Wist je dat hommels bij verschillende omstandigheden een heel verschillend geluid maken? Zacht, luid, hoog, laag, doordringend, ontspannen. We doen het met de leerlingen op een dikke en wat gonzende VVVV: eerst een hommel in z'n stationair. De leerkracht geeft met de hand de start, het verloop en het einde van de klank aan. Dan een hommel die ontwaakt uit z'n winterslaap, een wat vermoeid en laag geluid. En hoe is zijn stemming? Boos, vrolijk, angstig, gejaagd? Maar dan komt de hommel in actie en staat er een heel programma klaar:
De hommel test zijn vleugels, eerst de linkervleugel, dan de rechtervleugel, dan stijgt hij op, draait een proefrondje, vertraagt, versnelt, stijgt geleidelijk, maakt een duikvlucht, gaat zitten op een bloem, vliegt naar een volgende bloem, vlucht voor een kat, vliegt per ongeluk tegen een boomtak, stort ter aarde, et cetera. Overal zijn zoemgeluiden bij te bedenken, maak er een hoorspel van, blijf consequent in het beeld van de vliegende hommel.
Terug