3 - Stokjes doorgeven (1)

De leerlingen zitten in een kring op de grond, de leerkracht zit daarbuiten. De leerkracht speelt een ritme voor op de ritmestokjes, elk ritme eindigt met een langere noot, een kwartnoot bijvoorbeeld, die op het bovenbeen getikt wordt. De leerlingen spelen het ritme na op hun stokjes, en in plaats van de laatste lange noot leggen ze hun rechterstokje voor de rechterbuur. Ze hebben nu een nieuw stokje om mee te spelen. Zo schuiven de rechterstokjes langzamerhand de kring door, tot ze weer bij de eigenaar terug zijn.

Variatie 1: als de voorspeler de laatste noot met het rechterstokje speelt worden door de naspelers de rechterstokjes doorgegeven naar rechts, maar als de voorspeler de laatste noot met zijn linkerstokje speelt, dan geven de naspelers hun linkerstokje door naar links. Zo kunnen de stokjes heen en weer gaan.

Variatie 2: verzin ook een teken van de voorspeler dat beide stokjes weggegeven worden, het linkerstokje naar de linkerbuur, het rechterstokje naar de rechterbuur. Dat geeft aanvankelijk chaos, maar direct na dat doorgeven klinkt alweer het nieuwe voorgespeelde ritme, dus de leerlingen moeten zich snel weer organiseren, en niet teveel lawaai maken. Het gaat hier om samenwerking, gezamenlijk structuur en orde vinden en ondertussen luisteren.