben op de zit- en stahouding van de leerlingen. 1) is gewoon en goed rechtop zitten, 2) is iets loskomen van de stoelzitting, wel de rug recht houden, 3) en 4) en 5) zijn steeds iets meer rechtop staan, en tenslotte is 6) helemaal rechtop staan, de gewenste zanghouding.

Lees verder

5 - Groeien

De leerlingen staan rechtop, de blik is 'op de horizon' gericht en het is muisstil. Op een vingerknip van de leerkracht groeien de leerlingen een centimeter, terwijl de voeten plat op de grond blijven. De wervelkolom strekt zich iets, de ribbenkast blijft ontspannen. Als er een dubbele vingerknip gegeven wordt zakt de houding weer diezelfde centimeter in.

Lees verder

6 - Luikjes open, luikjes dicht

Met deze oefening wordt het schoudergebied wat opgerekt. Ga rechtop staan en houd die rechte positie. Strengel de handen op het achterhoofd in elkaar en strek de ellebogen naar buiten: de luikjes staan wijd open. Kunnen ze nog wat verder open, beweeg dan de ellebogen naar achteren. Dan gaat er één luikje dicht, de elleboog gaat zover mogelijk naar voren. Kijk door het raampje wat er te zien is. Dan sluit ook het andere luikje, lukt het ook om de kier voorin te dichten?

Lees verder

7 - Marionetten

De leerlingen hebben denkbeeldige touwtjes aan hun polsen, schouders, knieën en kruin. De leerkracht heeft al die touwtjes in handen, en stuurt daarmee de bewegingen van alle leerlingen. Dat gaat natuurlijk wat schoksgewijs, en de leerlingen moeten goed opletten welk touwtje er aangetrokken of gevierd wordt. De leerkracht kan dat er ook bij zeggen: 'Nu het polstouwtje, nu het touwtje van de linkerknie'.

Lees verder

8 - Klaar voor de start...?

De leerlingen maken zich klaar voor de start van een schaatswedstrijd. De ledematen worden losgeschud, er klinkt: 'Naar uw plaatsen…'; de startpositie wordt ingenomen en de spieren spannen zich als de aankondiging klinkt: 'Klaar voor de start…?' Dan is het enkele tellen muisstil, terwijl de leerlingen in opperste concentratie en gespannen lijven het startschot afwachten. Maar dat komt niet, er klinkt: 'Valse start…!' en de leerlingen moeten hun spierspanning en starthouding loslaten.

Lees verder

9 - Waaiende bomen

De waarde van deze oefening zit meer in het spel en de verrassende effecten, dan in een krachtige warming-up. De oefening geeft veel plezier en stille aandacht. De leerlingen staan als bomen, rechtop en misschien iets gebogen, met armen als takken, en vingers als twijgen. Het is windstil en de bomen staan bewegingsloos. De leerkracht (of later een van de leerlingen) loopt voor de groep heen en weer, en blaast hier en daar richting de bomen, met de handen als een toeter aan weerszijden van de mond. Die bomen gaan dan wiegen en komen geleidelijk weer terug in hun uitgangspositie als de wind verdwijnt.

Lees verder

10 - Schouders hoog

Trek de schouders op, naar de oren, en houdt ze daar vast. Het ziet er uit alsof de leerlingen aan kledinghangers zijn opgehangen. We gaan kijken of ze al hangend aan die kledinghangers opdrachten kunnen uitvoeren. Deze opdrachten, die ervoor zorgen dat alleen de schouders actief zijn, en het hele gebied eromheen ontspannen blijft, zijn bijvoorbeeld: kijk over je linkerschouder, kijk over je rechterschouder, kijk omhoog, knik ja, schud nee, hap naar adem als een vis op het droge, fluit een deuntje, glimlach vriendelijk, kijk boos, et cetera.

Lees verder

11 - Draaimolen

De leerlingen staan stevig op hun benen, de armen hangen losjes langs het lichaam, en er is wat onderlinge afstand tussen de leerlingen, ze mogen elkaar tijdens de oefening niet aanraken. Vervolgens begint het bovenlichaam zachtjes naar links en rechts te draaien, de voeten blijven op hun plek. De armen bewegen tijdens het heen en weer zwaaien vanzelf naar buiten, zonder dat ze gestuurd worden.

Lees verder

12 - Toon schudden

In deze oefening wordt het middenrif beleefbaar, omdat door het lichaam te schudden een gezongen toon als en langzaam vibrato hoger en lager wordt. De leerlingen zingen met de leerkracht een lange toon op de klank ah------. Dan wordt er langzaam op de voeten heen en weer gewipt, de toon gaat meeschudden. Versnel het wippen, en ook de toon gaat sneller vibreren.

Lees verder
X

Gebruik je mobiel in horizontale positie voor een optimale weergave.