In deze oefening gaat het om het gezamenlijk maken van een vertraging in een ritme. Het ritme staat geschreven op het bord, bijvoorbeeld:
Het ritme wordt in een flink tempo gestart, en dan treedt langzaam de vertraging in. De leerlingen moeten gelijk op gaan in die vertraging, en het mag zover gaan dat het tempo bijna stilstaat. Er kan eventueel een pulserende trommel of een stuiterende voetbal meespelen, dan kunnen de leerlingen zich bij de vertraging daar op richten
Als vooroefening kan de leerkracht die puls laten horen en zo de klas sturen. Later kan dat een leerling zijn. Ook kan je als vooroefening het ritme steeds een maat laten onderbreken, de leerlingen doen het ritme dan in stilte in zichzelf.
Variatie: we kunnen natuurlijk ook heel langzaam starten en dan een geleidelijke versnelling maken. Daarbij is het goed om een eindpunt af te spreken, bijvoorbeeld een teken van de leerkracht, zodat er een scherp einde is. En daarna kan er weer op een nieuw teken in dat hoge tempo gestart worden, en kan het tempo weer afbouwen, vertragen naar het aanvankelijk starttempo.
Dit is geen eenvoudige oefening, en is daarom geschikt voor de hogere klassen. Er kan wel flinke progressie geboekt worden in de vaardigheid, regelmatig herhalen (ook weer eens een ander ritme op het bord) maakt dat het steeds beter gaat lukken. Je kunt eventueel een leerling apart zetten en laten luisteren, zodat hij na afloop van de oefening feedback kan geven.
Terug