6 - La - latila

Op het bord wordt de reeks la-ti-do-re-mi geschreven, verticaal met de la beneden en de mi boven. De tonen worden gezongen alsof iemand een trapje oploopt, en elke keer een trede verder durft, maar dan weer gauw naar beneden loopt. Boven aangekomen wordt mi wat langer gezongen.

Daarna begint de terugweg, nu van bovenaf steeds een trede lager en dan snel weer omhoog. Het is het spiegelbeeld van de heenweg. De oefening heeft de neiging om te zakken. Oefen daarop bij het eenstemmig instuderen.

Met deze oefening zijn veel leuke variaties te verzinnen. Geef de opdracht dat de leerlingen op elke la die gezongen wordt een stamp geven, en op elke mi een klap. Als het lied in canon wordt gezongen is de uitdaging om dat goed te doen nog groter.

Ook kan je de leerlingen vragen op elke la een sprongetje te maken en daarbij een kwartslag naar rechts te draaien. Op de terugweg wordt op elke mi een sprongetje gemaakt met een draai naar links. Kom je aan het eind weer uit in de uitgangspositie? 

Je kunt ook twee groepen de oefening met springen laten doen, waarbij beide groepen in spiegelbeeld draaien. Als het goed is kijken ze elkaar op sommige momenten in de ogen. Of maak hier een canon van, de ene groep begint, en de andere start twee tellen later.

Moeilijker is het (en dus uitdagender...) om niet op de la en de mi opdrachten te geven, maar op de do of de re. De leerlingen hebben vast ook zelf goede ideeën voor mogelijke uitvoeringen. Geef ze eens in groepjes de opdracht om een mooie vorm te bedenken en uit te voeren.