Ritme-oefeningen (1)

Ritme-oefeningen zijn dankbare starters, energizers en opwarmers. Omdat deze oefeningen uit de muziek alleen het ritmische element gebruiken, kan je gericht aan ritmische en motorische kwaliteiten werken. Het element timing is altijd aanwezig, en daarmee zijn leuke en uitdagende ritmespelletjes te doen. Verder heb je de beschikking over het lichaam als bron van body percussion: je kunt klappen, stampen, vingerknippen, zacht op de borst slaan, wrijven in de handen, op de bovenbenen, klakken met de tong, en nog veel meer. Ritme-oefeningen maken wakker en helder en vragen precisie. Leerlingen doen ze graag als afwisseling met andere onderdelen in de muziekles. Sommige ritme-oefeningen lopen het risico sleets te worden wanneer ze te vaak herhaald worden, of te sterk maat-achtig blijven: het wordt dan een repeterende dreun die gaat vervelen. 

Je kunt met ritme-oefeningen muzikale elementen oefenen die later bij het zingen van pas komen: canon, innerlijk gehoor, vorm en structuur, ritmische notatie, vertragen en versnellen, et cetera. Zie de oefeningen bij de categorie Oefeningen met ritmestokjes voor nog meer speelse en uitdagende ritme-oefeningen.

1 - Klapecho's

De meest voor de hand liggende ritme-oefening is de echo-oefening, waarbij de leerkracht een ritme voorklapt en de leerlingen het ritme herhalen. Deze oefening is als tussendoortje in de klas fijn, handig (want geen materialen nodig) en eenvoudig. Er zijn vele variaties mogelijk naast het simpelweg voor- en naklappen van een ritme. Je kunt spelen met verschillende volumes, dus variëren in zacht en hard klappen, en ook binnen één ritme sommige noten harder, andere zachter klappen of crescendo en decrescendo maken. 

Lees verder

2 - Spiegelecho's

De leerkracht doet een ritme voor met klappen en stampen, de leerlingen spiegelen: wat voorgeklapt werd wordt nagestampt, en andersom. Je ziet hierbij dat veel leerlingen gedachteloos nadoen wat ze zien voordoen, en vallen hierbij door de mand. De oefening is lastiger dan hij lijkt, en ik zou hem pas doen vanaf klas vier, waarbij met steeds meer zelfbewustzijn kan worden gemusiceerd. Eigenlijk zijn de ogen bij deze oefening afleidend, wanneer de leerlingen omgedraaid staan is het makkelijker.

Lees verder

3 - Echo's in groepen

Verdeel de klas in drie groepen van gelijke grootte. De leerkracht klapt/stampt/tikt een ritme voor, de eerste groep doet de echo, daarna de tweede groep, daarna de derde groep. Hierbij zijn de eerste twee groepen ervoor verantwoordelijk dat er niet teveel 'ruis' ontstaat, waardoor de derde groep in twijfel kan raken. Je kunt hierbij de leerlingen zich laten omdraaien, zodat het helemaal met de oren gedaan moet worden. Of met de ogen dicht. 

Lees verder

4 - Overlappend echoklappen

Dit is een variatie op oefening 1, waarbij het voorklappen en naklappen in elkaar geschoven wordt. De leerkracht klapt/stampt/tikt een ritme voor, de leerlingen doen de echo, en tijdens deze echo doet de leerkracht een nieuw ritme voor. De leerlingen moeten dus echoën en tegelijk de nieuwe opgave tot zich nemen. Dat is niet eenvoudig, tenzij er grote contrasten zijn tussen de opeenvolgende ritmes. Zo kan er afwisselend een ingewikkelder ritme en een eenvoudig ritme (bijvoorbeeld vier kwartnoten, eigenlijk de puls) klinken. Tijdens het eenvoudige ritme (dat ook voorspelbaar is) kan dan goed geluisterd worden naar het nieuwe, moeilijker ritme.

Lees verder

5 - Notenwaarden

Dit is een wat lastiger oefening, geschikt voor klas vijf en zes. Er klinkt een ostinate puls, op een trommel of met een regelmatig stuiterende voetbal. Op het bord staat de volgende ritmereeks: Ritme 5
Er vindt dus een versnelling plaats die strak geënt is op de puls. Luister bij het eerste oefenen goed waar het ritme nog niet helemaal strak is: is de triool regelmatig, wordt er versneld bij de sextool, hoe tel je die kwintool eigenlijk uit? (antwoord: denk aan de naam van componist Luigi Dallapiccola, dat helpt enorm...).

Lees verder

6 - Half tempo / dubbel tempo

In deze ritme-echo oefening wordt het ritme dat voorgedaan wordt twee keer zo snel of twee keer zo langzaam geëchood. Klap bijvoorbeeld voor:
Ritme 6
Laat een trommel op de kwartnoten meespelen om de puls contant te houden, of neem een regelmatig stuiterende voetbal. Je kunt eventueel tussen voordoen en nadoen een maat rust houden, om het nadoen innerlijk voor te bereiden.

Lees verder

7 - Body-percussion

Verdeel de klas in drie groepen en schrijf op het bord een driestemmige ritme-ostinaat, bijvoorbeeld:
Ritme 7

Lees verder

8 - Ritme en tekst

Dit is een uitdagende variatie op de gewone ritme-echo oefening. De leerkracht klapt/stampt een eenvoudig ritme voor, de leerlingen herhalen het ritme. Vervolgens wordt hetzelfde ritme nog eens voorgedaan, maar wordt er gelijktijdig door de leerkracht een tekst doorheen gesproken, bijvoorbeeld: "Kunnen jullie dit ook, vijfde klas...?" De tekst wordt zonder ritme gesproken, en klinkt quasi onafhankelijk van het ritme. De leerlingen doen het ritme plus de gesproken tekst na. 

Lees verder

9 - Vertragend ritme

In deze oefening gaat het om het gezamenlijk maken van een vertraging in een ritme. Het ritme staat geschreven op het bord, bijvoorbeeld:
Ritme 9
Het ritme wordt in een flink tempo gestart, en dan treedt langzaam de vertraging in. De leerlingen moeten gelijk op gaan in die vertraging, en het mag zover gaan dat het tempo bijna stilstaat. Er kan eventueel een pulserende trommel of een stuiterende voetbal meespelen, dan kunnen de leerlingen zich bij de vertraging daar op richten

Lees verder

10 - Ritme-echo met maat rust

Dit is een variatie op oefening 1. De leerkracht klap/stampt/tikt een ritme voor met een maat lengte, de klas houdt daarna een maat rust, en doet daarna pas de echo. In de maat rust oefenen de leerlingen als het ware het ritme innerlijk, en pas daarna laten ze het horen. Je kunt met een trommel of een stuiterende voetbal de puls laten horen, dat helpt bij het gelijk inzetten van de echo, maar het is uitdagender om de puls weg te laten, zodat ook díe door de leerlingen innerlijk doorgedragen moet worden.

Lees verder

11 - Maatsoorten

Deze oefening is geschikt voor de hogere klasen. Op het bord wordt een willekeurige reeks getallen geschreven van 2 tot 6, bijvoorbeeld 4-2-2-5-4-3. Dit zijn van zes maten het aantal tellen per maat. De leerlingen stampen elke 1e tel van de maat, en klappen de overige tellen. Er zijn dus voortdurend maatwisselingen. Je kunt een van de leerlingen vragen om op elke eerste tel een trommelslag te geven, of met een bal te stuiteren. De leerlingen moeten opletten dat ze zich niet vertellen. Ook versnellen moet worden vermeden. De uitdaging is dat bij iedereen de laatste klap de laatste is, een strak slot dus.

Lees verder

12 - Klop-klap-knip-echo

In plaats van een ritme voor te klappen/stampen, zégt de leerkracht ritmisch wat er moet worden nagedaan, bijvoorbeeld:
Ritme 12
De leerlingen voeren het ritme uit met klappen, een stamp, handen op de knieën en vingerknippen. Je kunt de geluiden uitbreiden: klop (holle klap), klip (platte klap), schouder (tikken op de schouder), snuif (neus ophalen), stil (rust), wrijf (met de handen), schuif (met de voeten), praat (iets zeggen), tong (tong uitsteken), zoem (zzz), blaas (vvv) et cetera. Leerlingen hebben vast ook nog wel ideeën....

Lees verder
X

Gebruik je mobiel in horizontale positie voor een optimale weergave.