Oefeningen met ritmestokjes (1)

In de vijfde en zesde klassen kunnen de stokjes hun intrede doen. Het oefenen met ritmestokjes is voor de leerlingen een leuke, nieuwe uitdaging na al het klappen en stampen in de lagere klassen. De stokjes bieden allerlei nieuwe klank- en speelmogelijkheden, en bovendien begint het al wat op drummen te lijken. En net zoals in de hogere klassen het instrumentaal onderwijs zich flink ontwikkelt naast het zingen, kunnen ook de ritme-oefeningen meer instrumentaal worden met de stokjes. De stokjes kunnen goed zelf gemaakt worden, zie deze link voor een beschrijving. Zorg dat je met de leerlingen ook werkt aan speeltechniek, zodat er een aangename en beheerste samenklank ontstaat. Behalve het ritmische als muzikaal element, kan met de ritmestokjes ook goed gewerkt worden aan dynamiek, timing en muzikale motoriek. 

1 - Ritme-echo

Ritme-echo-oefeningen worden doorgaans met klappen en stampen gedaan, maar zijn ook erg leuk en uitdagend met ritmestokjes. Er zijn allerlei variaties mogelijk: ritmes met de stokjes tegen elkaar tikkend, tikken op de bovenbenen (gelijktijdig, of rechts en links afwisselend), zachtjes tegen de borst, op verschillende materialen op de tafel.

Lees verder

2 - Het drumplankje

Speel ritmes voor op een drumplankje die door de leerlingen nagespeeld worden. Varieer in harder en zachter spelen, in de moeilijkheid van de ritmes, én in de klank, door op de verschillende materialen van de plankjes te spelen. Je kunt dit ook afwisselen met tikken op de stokjes zelf, wrijven van de stokjes op elkaar, en het spelen op het drumplankje. Wanneer deze oefening met de ogen dicht gedaan wordt, moeten de leerlingen nog beter luisteren. Je kunt dan ook dynamiek toevoegen, zodat én de klank én de luidheid waargenomen en nagespeeld moeten worden. 

Lees verder

3 - Stokjes doorgeven (1)

De leerlingen zitten in een kring op de grond, de leerkracht zit daarbuiten. De leerkracht speelt een ritme voor op de ritmestokjes, elk ritme eindigt met een langere noot, een kwartnoot bijvoorbeeld, die op het bovenbeen getikt wordt. De leerlingen spelen het ritme na op hun stokjes, en in plaats van de laatste lange noot leggen ze hun rechterstokje voor de rechterbuur. Ze hebben nu een nieuw stokje om mee te spelen. Zo schuiven de rechterstokjes langzamerhand de kring door, tot ze weer bij de eigenaar terug zijn.

Lees verder

4 - De roffel

Oefen met de leerlingen het gecontroleerd stuiteren van de stokjes op de drumplankjes, waardoor er na enige oefening een doorgaande roffel kan ontstaan. De beide stokjes moeten losjes in de handen gehouden worden, speel rechts-links, rechts-links, eerst enkele noten, dan dubbele noten, dan weer enkele noten, et cetera, zie het notenvoorbeeld. Versnel dan geleidelijk, en blijf regelmatig in de tikken van de stokjes. 

Lees verder

5 - Liedbegeleiding

Dit is een hele leuke oefening, omdat er in twee kringen gewerkt wordt, en met wisselende tweetallen. Er is een binnenkring en een buitenkring met gelijke aantallen leerlingen, elke leerling in de binnenkring heeft een partner in de buitenkring, en zij kijken elkaar aan. Bedenk bij een bekend lied een ritme-ostinaat voor de ritmestokjes, en maak in dat ritme een afwisseling tussen het tikken op de eigen stokjes, en het tikken op de stokjes van de partner. Bedenk een kort ritme, van bijvoorbeeld twee maten. Na die twee maten kan de buitenkring een stukje naar rechts doorschuiven, zodat de volgende twee maten bij een nieuwe partner gespeeld kan worden. Tel duidelijk van tevoren af, zodat er tegelijk begonnen wordt, of beter: laat een van de leerlingen aftellen.

Lees verder

6 - Eén slagveld

Dit is voor de leerlingen een uitdagende (en gevaarlijke...) oefening. Ze staan in tweetallen tegenover elkaar, en tikken een ritme met iets gestrekte armen op borsthoogte. Leerling 1) bespeelt de stokjes horizontaal, leerling 2) verticaal, én ze spelen op precies dezelfde plek in de ruimte. Het ritme dat ze spelen moet dus complementair zijn, ze kunnen niet tegelijkertijd tikken, zie het notenvoorbeeld bij Lees verder. Het is dus tikken en wegwezen (de handen ver uit elkaar houden en ruimte geven), want de partner tikt op dezelfde plek, en daar moet je hand niet blijven hangen, want dan heb je een tik te pakken... 

Lees verder

7 - Rusten op andermans stokjes

Maak een ritme met noten en rusten, leer dit ritme eerst zo aan, dat de noten op de stokjes getikt worden en de rusten gestampt. Als het ritme uit het hoofd gespeeld kan worden, kunnen tweetallen gevormd worden, waarbij de noten op de eigen stokjes en de rusten op andermans stokjes gespeeld worden. 

Lees verder

8 - Een kring van stokjes

De leerlingen zitten in een kring en houden beide stokjes voor zich omhoog. De eerste speler tikt met zijn rechterstokje een kort ritmisch motief op het linkerstokje van zijn rechterbuur. Deze speelt daarna hetzelfde ritme op het linkerstokje van zíjn rechterbuur, en zo gaat het ritme de hele kring door. Je ontvangt het ritme links en geeft het rechts door. Probeer dit ook eens met de ogen dicht. Spannend is het dan wanneer het ritme jou bereikt, je hoort het aankomen, maar je weet niet precies hoever het al is.

Lees verder

9 - Dynamiek

Zet verschillende dynamische tekens op het bord: pp, p, mp, mf, f, ff. De leerlingen spelen een ostinaat ritme met de stokjes (eventueel op het drumplankje). Een van de leerlingen wijst op het bord een van de dynamische tekens aan, de klas speelt het ritme met de aangewezen klanksterkte. Hierbij gaan de leerlingen de subtiele verschillen ervaren tussen de verschillende klanksterktes. Het tempo blijft steeds hetzelfde, ook als er harder getikt wordt. 

Lees verder

10 - Steeds meer noten

Dit is een echo-oefening waarbij er steeds meer noten in het spel komen, zie het notenvoorbeeld bij Lees verder. Laat een trommel een regelmatige langzame puls spelen (MM=50), of laat de puls stuiteren met een voetbal. Eerst wordt er een kwartnoot voorgespeeld en nagespeeld, dan twee achtsten, dan een achtsten-triool, dan vier zestienden, dan een zestienden-kwintool en tot slot een zestienden-sextool. Vervolgens weer starten bij de langzame kwartnoot. Zo komen er 1-2-3-4-5-6 tikken per puls.

Lees verder

11 - Treintje

Vier leerlingen zitten op stoelen achter elkaar, met de drumplankjes op schoot en de ritmestokjes in de handen. De voorste speelt een kort ritme voor op het drumplankje, de tweede herhaalt, en daarna de derde en de vierde. Hierdoor ontstaat het geluid van een denderende trein. Welke ritmes zijn hiervoor geschikt? Ze moeten in elk geval kort en krachtig zijn. Zorg ervoor dat er een optimale regelmaat ontstaat bij de herhaling van de ritmes.

Lees verder

12 - Stokjes doorgeven (2)

De leerlingen zitten in een kring op de grond, en hebben één stokje voor zich liggen. Een bekend lied wordt gezongen en op de maat van de muziek wordt met de rechterhand het stokje opgepakt en voor de rechterbuur neergelegd. Wissel per regel van doorgeefrichting. Kom gezamenlijk in een cadans, waarbij het neerleggen van de stokjes gelijktijdig en op de tel gebeurt. Door het regelmatig wisselen van doorgeefrichting wordt de periodiciteit, de symmetrie van de muziek ervaren.

Lees verder
X

Gebruik je mobiel in horizontale positie voor een optimale weergave.