De leerlingen hebben denkbeeldige touwtjes aan hun polsen, schouders, knieën en kruin. De leerkracht heeft al die touwtjes in handen, en stuurt daarmee de bewegingen van alle leerlingen. Dat gaat natuurlijk wat schoksgewijs, en de leerlingen moeten goed opletten welk touwtje er aangetrokken of gevierd wordt. De leerkracht kan dat er ook bij zeggen: 'Nu het polstouwtje, nu het touwtje van de linkerknie'.
Er is van alles mogelijk: er kan ja geknikt en nee geschud worden, er kan gezwaaid worden, de schouders kunnen achteloos opgehaald worden, er kan zelfs een lied gedirigeerd worden! In dat geval zingen de leerlingen een lied, terwijl de leerkracht de touwtjes voor de gebaren bedient. Leuk is het dan om plotseling te stoppen met de touwtjes, en te kijken of de leerlingen daar adequaat op reageren.
Variatie: vraag en antwoord. Twee leerlingen voor de groep, de eerste leerling stelt een vraag, waarop ja, nee of geen idee als antwoorden mogelijk zijn. De tweede leerling heeft de touwtjes van de klas in handen, en laat de klasgenoten ja knikken, nee schudden of de schouders ophalen.
Terug